Middelengebruik
Problematisch alcohol- en drugsgebruik komt relatief vaak voor bij volwassen gedetineerden. Uit verschillende studies van de afgelopen 15 jaar blijkt dat 12 tot 40% van de gedetineerden een problematisch alcoholgebruiker was tijdens hun arrestatie of in het jaar voorafgaand aan de detentie. 15 tot 43% van de gedetineerden kampte met problematisch drugsgebruik.[1] In de penitentiaire inrichtingen wordt door middel van een drugsontmoedigingsbeleid een drugsvrije detentie nagestreefd. Dit beleid ontmoedigt het binnensmokkelen, het gebruik en de handel in drugs in de inrichting door middel van controle en sanctionering. Binnen dit beleid is het niet mogelijk om justitiabelen in het kader van zorg een 'onderhoudsdosis' drugs te geven. Wel bestaat de mogelijkheid om aan justitiabelen methadon te verstrekken.
- het invoeren, het gebruik en de handel in drugs is verboden en wordt gesanctioneerd;
- justitiabelen worden gestimuleerd hun verslaving aan te pakken door een cultuur in de inrichting te creëren die invoer, gebruik en handel ontmoedigt;
- er worden preventieve en repressieve maatregelen uitgevoerd.
Met het nastreven van die uitgangspunten draagt het drugsontmoedigingsbeleid bij aan het waarborgen van de orde en veiligheid in de inrichting, zowel voor justitiabelen als voor het personeel. Daarnaast ondersteunt dit beleid de zorgplicht van de directeur om te zorgen voor de individuele, collectieve, fysieke en geestelijke gezondheid van justitiabelen. Verder draagt het bij aan de bereidheid en motivatie van justitiabelen om hulp te zoeken bij zorgtrajecten en -instanties.[2]
Controlemogelijkheden
Bij bezoekers
De drugs worden op allerlei wijzen de inrichtingen in gesmokkeld. Via bezoekers worden regelmatig drugs de inrichting binnen gebracht. Inrichtingen proberen deze invoer te beperken door diverse maatregelen te treffen, zoals het fouilleren van bezoekers bij binnenkomst of het inzetten van een drugshond. Sinds 1 november 2019 is het op grond van artikel 429a Wetboek van Strafrecht voor bezoekers strafbaar om contrabande, waaronder drugs, de inrichting binnen te brengen.[3] De lijst met verboden voorwerpen is gepubliceerd op de website van de Dienst justitiële inrichtingen (hierna: DJI).
Er zijn verschillende manieren om te controleren of iemand alcohol of drugs heeft gebruikt. Controle kan plaatsvinden door middel van een ademanalyse, speekseltest, haaranalyse, bloedonderzoek en een urinecontrole.
De standaardmethode voor controle in inrichtingen is de urinecontrole. Er wordt soms gebruik gemaakt van andere methoden, zoals de ademanalyse. Deze wordt in de inrichtingen gebruikt om - bijvoorbeeld na terugkeer van verlof - op alcoholgebruik te testen.[4] Dit wordt gedaan op grond van de Wegenverkeerswet (hierna: WVW). Ook is het mogelijk om een bloedonderzoek te doen. Indien een persoon niet wenst deel te nemen aan een ademonderzoek kan hij worden verplicht om een bloedonderzoek te ondergaan als bedoeld in artikel 163 lid 5 WVW. Ook wordt wel gebruik gemaakt van speekseltesten. Met deze testen kan eenvoudiger en sneller gecontroleerd worden of justitiabelen drugs hebben gebruikt. De speekseltesten zijn geen vervanging voor de urinecontrole.[5]
Redenen voor een urinecontrole
De hoofdregels omtrent urinecontroles zijn voor iedere groep justitiabelen hetzelfde. De regels zijn te vinden in de specifieke regeling die van toepassing is op die specifieke groep. Voor de jeugdige in een jeugdinrichting zijn de hoofdregels opgenomen in artikel 35 van de Beginselenwet Justitiële Jeugdinrichtingen (hierna: Bjj). Voor de verpleegden die verblijven onder een terbeschikkingstelling (hierna: TBS) zijn de hoofdregels opgenomen in artikel 24 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (hierna: Bvt). Voor de overige justitiabelen zijn de hoofdregels opgenomen in artikel 30 van de Pbw.
Uit de eerste leden van bovenstaande artikelen volgt dat de directeur de justitiabele in drie gevallen kan verplichten urine af te staan om deze te controleren op gedragsbeïnvloedende middelen. Onder gedragsbeïnvloedende middelen worden niet enkel de verboden middelen van lijst 1 en 2 van de Opiumwet verstaan, maar ook alcohol of medicijnen kunnen hieronder vallen. In het geval van medicijnen kan het bijvoorbeeld gaan om medicijnen die niet zijn voorgeschreven door de medische dienst of die zijn opgespaard door de justitiabele.
1. wanneer de directeur dat in het belang acht van de handhaving van de orde of veiligheid in de inrichting;
2. in verband met een beslissing tot plaatsing of overplaatsing (m.u.v. de Bvt);
3. in verband met het verlenen van verlof.
Afname urinemonster
In artikel 3 Regeling urineonderzoek verpleegden (hierna: Ruv), artikel 3 Regeling urineonderzoek jeugdigen (hierna: Ruj) en artikel 3 Rupi staat opgenomen hoe een urinecontrole moet worden uitgevoerd. De urine wordt bij voorkeur 's ochtends afgenomen, omdat ochtendurine het meest geconcentreerd is en de concentratie van eventueel gebruikte gedragsbeïnvloedende middelen dus het hoogst is. Een ambtenaar of medewerker controleert of het aanvraagformulier en de benodigde materialen aanwezig zijn. Voordat de urine wordt afgenomen dient de reden voor afname te worden medegedeeld aan de justitiabele. Ook dient de procedure te worden uitgelegd. De inrichting is er verantwoordelijk voor om de te volgen procedure duidelijk aan de justitiabele uit te leggen.[9] Over het van tevoren mededelen van de urinecontrole is in de wet niets vastgelegd. De RSJ heeft herhaaldelijk geoordeeld dat de urinecontrole niet per se de avond voorafgaand aan de urinecontrole hoeft te worden medegedeeld.[10]
Indien de justitiabele niet in staat is direct urine te produceren, krijgt hij vier uur de tijd om dit alsnog te doen. De justitiabele verblijft gedurende deze periode bij voorkeur in een ruimte waar geen mogelijkheden aanwezig zijn om de resultaten van de analyse te beïnvloeden.
Onder toezicht van een ambtenaar of medewerker verdeelt de justitiabele de urine over twee aan hem verstrekte buizen. Er zijn twee buisjes nodig, zodat er ook een herhalingsonderzoek kan worden uitgevoerd. De justitiabele sluit de buizen af, hetgeen vervolgens door de ambtenaar of medewerker wordt gecontroleerd. De justitiabele plakt daarna stickers met een uniek registratienummer of unieke code op de twee buizen.[13] In het bijzijn van de justitiabele controleert de ambtenaar of medewerker of het aanvraagformulier goed en volledig is ingevuld en of het nummer of de code op de buizen overeenstemt met het nummer op het aanvraagformulier. Het aanvraagformulier dient de volgende gegevens in ieder geval te bevatten: een opgave van de volledige naam en voorletters van de justitiabele, geboortedatum, het registratienummer van de justitiabele, de afnamedatum, het tijdstip van afname, de stoffen waarop gecontroleerd dient te worden, de gegevens over medicatiegebruik en de relevante pathologie.
Indien de uitslag van de controle bekend is, wordt deze aan de justitiabele medegedeeld.[16] De inrichting kan de uitslag niet eerder mededelen dan nadat de inrichting de uitslag van het laboratorium heeft ontvangen en kan voor een vertraging dan ook niet verantwoordelijk worden gehouden.[17] Met het mededelen van de uitslag wordt de justitiabele meteen gewezen op zijn recht op een herhalings- en bevestigingsonderzoek. Een justitiabele heeft blijkens de wet en aanverwante regelingen geen recht op een schriftelijke mededeling van de uitslag van de urinecontrole.[18]
Een positieve uitslag van een urinecontrole betekent niet altijd dat de justitiabele daadwerkelijk gedragsbeïnvloedende middelen heeft gebruikt. Er zijn verschillende soorten medicatie en andere stoffen die een vals positieve uitslag geven bij een urinecontrole. Dat wil zeggen dat de positieve uitslag ook het gevolg kan zijn van bijvoorbeeld voorgeschreven medicatiegebruik en niet van het gebruik van gedragsbeïnvloedende middelen.
Vals negatieve uitslagen
Naast vals positieve uitslagen zijn er ook vals negatieve uitslagen mogelijk. In dat geval zijn volgens de uitslag van de urinecontrole geen verboden middelen gebruikt, terwijl dit in werkelijkheid wel het geval is. Deze vals negatieve resultaten kunnen zijn ontstaan door manipulatie van de urinecontrole.
• in vivo: de test wordt door inname van middelen gemanipuleerd. Hierbij kan gedacht worden aan een grote waterinname, waardoor de concentratie in de urine wordt verdund;
• in vitro: er worden na het urineren middelen aan de urine toegevoegd om de urine te verdunnen. Dit kan bijvoorbeeld bleekmiddel, chloor of water zijn;
• het inleveren van een andere urine-achtige stof, bijvoorbeeld citroensap of sinas. Ook het inleveren van urine van een ander is denkbaar.
Een justitiabele kan binnen 24 uur na kennisneming van de uitslag van een urinecontrole een verzoek om een herhalingsonderzoek of een bevestigingsonderzoek indienen. Dit verzoek moet schriftelijk worden ingediend.[19] Een herhalingsonderzoek is een onderzoek dat wordt uitgevoerd op het tweede urinemonster, volgens dezelfde dan wel een vergelijkbare methode als gebruikt bij het eerste onderzoek.[20] Een bevestigingsonderzoek is een hernieuwd onderzoek dat wordt uitgevoerd op het eerste urinemonster, maar volgens een andere gevalideerde methode. Deze onderzoeken dient de justitiabele in eerste instantie zelf te betalen. Indien uit de onderzoeken toch een negatieve uitslag volgt, worden de kosten van de onderzoeken aan de justitiabele terugbetaald (artikelen 6 en 7 Rupi).[21]
Op de website van de Jellinek is te lezen tot hoe lang de verschillende drugs na gebruik te traceren zijn in de urine. Deze tabel is alleen een leidraad. Er zijn namelijk verschillende, persoonsgebonden factoren die invloed kunnen hebben op de duur van de aantoonbaarheid. Gedacht kan worden aan het gewicht en de functie van de nieren van de justitiabele of het feit dat de justitiabele chronisch gebruiker is geweest.
Uitgelicht: GHB
Het voormalige slaapmiddel anestheticum Gamma-Hydroxyboterzuur (GHB) wordt tegenwoordig voornamelijk gebruikt als partydrug. GHB is erg verslavend. Indien men het middel gedurende enkele weken meermaals per week inneemt, ontstaat al een verslaving (lees: lichamelijke afhankelijkheid). Er is sprake van een verslaving aan GHB, wanneer men om de 1,5 à 3 uur, 24 uur per dag, 7 dagen per week GHB moet innemen.
Het is voor GHB-verslaafden niet verstandig om ‘cold turkey’ (plotsklaps) af te kicken. Er kunnen dan namelijk grote gezondheidsrisico’s optreden, zoals ernstige onrust, tachycardie (verhoogde hartslag of ritmestoornissen), hypertensie (zeer hoge bloeddruk), verwardheid, tremor (voortdurende schudbewegingen van één of meer lichaamsdelen), spiersamentrekkingen en uiteindelijk een delirium met hallucinaties.
In detentie is het in beginsel niet mogelijk om een aan GHB-verslaafde justitiabele te laten afkicken. Er zijn twee penitentiaire inrichtingen waar het wel mogelijk is om GHB-verslaafden te laten afkicken. In de PI Zwolle zijn vier speciale cellen voor justitiabele GHB-verslaafden. Ook kan verwezen worden naar het Justitieel Centrum voor Somatische Zorg, gevestigd in de PI Haaglanden in Scheveningen. In beide inrichtingen wordt gewerkt met het Detoxificatieprotocol voor Gamma-Hydroxyboterzuur voor GHB. Dit protocol schrijft voor om de verslaafde in een klinische setting te laten afkicken door het gebruik van GHB geleidelijk af te bouwen met medicinale GHB.[24]
In de GHB-cellen wordt een justitiabele voortdurend bewaakt door speciaal opgeleid medisch en verplegend personeel. Daarnaast wordt de justitiabele in de eerste fase van opname ook onder cameratoezicht geplaatst. Verslaafde justitiabelen verblijven gemiddeld tussen de tien en twintig dagen in een GHB-cel. Daarna zijn ze lichamelijk afgekickt. Het regime waarop een verslaafde justitiabele in de cel blijft, hangt af van de detentiestatus. De behandeling van de verslaafde justitiabele is geheel vrijwillig. De justitiabele moet schriftelijk toestemming voor de behandeling geven. Wanneer een justitiabele de behandeling weigert, zal hij in de gaten worden gehouden en indien noodzakelijk overgebracht worden naar een ziekenhuis. De meeste justitiabelen tekenen alsnog voor behandeling, zodra zij last van de afkickverschijnselen krijgen.
Om een urinecontrole te beïnvloeden voeren justitiabelen verschillende trucs uit. Ook voeren ze verschillende redenen aan om een positieve uitslag te proberen te rechtvaardigen. Hieronder wordt beschreven welke factoren van invloed kunnen zijn op een urinecontrole.
Gebruik van medicatie
Om discussie over het gebruik van medicatie en de gevolgen daarvan voor urinecontroles achteraf te voorkomen, kunnen de huisregels van de inrichting voorschrijven dat de justitiabele op het afnameformulier invult of hij medicatie gebruikt. Een justitiabele is zelf verantwoordelijk voor het vermelden van medicatiegebruik wanneer dit in de huisregels is opgenomen. Daarnaast moet een justitiabele zijn medicatiegebruik vermelden op het aanvraagformulier op grond van artikel 3 lid 6 Rupi. De RSJ oordeelde dat wanneer een justitiabele zijn medicatiegebruik niet heeft aangegeven, terwijl dit volgens de huisregels wel had gemoeten en bovendien zijn handtekening onder het aanvraagformulier heeft gezet ter bevestiging van de procedure, het opleggen van een disciplinaire straf bij een positieve uitslag niet onredelijk is. [25]
Justitiabelen voeren meeroken wel eens aan als reden voor een positieve uitslag. Dit argument is niet geheel ondenkbaar, omdat justitiabelen steeds langer samen in kleine ruimten verblijven door de versobering van programma’s en het uitgangspunt van meerpersoonscellen. Uit onderzoek blijkt echter dat meeroken zelden kan resulteren in een positieve urinecontrole.[26] Gebleken is dat alleen onder zeer extreme omstandigheden, waarbij een persoon in een kleine ruimte zit zonder ventilatie en meerdere personen meerdere joints tegelijk roken, iemand vals positief zou kunnen scoren bij de urinecontrole.[27] De kans dat een justitiabele een positieve urinecontrole heeft door toedoen van meeroken is zodoende nihil.
Bij het urineonderzoek wordt door het laboratorium ook het creatininegehalte van de urine vastgesteld. Creatinine is een stof die vrijkomt bij spieractiviteit en via de nieren in de urine wordt uitgescheiden. De hoeveelheid creatinine die wordt uitgescheiden in de urine is constant en vindt continu plaats. De concentratie creatinine in de urine varieert daarentegen. Dit komt doordat de concentratie afhankelijk is van de hoeveelheid vochtinname en het volume van urine dat wordt geproduceerd.
Wanneer een justitiabele een positieve uitslag heeft gekregen en bij de volgende urinecontrole weer een positieve uitslag krijgt, wordt aangenomen dat de justitiabele in de tussentijd gedragsbeïnvloedende middelen heeft gebruikt. Dit wordt ook wel ‘bijgebruik’ genoemd.
Een voorbeeld om te verduidelijken waarom de THC/creatinine-ratio gebruikt dient te worden bij de beoordeling van bijgebruik:
|
01-01-2018
|
14-02-2018
|
afkapwaarde
|
Cannabis/THC (ng/ml)
|
958
|
427
|
>50
|
Kreatinine (mmol/l)
|
40
|
14
|
>2,0
|
THC/creatinine-ratio
|
24
|
30,5
|
n.v.t.
|
Een andere reden die wel eens wordt aangevoerd voor een positieve uitslag is een grote gewichtsafname.[37] THC is oplosbaar in vet en de lichaamssamenstelling kan enigszins van invloed zijn op de tijd waarin THC meetbaar blijft in bloed en urine. Een hoger vetpercentage kan daardoor iets langere halfwaardetijden geven. Een chronisch gebruiker met een verhoogd vetpercentage heeft THC opgeslagen in zijn/haar vet en kan na stoppen dus langere tijd positief scoren op THC in urine. Wanneer deze persoon excessief gaat sporten, wordt het vet verbrand en komt een deel van de opgeslagen THC vrij in het bloed en wordt daarna uitgescheiden in de urine. Volgens de literatuur is het zeer onwaarschijnlijk dat de waarde in urine hierdoor boven de 50 ng/ml komt. De THC zit in geval van extreme zwaarlijvigheid namelijk maximaal 90 dagen in het vetweefsel. Men zou dan zeer veel moeten afvallen in een korte tijd om boven de afkapwaarde uit te komen.
Fraude door niet produceren van urine
Indien de justitiabele in eerste instantie geen urine kan produceren, krijgt hij vier uur de tijd om dit alsnog te doen (artikel 3 lid 4 Rupi). Tenzij de justitiabele aannemelijk maakt dat er sprake is van medische omstandigheden of van een psychisch beletsel, moet de justitiabele binnen die vier uur urine kunnen produceren.[38] De inrichting is er verantwoordelijk voor de justitiabele goed te informeren over de procedure en het personeel dient de justitiabele voldoende duidelijk te maken wanneer de periode van vier uur begint. Om achteraf te kunnen bepalen of de justitiabele daadwerkelijk vier uur de tijd heeft gehad om te urineren, dient in het verslag een aanvangstijd te worden vermeld.[39]
Indien er uit de urinecontrole een positieve uitslag komt of indien de urinecontrole aantoonbaar is gemanipuleerd, kan de directeur een disciplinaire straf opleggen.[43] De straf die kan worden opgelegd kan blijkens het drugsontmoedigingsbeleid uiteenlopen van vijf dagen opsluiting in eigen cel zonder televisie en intrekking van het eerstvolgende verlof (bij een constatering van gebruik softdrugs) tot zeven dagen opsluiting in eigen cel en intrekking van het eerstvolgende verlof (bij constatering van het gebruik van harddrugs.). De straffen volgden uit de herijkte Landelijke Sanctiekaart 2019.[44] Naast opsluiting kan ook het verlof worden ingetrokken. Dit heeft de RSJ in meerdere uitspraken bevestigd.[45] Het verlof kan alleen worden ingetrokken op grond van een recente positieve uitslag.[46] Indien er een herhalings- of bevestigingsonderzoek door de justitiabele is aangevraagd, wordt de eventueel opgelegde disciplinaire straf geschorst.[47]
Bij inspectie van de cel of spitacties worden geregeld contrabande aangetroffen. Niet altijd is direct duidelijk wat de contrabande precies is. PIW’ers hebben daarom de mogelijkheid om, zonder tussenkomst van een gespecialiseerd laboratorium, deze substanties te testen door middel van zogenoemde sneltesten. Er bestaan sneltesten voor veel verschillende soorten drugs, zoals wiet, hasj, MDMA, speed, cocaïne en opiaten. Als de sneltest geen uitsluitsel geeft, kan de substantie alsnog naar een laboratorium worden opgestuurd.
In de huisregels van de inrichting wordt het opsparen van medicatie in de meeste gevallen verboden. Indien een justitiabele medicatie opspaart is dit strafbaar gedrag dat opsluiting in een strafcel tot gevolg kan hebben. Bij de bestraffing moet rekening worden gehouden met de medische conditie van de justitiabele.[49]