Opnieuw zoeken

Sla inhoud over

KC 2025/020

Datum uitspraak:
25/08/2025
Artikel:
artikel 37 Bvt
Samenvatting:
Klager klaagt dat er geen geschikte bezoekruimte is om omgang met zijn kind te hebben. Er is geen familiekamer in de kliniek beschikbaar, daarom vindt het bezoek van klagers zoon plaats in een andere ruimte zoals de dramaruimte of de bibliotheek. De verpleegde heeft op grond van artikel 37 lid 1 Bvt het recht om ten minste gedurende een uur per week op in de huisregels vastgestelde tijden en plaatsen bezoek te ontvangen. In hoofdstuk 7 van de Huisregels Oostvaarderskliniek staat genoteerd dat bezoek van minderjarigen alleen mag plaatsvinden in de familiekamer. De beklagcommissie stelt vast dat ondanks het feit dat de Huisregels dit voorschrijven, niet is voorzien in een familiekamer. Door het gebrek aan een familiekamer wordt klager beperkt in zijn mogelijkheid om bezoek te ontvangen. Een bibliotheek of dramaruimte is niet op dezelfde wijze ingericht als een familiekamer en kan zodoende niet voldoen aan de pedagogische vereisten die worden gesteld. De klacht van klager is dan ook gegrond. De beklagcommissie kent een tegemoetkoming toe van €50,-.
Uitspraak:
DE BEKLAGCOMMISSIE UIT DE COMMISSIE VAN TOEZICHT BIJ FPC DE OOSTVAARDERSKLINIEK TE ALMERE

Beslissing van de beklagcommissie uit de commissie van toezicht bij het FPC Oostvaarderskliniek, inzake het klaagschrift van:
 
[…], verder te noemen klager.
 
Het klaagschrift is gericht tegen: de omstandigheid dat er geen geschikte bezoekruimte is om omgang met zijn kind te hebben.
Klager wordt in deze bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. D.N.A. Brouns.
 
Het hoofd van de inrichting heeft schriftelijk gereageerd en klager heeft van deze reactie kennis kunnen nemen.
 
De klacht is behandeld ter zitting van 23 juni 2025 in het bijzijn van klager en zijn raadsvrouw en namens de inrichting […] (juridisch medewerkers). De beklagcommissie is ter zitting bijgestaan door mw. mr. M.D. Lodewijk (secretaris).
 
In het kader van de behandeling van deze klacht heeft de beklagcommissie kennisgenomen van de volgende informatie:
  • het klaagschrift gedateerd 27 december 2024 en ontvangen op 10 januari 2025;
  • de aanvulling op het klaagschrift gedateerd 1 maart 2025 en ontvangen op 11 maart 2025;
  • het directiecommentaar ontvangen op 11 juni 2025;
  • het verhandelde ter zitting van 23 juni 2025.

Deze stukken worden als ingevoegd beschouwd.

 
Standpunt klager
Voor het standpunt van klager wordt verwezen naar de klacht en de aanvulling daarop. Ter zitting heeft klager hier het volgende aan toegevoegd.
 
De kliniek is niet betrokken bij de vaders die er verblijven. Er is mij verteld dat er een familieruimte aanwezig is waar mijn zoon mij kan bezoeken. Dit bleek de dramaruimte te zijn, maar het volstond. Nu kan hij mij enkel bezoeken in de bibliotheek. Er is mij beloofd dat er een familiekamer zou komen, maar deze is er tot op heden niet. Klager vraagt zich af waarom hij niet in de woonunit bezoek kan, nu deze vrijwel altijd leeg staat. Klager is tijdens het bezoek nu bezig met voorkomen dat zijn zoontje zich geen pijn doet in de bibliotheek en niet in aanraking komt met pornografisch materiaal, waardoor hij niet kan focussen op het versterken en onderhouden van de onderlinge band.
 
Standpunt kliniek
Voor het standpunt van de directie wordt verwezen naar het verweerschrift. Ter zitting heeft de directie hier het volgende aan toegevoegd.
 
De directie benadrukt dat een prettige omgang tussen klager en zijn zoon belangrijk is. Desondanks verzoekt zij om een gegrondverklaring. Klager is niet beperkt in zijn recht op bezoek. Het is bekend dat de bibliotheek niet geschikt is als ruimte. Er is een projectgroep familiekamer die onderzoekt waar deze het beste gehuisvest kan worden. Duidelijk is dat de woonunit ongeschikt is, omdat deze altijd beschikbaar moet zijn voor dingende situaties. Op de vraag van de voorzitter of de kliniek op het moment beschikt over een familiekamer geeft de directie aan dat zij niet beschikt over een familiekamer. Het is onduidelijk wanneer er weer een familiekamer beschikbaar is. Voorheen werd het dramalokaal gebruikt als familiekamer, momenteel is dat de bibliotheek. 
 
Beoordeling
De ontvankelijkheid
Op grond van artikel 56 lid  onder e van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) kan een verpleegde in beklag tegen een beslissing die een beperking inhoudt van het contact met de buitenwereld. De beklagcommissie is van oordeel dat klager in zijn beklag ontvangen kan worden, omdat zijn recht op het ontvangen van bezoek, te weten familiebezoek, door de beslissing van de kliniek beperkt wordt. Klager is dan ook ontvankelijk in zijn beklag.
 
Wat is er gebeurd?
Klager heeft sinds zijn binnenkomst in de Oostvaarderskliniek om de week op vrijdagmiddag drie uur bezoek van zijn zoontje. Dit bezoek vond tot eind december plaats in ruimte van de dramatherapie. Vanaf januari werd het dramatherapie weer gebruikt op vrijdagmiddag, waardoor het bezoek van klager en zijn zoon plaatsvond in de bibliotheek. Er is geen familiekamer in de kliniek beschikbaar.
 
De inhoudelijke beoordeling
De verpleegde heeft het recht ten minste gedurende een uur per week op in de huisregels vastgestelde tijden en plaatsen bezoek te ontvangen op grond van artikel 37 lid 1 Bvt. In hoofdstuk 7 van de Huisregels Oostvaarderskliniek staat genoteerd dat bezoek van minderjarigen alleen mag plaatsvinden in de familiekamer.
 
De beklagcommissie acht het zeer kwalijk dat binnen de Oostvaarderskliniek geen familiekamer is. De Bvt schrijft voor dat bezoek plaatsvindt op een in de huisregels vastgelegde tijd en plaats. Ondanks het feit dat in de Huisregels van de Oostvaarderskliniek is vastgelegd dat bezoek van minderjarigen enkel mag plaatsvinden in de familiekamer is hier niet in voorzien. Door het gebrek aan een familiekamer wordt klager beperkt in zijn mogelijkheid om bezoek te ontvangen. Een bibliotheek of dramaruimte is niet op dezelfde wijze ingericht als een familiekamer en kan zodoende niet voldoen aan de pedagogische vereisten die worden gesteld. De klacht van klager is dan ook gegrond. De beklagcommissie zal een tegemoetkoming toekennen van €50,-.
 
BESLISSING
De beklagcommissie verklaart het beklag gegrond en stelt een tegemoetkoming vast van €50,00.
 

Aldus gedaan door mw. mr. A.J. van der Velden, voorzitter van de beklagcommissie, mw. C.I. Linzel-de Vries en mw. mr. J.A. Neslo, leden van de beklagcommissie, bijgestaan door mw. R.M. Appels, secretaris en ondertekend door de voorzitter en de secretaris, op 25 augustus 2025.