Opnieuw zoeken

Sla inhoud over

KC 2015/022

Datum uitspraak:
11/08/2015
Artikel:
56, 57 lid 3, 58 lid 3 Bvt
Samenvatting:
Klacht 1: Klager stelt dat hij per 1 april 2015 zijn e-smoker alleen nog in zijn kamer mag gebruiken. Hiermee stelt klager in zijn recht om hem toebehorende voorwerpen bij zich te hebben alsmede de tabakswetgeving. De beklagrechter oordeelt dat algemeen geldende regelingen niet beklagwaardig zijn, mits niet in strijd met hogere regelgeving. Hiervan is in dit geval geen sprake. Klacht 2: Klager stelt dat sprake is van een ongerechtvaardigde afzondering, omdat men vergeten is hem na de stafvergadering uit te sluiten. Het is de beklagrechter gebleken dat klager later is uitgesloten omdat de stafvergadering 10 minuten was uitgelopen en er sprake was van drukte op de afdeling. De beklagcommissie is van oordeel dat er geen sprake is van een beslissing als bedoeld in artikel 56 en 57 Bvt, nu klager niet in een recht is geschonden waardoor klager niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn beklag. Klacht 3: Klager stelt dat de kliniek zijn recht op contact met de buitenwereld en zijn recht op family life aantast door de wijze waarop de kliniek omgaat met het telefoonverkeer van buiten. De beklagcommissie stelt vast dat de klacht zich richt tegen de algemene situatie waarbij klagers recht op contact met de buitenwereld of family life in het geding zou kunnen komen. De beklagcommissie oordeelt dat er geen sprake is van een beslissing zoals bedoeld in artikel 56 Bvt, waardoor klager niet-ontvankelijk wordt verklaard in zijn beklag.
Uitspraak:

van de beklagcommissie uit de commissie van toezicht bij de [..], inzake het klaagschrift van:

[..]
, verder te noemen klager.

Het klaagschrift is gericht tegen:

-       Het verbieden van het gebruik van de e-smoker op andere plekken dan rookruimtes (klacht 1);

-       Het onterecht niet uitsluiten na de stafvergadering (klacht 2);

-       De schending van klagers recht op contact met de buitenwereld en family life door de wijze waarop met extern telefoonverkeer wordt omgegaan (klacht 3).


De directeur heeft schriftelijk gereageerd en klager heeft van deze reactie kennis kunnen nemen.


De klacht is behandeld ter zitting van 1 juli 2015 in het bijzijn van klager, zijn raadsman [..], de locatiemanager organisatie [..] en de juridisch medewerker [..].


In het kader van de behandeling van deze klacht heeft de beklagcommissie kennisgenomen van de volgende informatie:

-       klaagschrift, gedateerd 16 maart 2015, ingekomen bij het secretariaat op 25 maart 2015;

-       het directiecommentaar op het klaagschrift gedateerd en ingekomen bij het secretariaat op 25 juni 2015;

-       het verhandelde ter zitting van 1 juli 2015.


De beoordeling

Klacht 1
Artikel 56 Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) bepaalt tegen welke beslissing klager in beklag kan gaan.

Klager stelt dat hij per 1 april 2015 zijn e-smoker alleen nog in zijn kamer mag gebruiken, waarmee de het gebruik van een e-smoker gelijk wordt gesteld aan het roken van tabak. De e-smoker valt echter niet onder de tabakswet omdat het geen tabak betreft. De kliniek schendt hiermee klagers recht om hem toebehorende voorwerpen bij zich te hebben alsmede de tabakswetgeving.


De kliniek stelt zich op het standpunt dat klager niet-ontvankelijk is in zijn beklag nu er sprake is van een algemeen in de kliniek geldende regel. Er is derhalve geen sprake van een beslissing als bedoeld in artikel 56 Bvt. Voor het gebruik van de e-smoker gelden dezelfde regels als voor het roken van tabak, zoals dit inmiddels ook in alle overheidsgebouwen het geval is. Er geldt een rookverbod in de kliniek, met uitzondering van de voor roken aangewezen plekken. Ook mag op de patiëntenkamers gerookt worden, tenzij dit een gevaar oplevert voor de orde of de veiligheid in de kliniek. In de nieuwe huisregels van de kliniek is de regel betreffende e-smokers expliciet opgenomen.


De beklagcommissie is van oordeel dat per 1 april 2015 de regel is ingevoerd dat e-smokers alleen gebruikt mogen worden op de voor roken aangewezen plekken, waaronder de eigen kamer. Dit betreft een algemeen geldende regel in de kliniek. Deze regel is in de nieuwe huisregels, welke per 8 juli 2015 in werking treden, ook schriftelijk vastgelegd. Algemeen geldende regelingen zijn niet beklagwaardig, mits niet in strijd met hogere regelgeving. Hiervan is in dit geval geen sprake. Derhalve is er geen sprake van een beperking van enig recht waardoor klager niet-ontvankelijk is in zijn klacht.


Klacht 2

Artikel 56 Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) bepaalt tegen welke beslissingen klager beklag kan doen. Artikel 57 lid 3 Bvt bepaalt dat tegen een beslissing tot afzondering en de duur van de afzondering beklag open staat, nadat de afzondering twee dagen heeft geduurd.


Klager stelt dat men wederom vergeten was om hem uit te sluiten na de stafvergadering. Derhalve is er sprake van onrechtmatige afzondering.


De kliniek is van mening dat er geen sprake is van een beslissing als bedoeld in artikel 56 of 57 Bvt. Er is geen sprake van een beklagwaardige beperking van de bewegingsvrijheid. Klager wordt volgens de regels van de afdeling ingesloten op zijn kamer tijdens staftijd, doorgaans tussen 09.00 - 10.00 uur, omdat hij geen programma volgt. Op 13 maart 2015 is klager om 10.20 uur uitgesloten omdat de stafvergadering 10 minuten was uitgelopen en er sprake was van drukte op de afdeling.


De beklagcommissie is van oordeel dat er geen sprake is van een beslissing als bedoeld in artikel 56 en 57 Bvt, nu klager niet in een recht is geschonden waardoor klager niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn beklag.


Klacht 3

Artikel 56 Bvt bepaalt tegen welke beslissingen klager in beklag kan gaan. In artikel 58 lid 3 Bvt staat dat het klaagschrift zo nauwkeurig mogelijk de beslissing waarover wordt geklaagd en de redenen van het beklag vermeldt.


Klager stelt dat de kliniek zijn recht op contact met de buitenwereld en zijn recht op family life aantast door de wijze waarop de kliniek omgaat met het telefoonverkeer van buiten. Wanneer er iemand van buiten belt, dan verbindt de portier door met het personeel. Een groot deel van het personeel heeft de gewoonte, zonder te kijken of betreffende patiënt aanwezig is, door te verbinden met de telefoon in de keuken. Wanneer klager zich op de slaapafdeling bevindt, kan hij de telefoon niet horen. Hij is dan afhankelijk van het opnemen door een andere patiënt, die hem dan ook moet laten weten dat er telefoon voor hem is.


De kliniek stelt dat klager niet-ontvankelijk is, nu er geen sprake is van een beslissing van de kliniek. Klager klaagt over – niet beklagwaardig – handelen van de medewerkers van zijn behandelend team, waarmee geenszins inbreuk wordt gemaakt op de aan klager toekomende rechten ex artikel 38 lid 1 Bvt dan wel artikel 8 EVRM.


De beklagcommissie stelt vast dat er geen sprake is van een concrete situatie waarbij daadwerkelijk sprake is geweest van een schending van enig recht, althans klager heeft geen concrete beslissing of datum aan kunnen geven. De klacht richt zich tegen de algemene situatie waarbij klagers recht op contact met de buitenwereld of family life in het geding zou kunnen komen. De beklagcommissie is derhalve van oordeel dat er geen sprake is van een beslissing zoals bedoeld in artikel 56 Bvt, waardoor klager niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn beklag.


BESLISSING

De beklagcommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beklagen.


Aldus gedaan door mr. dr. [..], voorzitter van de beklagcommissie, [..] en [..], leden van de beklagcommissie, bijgestaan door [..], secretaris en ondertekend door de voorzitter en de secretaris, op              2015.