Sla inhoud over

Onderwijs en vorming ter beschikking gestelden

Mensen aan wie terbeschikkingstelling (TBS) met dwangverpleging is opgelegd verblijven in een forensisch psychiatrisch centrum (fpc) of een forensisch psychiatrische kliniek (fpk). TBS is geen straf maar een maatregel die iemand zijn vrijheid ontneemt. TBS met dwangverpleging wordt opgelegd aan mensen met psychiatrische en/of verslavingsproblemen (hierna: verpleegden) die (mede) daardoor een ernstig delict hebben gepleegd en (deels) ontoerekeningsvatbaar zijn verklaard. Het doel van de behandeling is de kans dat de verpleegde opnieuw een ernstig delict pleegt aanzienlijk verkleinen. Dit valt onder de forensische zorg. Meer hierover is te lezen in het dossier ‘Forensische zorg en klachtenregelingen’ en op de website van TBS Nederland.

Het hoofd van de instelling waar de verpleegde wordt behandeld draagt op grond van artikel 43 lid 1 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (hierna: Bvt) zorg voor de sociale verzorging en hulpverlening, vorming en onderwijs en ontspannings- en sportactiviteiten voor de verpleegden.

Onderwijs en werktraject

Het hebben van een zinvolle dagbesteding is een voorwaarde voor een succesvolle terugkeer naar de samenleving. Door deel te nemen aan onderwijs kan de verpleegde bepaalde vaardigheden ontwikkelen die hij of zij na de behandeling kan gebruiken om te functioneren binnen de maatschappij. Er worden dan ook verschillende onderwijsmogelijkheden aangeboden aan verpleegden.[1] Dit houdt in dat zij primair onderwijs kunnen volgen in taal, rekenen en computervaardigheden en dat zij daarnaast middelbaar onderwijs en beroepsgerichte opleidingen kunnen volgen zoals mbo- en hbo-opleidingen. Bij het volgen van een beroepsgerichte opleiding wordt de praktijk gecombineerd met een theorieopleiding. Een externe onderwijsinstelling neemt de examens af, zodat de verpleegde een erkend diploma ontvangt waarmee hij of zij buiten aan de slag kan.

Het voornaamste doel van het onderwijs is het overdragen van kennis en het vergroten van studievaardigheden. Daarnaast dient het onderwijs  ook ter verhoging van het inzicht in de eigen mogelijkheden, het zelfvertrouwen en de eigen verantwoordelijkheid van de verpleegde. Dit wordt ook wel het therapeutisch doel genoemd.[2]

In het behandelplan van de verpleegde, worden ook werk- en/of scholingsmogelijkheden opgenomen. Aan de hand van de (te ontwikkelen) kennis en vaardigeden worden doelstellingen bepaald.[3] De criteria waar bijvoorbeeld naar gekeken wordt zijn: arbeids(on)geschiktheid, capaciteiten, interesses, motivatie, opleiding en werkervaring en de talenten en/of onbenutte kwaliteiten van de verpleegde.[4] In eerste instantie volgt de verpleegde een scholings- en/of werktraject in de instelling zelf. In de latere behandelfases wordt gekeken welke mogelijkheden er zijn buiten de instelling,  als is vastgesteld de verpleegde veilig kan functioneren in de samenleving.

Binnen instellingen worden ook verschillende mogelijkheden geboden om werkervaring op te doen. Zo kunnen arbeidsgeschikte verpleegden in FPC Dr. S. van Mesdag bijvoorbeeld werken in de horeca, repro, klussenbureau, groenvoorziening, schoonmaak, administratie of productie. Hierbij leert de verpleegde om te gaan met werkdruk en omgangsvormen zoals hij of zij die ook in de samenleving zal tegenkomen.[5]


In FPC de Oostvaarderskliniek kunnen verpleegden werkervaring opdoen op verschillende werkzalen. Binnen deze kliniek is er bijvoorbeeld een professionele houtwerkplaats aanwezig, waar verpleegden in het kader van hun praktijkopleiding kunnen werken. De verpleegden hebben zo de mogelijkheid om – in samenwerking met een ROC en de stichting Hout en Meubel – een officiële beroepskwalificatie te behalen.[6] Daarnaast is er in deze kliniek ook een fietsenmakerij, een grafische drukkerij en een kaarsenmakerij. Het leren van een vak en het omgaan met bepaalde verantwoordelijkheden draagt eraan bij dat verpleegden zich uiteindelijk op de arbeidsmarkt kunnen bewegen.[7]


De werkzalen in FPC de Oostvaarderskliniek


Tegemoetkoming kosten onderwijs en deelname aan educatieve activiteiten

Verpleegden kunnen bij het hoofd van de instelling een verzoek indienen voor een tegemoetkoming in de kosten voor het onderwijs en het deelnemen aan andere educatieve activiteiten. Het gaat hier dan om onderwijs dat door een bij of krachtens de wet erkende onderwijsinstelling wordt verzorgd. Onder ‘andere educatieve activiteiten’ vallen activiteiten (niet zijnde onderwijs) die zijn gericht op de ontwikkeling van de persoonlijke vaardigheden van de verpleegde. Dit kan zijn op het gebied van kennis, inzicht en/of vaardigheden die aansluiten bij de behoeften en mogelijkheden van die verpleegde. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan beroepsgerichte opleidingen, schriftelijke cursussen en dans- of muziekeducatie. Er kan alleen aanspraak op de vergoeding worden gemaakt indien het onderwijs en de activiteiten nog niet in de instelling worden aangeboden.

De Regeling tegemoetkoming kosten onderwijs verpleegden (hierna: de Regeling) bevat regels met betrekking tot de voorwaarden waaronder een tegemoetkoming kan worden verkregen voor de kosten die een verpleegde moet maken bij het volgen van onderwijs en deelname aan andere educatieve activiteiten. Deze voorwaarden kunnen onder andere gaan over de aard, de duur en de kosten van de activiteiten  als ook over de vooropleiding van de verpleegde en diens vorderingen. Alle voorwaarden en afspraken worden daarnaast opgenomen in het verpleegdedossier (zie hierover ook het dossier ‘Justitiabelen dossiers’).

Uit artikel 2 lid 2 van de Regeling volgt dat het verzoek tot het volgen van een bepaalde activiteit tijdig schriftelijk wordt gedaan vóór het verstrijken van de inschrijvingstermijn van de desbetreffende onderwijsvorm. Het hoofd van de instelling dient daarover te beslissen binnen een maand na de dag waarop het verzoek is ontvangen. Het verzoek moet tenminste inhouden:

  • de naam van de verpleegde;
  • het onderwijs of de andere vorm van educatie welke de verpleegde wenst te volgen;
  • gegevens omtrent vooropleiding;
  • kosten die aan het onderwijs of de educatie verbonden zijn.

Uit artikel 3 van de Regeling volgt dat een verzoek tot tegemoetkoming niet wordt goedgekeurd wanneer uit andere hoofde in de kosten wordt voorzien, wanneer de verpleegde wordt geacht de kosten zelf te kunnen dragen of wanneer de activiteit niet in overeenstemming is  met individuele verplegings- en behandelingsdoeleinden. In de toelichting op de regeling wordt het voorbeeld aangedragen van een pedoseksuele zedendelinquent die een opleiding wil volgen in het kader van de jeugdhulpverlening. Daarnaast volgt uit artikel 3 van de Regeling dat de mate waarin het verzoek van de verpleegde wordt goedgekeurd afhankelijk kan zijn van de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de deelname aan onderwijs of educatieve activiteiten. Indien een verpleegde ongemotiveerd is om aan onderwijs of aan een andere educatieve activiteit deel te nemen, is het goed denkbaar dat er geen tegemoetkoming zal worden aangeboden voor het onderwijs. Daarnaast kan het hoofd van de instelling eisen stellen aan de vorderingen die de verpleegde maakt.[8]


Het onderwijs en/of de educatie waar een vergoeding voor wordt aangeboden, maakt onderdeel uit van het verplegings- en behandelplan. Alle afspraken in het kader van onderwijs en/of de educatie worden opgenomen in het verpleegdedossier (artikel 4 lid 1 en 2 van de regeling).


Bibliotheek, sociaal-culturele activiteiten en ontspannings- en sportactiviteiten

Het hoofd van de instelling draagt, op grond van artikel 43 lid 2 Bvt, zorg dat er een bibliotheekvoorziening aanwezig is in de kliniek. In de huisregels worden regels gesteld omtrent het gebruik van de bibliotheek door verpleegden.[9] In alle Tbs-klinieken zijn bibliotheekvoorzieningen aanwezig. Daarnaast worden verpleegden veel sociaal-culturele activiteiten aangeboden. Bij deze activiteiten kan bijvoorbeeld gedacht worden aan muziek, toneel, schilderen en tekenen. Zo speelden patiënten en medewerkers van kliniek De Rooyse Wissel in theatervoorstelling ‘Van kwaad tot erger’.[10] Verder worden er regelmatig activiteiten georganiseerd met instanties en/of personen van buiten de inrichting, zoals een bezoek aan een museum, wadlopen, een discussieavond of disco- of karaokeavonden. Verder worden er sportactiviteiten aangeboden. Dit is bedoeld als manier om te ontspannen en energie kwijt te raken. In de diverse instellingen kan het soort sport variëren van voetbal tot klimmen en van badminton tot judo.

Een ander voorbeeld van een bijzondere activiteit is dat verpleegden zeven weken lang, tweemaal per week een asielhond trainen onder begeleiding van de instructeurs van Dutch Cell Dogs. De verpleegden helpen door de training het gedrag van de honden te veranderen waardoor deze honden geschikt zijn voor plaatsing in een gezin. Dit proces is voor de verpleegden een bijzondere en leerzame ervaring. Lees hier meer over deze organisatie.  


Het doel van al deze activiteiten is veelal het vergoten van zelfinzicht en zelfvertrouwen, maar ook het ontdekken van talent bij verpleegden. Net als bij onderwijs dienen de activiteiten ook therapeutische doeleinden. Soms wordt er daarom gesproken over bijvoorbeeld ‘creatieve therapie’ of ‘muziektherapie’. Ook worden juist  gewonere recreatieve activiteiten aangeboden zoals schaken, klaverjassen en bingo, die soms in samenwerking met externe verenigingen plaatsvinden.[11]

Beklag

Op grond van artikel 43 lid 1 van de Bvt draagt het hoofd van de inrichting zorg voor vorming en onderwijs. Dat betekent dat er geen sprake is van een recht op onderwijs, maar dat er slechts een zorgplicht rust op het hoofd van de inrichting. Er staat alleen beklag open tegen het niet betrachten van de zorgplicht. Dit betekent dat er alleen geklaagd kan worden over het geheel ontbreken van onderwijs. Indien er wel onderwijs wordt aangeboden, zal een klacht over onderwijs in principe niet-ontvankelijk worden verklaard. Meer informatie over de klachtenregeling op grond van de Bvt is te lezen in het gelijknamige dossier.

                                                                                                                                                             

[1] FPC Dr. S. van Mesdag - Werk, Scholing & Vrije Tijd.

[2] Prof. mr. C. Kelk en prof. dr. M. Boone, ‘Nederlands detentierecht’, vierde druk (2015), p. 392.

[3] TBS Nederland - Behandelplan.

[4] FPC Dr. S. van Mesdag - Werk, Scholing & Vrije Tijd.

[5] Idem.

[6] FPC de Oostvaarderskliniek - Houtwerkplaats.

[7] FPC de Oostvaarderskliniek - Werkzalen.

[8] Toelichting op de Regeling tegemoetkoming onderwijs verpleegden, 15 december 2000, 506405/00/DJI, p. 2.

[9] Zie: 'Regeling model huisregels private instellingen voor de verpleging van ter beschikking gestelden', par. 8.5.

[10] Generale repetitie voor toneelstuk in De Rooyse Wissel | 1Limburg | Nieuws en sport uit Limburg.

[11] Prof. mr. C. Kelk en prof. dr. M. Boone, ‘Nederlands detentierecht’, vierde druk (2015), p. 392.