Sla inhoud over

KC 2025/014

Datum uitspraak:
27/05/2025
Samenvatting:
Klager beklaagt zich erover dat hij zijn studie via de LOI niet kan voortzetten omdat de website van LOI is verwijderd van de landelijke whitelist. Volgens klager is dit niet alleen een algemene regel, maar ook een individuele beslissing van de directeur om voor hem geen uitzondering te maken of alternatief te bieden. De beklagrechter erkent de vervelende situatie voor klager en waardeert zijn constructieve houding. Toch oordeelt de rechter dat de klacht in wezen is gericht tegen een algemene regel, die voor alle gedetineerden geldt. En dat deze regel niet strijdig is met hogere wet- en regelgeving. Er blijkt bovendien niet dat klager een concreet, gemotiveerd verzoek tot uitzondering heeft ingediend, noch dat de directie zo’n verzoek heeft afgewezen. De beklagrechter verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn klacht. De RSJ heeft het beroep ongegrond verklaard.
Uitspraak:
UITWERKING MONDELINGE UITSPRAAK  DE BEKLAGCOMMISSIE VAN DE COMMISSIE VAN TOEZICHT BIJ PENITENTIAIRE INRICHTING NIEUWEGEIN
 
 
1.     De procedure
De alleensprekende beklagrechter heeft kennisgenomen van de klacht van:
 
[…], verder te noemen klager.
 
Klager wordt bijgestaan door dhr. mr. S.T. van Berge Henegouwen.
 
De klacht is gericht tegen de omstandigheid dat klager niet verder kan met zijn studie via Leidse Onderwijsinstellingen (LOI).
 
De directeur heeft schriftelijk gereageerd. Klager en zijn raadsman hebben een kopie daarvan ontvangen.  De klacht is behandeld op de beklagzitting van 13 februari 2025, in PI Nieuwegein, waarbij aanwezig waren:
-       klager;
-       de waarnemer van klagers raadsman, mw. mr. E. Barten;
-       plv. vestigingsdirecteur, dhr. […]
-       juridisch medewerker PI Nieuwegein, mw. mr. […]
 
De beklagrechter heeft kennisgenomen van de in bijlage 1 genoemde informatie.
 
2.     De standpunten in de beklagprocedure
Het standpunt van klager
Voor het standpunt van klager wordt verwezen naar de klacht. Klager vult hier ter zitting op aan dat hij in oktober 2023 vanuit detentie is begonnen met een studie via LOI. Hij was zich aan het oriënteren en is naar aanleiding van een aanbod via Onderwijs een contract aangegaan met LOI. Klager besteedde hiervoor 8 uur per week in het onderwijslokaal en de overige uren studeerde hij in zijn cel. Het gaat om een driejarige voltijdsstudie die je binnen zes jaar moet afronden. Op zijn cel beschikte klager niet over een laptop, maar hij kon wel dagelijks printen, opdrachten maken en inleveren enzovoorts.
 
Op 5 december 2024 kreeg klager de mededeling dat de website van LOI van de whitelist af werd gehaald wegens veranderd (landelijk) beleid. Vanaf dat moment probeert klager op eigen initiatief te regelen dat hij verlofmomenten kan gebruiken om zijn studie voort te zetten. Sinds het moment dat klager noodgedwongen niet verder kan gaan met zijn studie moet hij wel maandelijks doorbetalen aan LOI. Als hij daadwerkelijk stopt met zijn studie is hij de € 4.085,00 die hij tot nu toe heeft betaald kwijt. Klager wil dat hij door kan gaan met zijn studie of schadeloos wordt gesteld.
 
Het standpunt van de directeur
Voor het standpunt van de directie wordt verwezen naar het verweerschrift. De directie vult hierop aan dat voorop wordt gesteld dat het een heel vervelende en onwenselijke situatie is voor klager, maar dat de problemen rondom de chatfunctie van LOI en de beslissing om deze website van de whitelist af te halen buiten de macht van de directeur liggen. Op het moment dat deze landelijke beslissing werd genomen is klager hier direct over geïnformeerd. Er is contact met DJI om te laten weten dat de directeur de huidige situatie niet wenselijk vindt voor de gedetineerden die via LOI studeren. Er is bijvoorbeeld geopperd om afspraken te maken met LOI over een portaal voor gedetineerden zonder de chatfunctie. Afdeling D&R is hier druk mee bezig, maar tot op heden is het nog niet gelukt een oplossing te realiseren. De insteek is dat klager zijn opleiding binnen de PI kan hervatten zodra er een omgeving komt waar de chatfunctie niet beschikbaar is.
 
3.     De beoordeling
Waarover kan worden geklaagd?
Allereerst moet beoordeeld worden of klager kan worden ontvangen in zijn beklag. Op grond van artikel 60, eerste lid, kan een gedetineerde bij de beklagcommissie klagen over een door of namens de directeur genomen beslissing die hem betreft. Uit de jurisprudentie van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming volgt dat tegen een algemene regel in beginsel geen beklag open staat, tenzij die regel in strijd is met hogere wet- of regelgeving.[1]
 
Namens klager wordt gesteld dat de klacht niet ziet op het landelijke besluit om LOI van de whitelist te verwijderen an sich, maar dat de klacht zich richt tegen de beslissing om voor klager geen uitzondering te maken of tot een alternatief te komen. Dat is volgens klager wel een beslissing van de directeur die beklagwaardig is.[2] Klager ontvangt bijvoorbeeld geen compensatie voor de maanden dat hij nu niet kan studeren, terwijl hij wel collegegeld betaalt.
 
De beklagrechter stelt voorop dat de huidige situatie zeer vervelend is voor klager. Hij kan op dit moment niet studeren, terwijl hij wel collegegeld moet betalen. De beklagrechter ziet dat klager inspanningen verricht om bijvoorbeeld via verlofaanvragen tot een oplossing te komen en zijn studie voort te zetten. De beklagrechter volgt echter niet het standpunt van de klager dat de klacht niet zou zijn gericht tegen de algemene regel, maar tegen de afwijzing van de directeur om voor klager een uitzondering te maken op die regel. In de klacht staat vermeld dat de website van LOI niet meer toegankelijk is, waardoor klager niet meer verder kan met zijn studie. Uit de stukken of het verhandelde op zitting blijkt niet dat klager een gemotiveerd verzoek heeft gedaan richting de directie om voor hem een uitzondering te maken en dat de directie dit verzoek zou hebben afgewezen. Ten overvloede merkt de beklagrechter op dat zij ziet dat de directie inspanningen verricht door de kwestie via de afdeling D&R aan te kaarten bij DJI om zo tot een oplossing te komen met LOI. De beklagrechter hoopt eveneens dat een landelijke oplossing gevonden wordt, omdat het volgen van onderwijs voor gedetineerden goed is voor de re-integratie in de samenleving. Verder complimenteert de beklagrechter de klager met zijn constructieve opstelling, die niet is gericht op conflict, maar op het vinden van een daadwerkelijke oplossing.
 
De beklagrechter is alles overwegende van oordeel dat de klacht zich richt tegen een algemene regel die geldt voor alle gedetineerden, namelijk het verwijderen van de website van LOI van de landelijke whitelist. Niet is gebleken dat deze algemene regel in strijd is met hogere wet- of regelgeving. Er staat daarom geen beklag open. De beklagrechter zal klager niet-ontvankelijk verklaren in zijn klacht. Dit betekent dat de beklagrechter de klacht niet inhoudelijk zal behandelen.
 
4. De uitspraak
De beklagrechter verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn klacht.
 
Deze uitspraak is gedaan op 13 februari 2025 door mw. mr. T.M. de Groot, beklagrechter, bijgestaan door mw. mr. M.B. Jong, secretaris, en ondertekend op 3 maart 2025.
 
 


[1] RSJ 3 juni 2019, R-18/2264/GA
[2] Vgl. RSJ 15 oktober 2023, 23/33291/GA.
 
 
De RSJ heeft het beroep onder kenmerk 25/46592/GA op 7 mei 2025 ongegrond verklaard.