Opnieuw zoeken

Sla inhoud over

KC 2022/009

Datum uitspraak:
20/12/2021
Artikel:
artikel 51 lid 1 sub a Pbw, artikel 50 lid 1 Pbw
Samenvatting:
Klager klaagt over een disciplinaire straf bestaande uit veertien dagen opsluiting in een strafcel wegens het bezit van een mobiele telefoon en een usb-kabel. Klager betwist niet het bezit van deze contrabanden, maar voert aan dat de opgelegde disciplinaire straf onredelijk en onbillijk is, aangezien hij lijdt aan een ernstige vorm van claustrofobie. De dag na de strafcelplaatsing heeft klager de psycholoog gezien en deze heeft geadviseerd dat hij zo kort mogelijk in de isoleercel moest verblijven. Klager is tijdens de strafcelplaatsing ook onder cameratoezicht geplaatst en heeft vervolgens afleiding in de vorm van krijtjes, boeken en later ook een tv gekregen. Uiteindelijk heeft klager zeven dagen in de isoleercel gezeten. Door de directie wordt niet ontkent dat klager lijdt aan een ernstige vorm van claustrofobie en dat dit bekend is bij de medische dienst en de psycholoog. De beklagrechter is van oordeel dat sprake is van een onredelijk strenge bestraffing en dat klager niet in een strafcel geplaatst had mogen worden. De beklagrechter overweegt daartoe dat uit de stukken niet blijkt dat alternatieven, zoals verblijf op eigen cel, zijn overwogen. Het beklag wordt gegrond verklaard en aan klager wordt een tegemoetkoming van € 87,50 (7 x €12,50) toegekend.
Uitspraak:

UITSPRAAK VAN DE BEKLAGCOMMISSIE VAN DE COMMISSIE VAN TOEZICHT BIJ

JUSTITEEL COMPLEX ZAANSTAD


De beklagrechter heeft kennisgenomen van de stukken in de beklag­zaak van […], – hierna klager – te weten:

  • een klaagschrift van 5 augustus 2021, ingediend door mr. V.S.J. Chorus;
  • een schriftelijke reactie van de directie, met bijlagen, van 31 augustus 2021;
  • een proces-verbaal van het rogatoir verhoor van klager in P.I. Nieuwegein van
    20 oktober 2021;
  • een schorsingsverzoek van 5 augustus 2021 en de uitspraak daarop van de voorzitter van de RSJ van 6 augustus 2021.


Het klaagschrift is behandeld op de digitale beklagzitting van 20 december 2021, waarbij namens de inrichting [...], plv. vestigingsdirecteur, en [...], juridisch medewerker, zijn gehoord. Klager en zijn raadsman waren niet aanwezig.


Standpunten

Standpunt klager

Klager klaagt over de disciplinaire straf van veertien dagen strafcel wegens het voorhanden hebben van een mobiele telefoon en een usb-kabel. Klager stelt dat de opgelegde disciplinaire straf onredelijk en onbillijk is, aangezien hij lijdt aan een ernstige vorm van claustrofobie. Dit is bekend bij de medische dienst en de psycholoog van JC Zaanstad. In het verleden heeft isolatie geleid tot zelfverminking, waardoor plaatsing in een strafcel voor hem onevenredig bezwarend is.


In aanvulling op het klaagschrift heeft klager tijdens het rogatoir verhoor gezegd:              
Ik mag gewoon niet in een strafcel worden geplaatst. Ik heb een paar keer in mijn jonge jaren iets meegemaakt in de ISO en sindsdien mag ik daar niet meer in. In mijn HVB-tijd heb ik in Nieuwegein gezeten, dat ging om dezelfde straf. Toen ben ik ook een keer in de ISO geplaatst, is de psycholoog gekomen en ben ik er per direct uitgehaald. Ik moest de straf toen uitzitten op mijn eigen cel, zonder persoonlijke spullen maar wel met telefoon en een tv.
In JC Zaanstad waren ze daarvan op de hoogte en toch heb ik die ISO-plaatsing gekregen. Doordat ik doordraaide in de ISO, heb ik ook geprobeerd mezelf iets aan te doen. Dit had nooit mogen gebeuren en het is de verantwoordelijkheid van JC Zaanstad. Elke psycholoog weet dat ik niet in de ISO mag zitten vanwege mijn eigen veiligheid. U vraagt of er tijdens de ISO-plaatsing in JC Zaanstad een psycholoog is langsgekomen. Ja, dat klopt. Zij heeft geadviseerd dat ik zo kort mogelijk in de ISO moest verblijven en dat ik in de ISO voldoende ontspanning moest krijgen. De directeur heeft toen gezegd dat ik toch in de ISO moet blijven, tot ik zou worden overgeplaatst. Dat heeft dus 7 tot 8 dagen geduurd. De psycholoog was het daar niet mee eens. Zij heeft geadviseerd dat ik er zo spoedig mogelijk uit zou worden gehaald. In JC Zaanstad zat ik op een speciale afdeling vanwege mijn claustrofobie. U geeft aan dat ik wel krijtjes heb gekregen, en boeken. Dat klopt inderdaad, maar dat is pas na een paar dagen gebeurd; volgens mij na drie of vier. De eerste dagen is er niets gebeurd. Ik ben eerst naar een reguliere ISO gebracht. Toen zijn er een aantal incidenten gebeurd en ben ik naar een andere ruimte gebracht, met cameratoezicht. Daarna heb ik krijtjes gekregen, maar dat werkt niet bij mij en dat weet de psycholoog ook. Ik heb echt afleiding nodig, zoals zappen op de tv. Na die krijtjes heb ik twee boekjes gekregen. Maar ook dat werkt niet, want zolang kan ik me niet concentreren. Na een aantal dagen heb ik een tv gekregen, maar op één zender afgestemd en zonder afstandsbediening. De psycholoog had wel geadviseerd dat ik een afstandsbediening zou krijgen. U vraagt of die maatregelen hebben geholpen? Nee, dat hebben ze niet. Tot de laatste dag ISO ben ik doorgedraaid. PIW’ers zijn ook een aantal keer de ISO ingevallen. Die directeur die mij deze sanctie heeft opgelegd, was nieuw en werkte daar een aantal weken. Elke andere directeur had een andere beslissing genomen, want die kenden mij al langer. Ik kreeg niet de mogelijkheid een andere directeur te spreken. Vervolgens is mij verteld dat ik naar Nieuwegein werd overgeplaatst, omdat ik daar een telefoon op cel heb en dat dus een fijne afleiding voor mij is. U vraagt of het klopt dat ik niet gelijk onder cameratoezicht ben geplaatst. Dat klopt, dat was niet direct. Eerst kwam, nadat ik een aantal uur in de ISO had gezeten, de psychiater langs, maar de psychiater is geen psycholoog. De psycholoog kwam pas de volgende dag en die adviseerde om mij er zo snel mogelijk uit te halen. Ik heb tevoren niet nagedacht dat ik een sanctie zou kunnen krijgen als ik een telefoon op cel had. Dat is mijn probleem: ik denk niet na over de gevolgen. Ik dacht alleen aan mijn re-integratie. Ik moest een aantal dingen regelen, zoals een verlofadres, etc. en dat was moeilijk. Daarom heb ik besloten een telefoon op cel te nemen. Want het is voor mij goed als ik zo snel mogelijk uit de gevangenis kom. Ook de psycholoog vindt dat.


De raadsman van klager heeft aanvullend aangevoerd:           
Klager heeft van 5 tot 12 augustus 2021 gezeten, dus in beginsel zeven dagen. Klager heeft een tv op cel gehad. Dus in eerste instantie denk je: voldaan aan redelijkheid en billijkheid en er wordt gewoon veertien dagen ISO opgelegd, wat vrij standaard is wanneer contrabande worden aangetroffen op cel. Vervolgens wordt er enigszins rekening gehouden met klager, want hij heeft uiteindelijk een tv op cel gehad. Dus dan denk je dat is voldaan aan de redelijkheid en billijkheid, maar dat is niet het geval. Klager zat op een speciale afdeling in JC Zaanstad en het was bekend dat hij niet in de ISO mag worden geplaatst. Ik begrijp dat een sanctie moet volgen, maar de sanctie die dan wordt opgelegd, is veertien dagen ISO. Ze erkennen ook dat ze oog hebben voor de toestand van klager, want ze plaatsen hem onder cameratoezicht. Maar dan alsnog? Als ze waarnemen dat er iets gebeurt en ze gaan naar binnen, zijn ze al te laat. Ze anticiperen er dus wel op en dat laat zien hoe ernstig het is. Er is niet gekeken naar alternatieven. Uiteindelijk hebben ze de duur van de ISO-plaatsing verkort, krijtjes gegeven en een televisie, maar er waren zoveel andere sancties mogelijk, die beter hadden gepast. Bijvoorbeeld uitsluiting, degradatie of de straf uitzitten op eigen cel. De situatie van klager wordt dus niet ontkend en zelfs onderschreven in het verweerschrift. De directie had dus niet in redelijkheid tot die beslissing kunnen komen. De compensatie in de vorm van korter in de ISO, krijtjes en de tv, is dan een doekje voor het bloeden. Er wordt gelijk gekozen voor de zwaarst mogelijke sanctie en dat is in het geval van klager echt onredelijk. Het voelt voor hem ook heel dubbel: hij is gestraft wegens het hebben van een telefoon op cel en wordt vervolgens overgeplaatst naar een inrichting, juist omdat hij daar een telefoon op cel heeft. Volledigheidshalve deel ik nog mee dat ook bezwaar is ingediend tegen die overplaatsing. Klager zat op een speciale afdeling in JC Zaanstad en die is er niet in Nieuwegein. Bovendien is klager naar aanleiding van deze straf ook nog gedegradeerd, en dan nog die dagen in ISO; dat is niet redelijk.

Standpunt directie

De directie heeft in een schriftelijke reactie de klacht gemotiveerd betwist en verzocht deze ongegrond te verklaren. Ter zitting heeft de directie toegelicht dat klager tijdens het horen heeft aangegeven dat hij niet in een strafcel geplaatst kan worden, omdat een strafcel hem verward maakt. Hij heeft toen niet aangegeven dat hij zichzelf iets wilde aandoen. Op advies van de psycholoog heeft klager middelen gekregen om te ontspannen, namelijk krijtjes en een boek. De psycholoog heeft niet geadviseerd dat klager direct uit de strafcel geplaatst moest worden. De straf van klager is na zeven dagen strafcel beëindigd wegens overplaatsing.  


Beoordeling

Op grond van artikel 51, eerste lid en onder a, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) kan de directeur wegens het begaan van feiten als bedoeld in artikel 50, eerste lid, van de Pbw (feiten die onverenigbaar zijn met de orde of de veiligheid in de inrichting, dan wel met de ongestoorde tenuitvoerlegging van de vrijheidsbeneming) een disciplinaire straf opleggen van opsluiting in een strafcel dan wel een andere verblijfsruimte, voor ten hoogste twee weken.


Klager is in beklag gegaan, omdat de directie hem een disciplinaire straf heeft opgelegd van veertien dagen strafcel, wegens het in bezit hebben van een mobiele telefoon en een usb-kabel. Klager geeft aan dat hij lijdt aan een ernstige vorm van claustrofobie en stelt dat dit bekend is bij de medische dienst en bij de psycholoog. Dit wordt door de directeur niet ontkent.


Hoewel het in bezit hebben van contrabande ongeoorloofd en strafwaardig gedrag is, is sprake van een onredelijk strenge bestraffing. Bij het opleggen van de straf is onvoldoende rekening gehouden met de omstandigheid dat klager in een medische situatie zat, die zorgelijk was. Klager had, gezien zijn ernstige vorm van claustrofobie, niet in een strafcel geplaatst mogen worden. Dat hij op een gegeven moment krijtjes, een boek en een tv heeft gekregen, doet hier niet aan af. Bovendien blijkt niet uit de stukken dat alternatieven zijn overwogen, zoals verblijf op eigen cel. Het beklag zal daarom gegrond worden verklaard.


Nu de rechtsgevolgen van de beslissing niet meer ongedaan kunnen worden gemaakt, komt klager een tegemoetkoming toe. Doordat hij uiteindelijk zeven dagen in een strafcel heeft doorgebracht, wordt de hoogte daarvan bepaald op € 87,50,- (7 dagen x € 12,50).


BESLISSING

De beklagrechter:

- verklaart de klacht gegrond;          
- stelt een tegemoetkoming vast van 87,50 euro.


Aldus gegeven op 20 december 2021 door mr. A.L. Diender, beklagrechter uit de Commissie van Toezicht bij het Justitieel Complex Zaanstad, bijgestaan door mr. N.L. de Groot, secretaris.