Opnieuw zoeken

Sla inhoud over

KC 2015/003

Datum uitspraak:
09/01/2015
Artikel:
60 lid 1 Pbw
Samenvatting:
Door het Operationeel Overleg worden gedetineerden, na een afgewogen besluitvorming, op de GVM-lijst geplaatst. Vervolgens vindt er een halfjaarlijkse toetsing plaats door het Operationeel Overleg. De directeur is op basis van de huidige wetgeving bij uitsluiting bevoegd tot het opleggen van maatregelen naar aanleiding van de plaatsing op de GVM-lijst. Ten aanzien van de genomen maatregelen dient de vestigingsdirecteur, gelet op de jurisprudentie van de Raad voor de Strafrechttoepassing en Jeugdbescherming, minimaal maandelijks een eigen belangenafweging te maken die dient te worden onderbouwd met schriftelijke verslaglegging en dient te worden getoetst op basis van voldoende inzichtelijke criteria. Het door de directeur overgelegde verslag van het horen van klager voldoet naar het oordeel van de beklagcommissie niet aan deze vereisten.
Uitspraak:

Beslissing van de beklagcommissie uit de Commissie van Toezicht bij bovenvermelde inrichting op het ingekomen klaagschrift van:

[..], verder te noemen klager, verblijvende in [..].

Procesgang
Op 10 december 2014 is bij de secretaris van de Commissie van Toezicht het klaagschrift van klager binnengekomen.
Op 29 december 2014 zijn de schriftelijke reacties van de inrichting binnengekomen.
Op 9 januari 2015 is de klacht behandeld ter zitting en heeft klager een pleitnota overgelegd van zijn advocaat mr. [..].

De klacht
Klager beklaagt zich over de verlenging van extra toezichtmaatregelen door de directie per 4 december 2014 in het kader van de tussentijdse (maandelijkse) toetsing van zijn plaatsing op de GVM-lijst met de status Hoog.

Het standpunt van de directie
In haar reactie stelt de directie dat de voortzetting van de toezichtmaatregelen noodzakelijk is vanwege de mogelijkheid om klager te monitoren met betrekking tot het eventueel voortzetten van crimineel handelen tijdens detentie. Het is nog vrij recent dat klager is veroordeeld voor voortgezet crimineel handelen tijdens detentie. De directie stelt dat de opgelegde maatregelen worden gedekt door haar beschikking van 21 november 2014 en legt, eerst ter zitting, alleen een verslag van het horen van klager over. Bovendien deelt de directie mede dat kort na deze toetsing is besloten om klager bezoekers toe te staan aan wie eerder de toegang werd ontzegd en dat de tweewekelijkse cel-inspectie is komen te vervallen. De directie verzoekt de klacht ongegrond te verklaren.

De beoordeling van de klacht
De beklagcommissie constateert dat door de directie alleen een verslag van het horen van klager is overgelegd en geen maandelijks toetsingsbesluit waaruit blijkt welke van de toezichtmaatregelen zijn opgelegd en waarom de opgelegde toezichtmaatregelen worden verlengd. Ook blijkt uit het overgelegde hoorverslag niet dat er een zelfstandige belangenafweging heeft plaatsgevonden waarbij de belangen van klager zijn meegewogen. Dit is in strijd met de systematiek van het beleid voor gedetineerden met een vlucht/maatschappelijk risico, zoals weergegeven in de circulaire van 13 oktober 2010. Door het Operationeel Overleg (O.O.) worden gedetineerden, na een afgewogen besluitvorming, op de GVM-lijst geplaatst op basis van informatie van het Grip, het Openbaar Ministerie, de penitentiaire inrichting waar de gedetineerde verblijft en/of op grond van andere relevante informatie. Daarbij wordt tevens het GVM-profiel Verhoogd, Hoog of Extreem toegekend. Na toekenning van het profiel vindt er een halfjaarlijkse toetsing plaats door het O.O.

De directeur van de inrichting is op basis van de huidige wetgeving bij uitsluiting bevoegd tot het al dan niet opleggen van de maatregelen die behoren bij het toegekende profiel. Ten aanzien van de genomen maatregelen dient de vestigingsdirecteur, gelet op de jurisprudentie van de Raad voor de Strafrechttoepassing en Jeugdbescherming, minimaal maandelijks een eigen belangenafweging te maken die dient te worden onderbouwd met schriftelijke verslaglegging en dient te worden getoetst op basis van voldoende inzichtelijke criteria. Het door de directeur overgelegde verslag van het horen van klager voldoet naar het oordeel van de beklagcommissie, niet aan deze vereisten.

De directeur legt, naar aanleiding van de beslissing van het O.O om een gedetineerde op de GVM-lijst te plaatsen, de bij het toegekende profiel behorende maatregelen op. Deze maatregelen worden opgelegd door middel van een beslissing die een looptijd heeft van een half jaar, en synchroon loopt aan de beslissing van het OO. Daarnaast dient de directie maandelijks een toetsingsbesluit te nemen waaruit blijkt dat zij klager heeft gehoord, alvorens een eigen belangenafweging te maken die is onderbouwd met schriftelijke verslaglegging en getoetst aan voldoende inzichtelijke criteria.

De beklagcommissie acht de klacht dan ook, gelet op artikel 68 lid 2a van de Pbw, formeel gegrond, nu het maandelijks toetsingsbesluit van de directie ontbreekt waaruit blijkt dat zij een zelfstandige belangenafweging heeft gemaakt waarbij de belangen van klager zijn meegenomen.

Nu er sprake is van een formele gegrondverklaring acht de beklagcommissie geen gronden aanwezig om een compensatie toe te kennen. 

De beslissing
De beklagcommissie verklaart de klacht op grond van artikel 68 lid 2a van de Pbw, formeel gegrond.

Aldus gedaan te [..] op [..] door mr. [..], voorzitter, [..] en [..], leden, in tegenwoordigheid van [..], secretaris.