Sla inhoud over

KC 2025/017

Datum uitspraak:
26/05/2025
Artikel:
art. 24 Bvt, art. 3 lid 2 Regeling urineonderzoek verpleegden
Samenvatting:
Klager onderging in twaalf dagen tijd vier urinecontroles die allemaal negatief waren, er is geen reden om aan te nemen dat deze frequentie noodzakelijk was in het belang van de handhaving van de orde of de veiligheid in de inrichting. Te meer gelet op het feit dat de urine van klager in drie aaneengesloten dagen driemaal is gecontroleerd. Het "vrolijk gedrag" van klager werd onterecht als signaal voor middelengebruik geïnterpreteerd, terwijl zijn signaleringsplan juist positief gedrag met middelenvrij zijn associeert. Ook op 2 november was er geen concreet vermoeden tegen klager, terwijl zijn eerdere negatieve uitslag al bekend was. Aangezien klager sinds januari 2024 geen positieve urinecontrole had, had dit bij de beoordeling moeten worden meegewogen. Daarom verklaart de commissie de klacht materieel gegrond en kent een tegemoetkoming van €15,- toe. Voor de urinecontrole van 11 november is formeel vastgesteld dat klager niet is geïnformeerd over de reden, wat in strijd is met vaste rechtspraak; hiervoor wordt aanvullend €7,50 toegekend.
Uitspraak:

Beslissing van de beklagcommissie uit de commissie van toezicht bij het FPC Oostvaarderskliniek, inzake het klaagschrift van:


[…]
, verder te noemen klager.

Klager wordt bijgestaan door mr. V.S.J. Chorus.
 
Het klaagschrift is gericht tegen de frequentie waarin de urinecontroles zijn afgenomen.
 
Het hoofd van de inrichting heeft schriftelijk gereageerd en klager heeft van deze reactie kennis kunnen nemen.
 
De klacht is behandeld ter zitting van 12 mei 2025 in het bijzijn van klager, zijn advocaat en namens de inrichting mw. […] (juridisch medewerker) en mw. mr. […] (juridisch adviseur).
 
In het kader van de behandeling van deze klacht heeft de beklagcommissie kennisgenomen van de volgende informatie:
-        het klaagschrift gedateerd en ontvangen op 7 november 2024;
-        de aanvullingen op het klaagschrift gedateerd en ontvangen op 14 november 2024 en 3 december 2024;
-        het directiecommentaar ontvangen op  22 april 2024;
-        het verhandelde ter zitting van 12 mei 2025.
Deze stukken worden als ingevoegd beschouwd.
 
De standpunten
Voor het standpunt van klager wordt verwezen naar de klacht. Ter zitting heeft klager hier het volgende aan toegevoegd. Om het minste of geringste wordt ten aanzien van klager naar voren gebracht dat hij bekend is met drugs. Klager stelt zich op het standpunt dat de reden van de urinecontroles niet aan hem is medegedeeld dan wel dat de signalen die aanleiding zijn geweest voor de urinecontroles op 1 en 2 november 2024 onvoldoende zijn. Voor zover er door de kliniek in het verweer wordt verwezen naar vrolijk(er) gedrag van klager merkt klager op dat het normaal is dat iemand zich de ene dag vrolijker opstelt dan de andere dag. In de periode waarover wordt geklaagd is de frequentie van de urinecontroles disproportioneel geweest. Dit kan een druk op de persoonlijke levenssfeer van klager tot gevolg hebben.
 
Voor het standpunt van de directie wordt verwezen naar het verweerschrift. Ter zitting heeft de directie hier het volgende aan toegevoegd. De kliniek vindt het begrijpelijk dat klager van mening is dat in die periode veel urinecontroles zijn afgenomen. Bij klager was ten tijde van de klacht een frequentie van twee urinecontroles per week ingesteld. Op het moment dat er daarnaast aanleiding bestaat voor het afnemen van extra urinecontroles kan het aantal urinecontroles in één week behoorlijk oplopen. Er waren signalen dat drugs in de kliniek aanwezig waren. Dit, in combinatie met de vrolijke stemming van klager, is aanleiding geweest voor de afname van extra urinecontrole. Per patiënt is een plan opgesteld, wat de signalen van drugsgebruik zouden kunnen zijn. Bij klager is het gedrag dat hij vertoonde als risico aangemerkt. De sociotherapie heeft aangegeven dat op 31 oktober 2024 aan klager is medegedeeld dat het een ad random controle betrof. Ten aanzien van 1 en 2 november 2024 is in het dossier aangegeven dat de reden aan klager is medegedeeld. Het is niet bekend of de reden van de urinecontrole op 11 november 2024 aan klager kenbaar is gemaakt. Omdat klager regelmatig negatief op de urinecontroles scoort, is besloten om de frequentie per januari 2025 te verlagen naar één urinecontrole per week. 
 
Aanvullende stukken
De beklagcommissie achtte zich na de mondelinge behandeling onvoldoende geïnformeerd om een beslissing te kunnen nemen. Na de zitting heeft de beklagcommissie het signaleringsplan en het behandelplan bij de kliniek opgevraagd. De kliniek heeft deze stukken op 14 mei 2025 aan de beklagcommissie en de advocaat verstrekt. Deze stukken worden als ingevoegd beschouwd.
 
Beoordeling
Het juridisch kader
Artikel 24 Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) bepaalt dat het hoofd van een instelling, indien deze het noodzakelijk acht in het belang van de handhaving van de orde of de veiligheid in de instelling dan wel in verband met de verlening van verlof, een verpleegde kan verplichten urine af te staan ten behoeve van een onderzoek van die urine op aanwezigheid van gedragsbeïnvloedingen middelen.
 
Uit artikel 2.1 onder 1 sub d en e van het Protocol urineonderzoek op aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen van de Oostvaarderskliniek (hierna: het Protocol) volgt dat een urineonderzoek uitgevoerd kan worden indien een vermoeden van gebruik van niet toegestane gedrag-beïnvloedende middelen bestaat. Ook kan een urinecontrole steekproefsgewijs uitgevoerd worden middels een geautomatiseerd ad-random systeem. Daarnaast kan op grond van artikel 3.5 van dit Protocol, indien het gedrag van een patiënt aanleiding toe geeft, besloten worden eerst een sneltest in te zetten om zo snel te kunnen anticiperen op het (afwijkende) gedrag van de patiënt.
 
Ingevolge artikel 3 lid 2 Regeling urineonderzoek verpleegden wordt, alvorens de urine wordt afgenomen, de reden van het urineonderzoek aan de verpleegde medegedeeld en wordt aan de verpleegde uitleg gegeven over de te volgen procedure.
 
Wat is er gebeurd?
Bij klager is in twaalf dagen tijd viermaal een urinecontrole afgenomen, te weten op 31 oktober,
1 november, 2 november en 11 november 2024. De uitslagen van deze urinecontroles waren negatief.
 
Inhoudelijke beoordeling
De beklagcommissie kan geen oordeel geven over het door de inrichting gehanteerde systeem, dat via een computer en op basis van willekeurige steekproeven (‘at random’) de verpleegden selecteert voor een urinecontrole. Desalniettemin kan de beklagcommissie wel oordelen dat de uitkomst van dit systeem, in combinatie met de omstandigheden, als disproportioneel dient te worden beschouwd.  
 
In onderhavig geval oordeelt de beklagcommissie als volgt.
Er is geen reden om aan te nemen dat het viermaal controleren in twaalf dagen tijd noodzakelijk was in het belang van de handhaving van de orde of de veiligheid in de inrichting. Te meer gelet op het feit dat de urine van klager in drie aaneengesloten dagen driemaal is gecontroleerd. De urinecontrole op 31 oktober 2024 betrof een ad random controle. Op 1 november 2024 is aan klager een extra urinecontrole aangezegd, omdat hij ‘’vrolijk gedrag’’ zou vertonen en dit een verandering in houding zou zijn. Op het signaleringsplan van klager ten aanzien van middelengebruik is onder groen opgenomen ‘’Ik lach veel, doe mijn taken en volg mijn programma. Ik neem initiatief en zorg voor een positieve sfeer op de groep’’. De beklagcommissie acht het dan ook niet navolgbaar waarom klager vanwege het enkele feit dat er mogelijk drugs in de kliniek binnen zouden komen en dat klager vrolijk gedrag vertoonde een urinecontrole is aangezegd. Vervolgens is klager op 2 november 2024 opnieuw aan een urinecontrole onderworpen vanwege signalen dat er mogelijk zeer gevaarlijke drugs binnen de kliniek aanwezig zouden zijn. Het is niet duidelijk geworden waarom specifiek het vermoeden bestond dat klager onder invloed zou zijn van gedrag-beïnvloedende middelen. Bovendien is niet weersproken dat op 2 november 2024 de uitslag van de urinecontrole van 31 oktober 2024 reeds negatief retour zou zijn gekomen. De beklagcommissie is in onderhavig geval van oordeel dat de urinecontroles op basis van dit systeem, in combinatie met de twee urinecontroles op indicatie, in onderhavig geval als disproportioneel beschouwd dienen te worden. De beklagcommissie neemt hierbij in aanmerking dat het onweersproken is dat klager sinds januari 2024 geen positieve urinecontrole meer heeft gehad. Deze omstandigheid had het hoofd van de kliniek dienen mee te wegen bij de beslissing om klager in een korte tijd aan meerdere urinecontroles te onderwerpen. De beklagcommissie zal de klacht van klager dan ook materieel gegrond verklaren. Gelet op het ongemak dat klager heeft gehad, zal een tegemoetkoming van €15,- worden toegekend.
 
In de aanvulling op de klacht benoemt de advocaat dat klager op 23 en 24 december 2024 eveneens twee urinecontroles heeft gehad. De kliniek heeft aangegeven dat op die data geen urinecontroles aan klager zijn aangezegd. De advocaat heeft dat ter zitting niet weersproken. De beklagcommissie zal deze data dan ook verder buiten beschouwing laten.
 
De beklagcommissie stelt voorts vast dat niet is gebleken dat de reden voor de urinecontroles van 11 november 2024, namelijk op basis van het ad random systeem, aan klager kenbaar is gemaakt. Dat is in strijd met vaste rechtspraak.[1] Ten aanzien van de overige data, ziet de beklagcommissie geen reden om te twijfelen aan de verklaring van kliniek dat de reden aan klager kenbaar is gemaakt. De beklagcommissie zal de klacht ten aanzien van 11 november 2024 formeel gegrond verklaren en een tegemoetkoming van €7,50 toekennen.
 
BESLISSING
De beklagcommissie verklaart het beklag gegrond en stelt een tegemoetkoming vast van €22,50.


Aldus gedaan door mw. mr. A.J. van der Velden, voorzitter van de beklagcommissie, mw. J. Helmer en dhr. mr. K.G. van de Streek, leden van de beklagcommissie, bijgestaan door mw. mr. M.D. Lodewijk, secretaris en ondertekend door de voorzitter en de secretaris, op 26 mei 2025.
 


[1] RSJ 15 november 2013, 13/2287/GA