Opnieuw zoeken

Sla inhoud over

KC 2010/022

Datum uitspraak:
29/03/2010
Artikel:
49 Bjj
Samenvatting:
Klager beklaagt zich er over dat hij een toetjes heeft gekregen waar varkensgelatine in zat. Klager mag vanwege zijn geloof geen varkensproducten. De directie verklaart dat klager zelf verantwoordelijk is voor wat hij eet. Klager had de mogelijkheid om een stuk fruit of een ander toetje te nemen. De beklagrechter is van oordeel dat zowel van klager als van de inrichting enige oplettendheid mag worden verwacht. De beklagrechter is voorts van oordeel dat de inrichting in strijd heeft gehandeld met art. 49 BJJ nu aan klager een verkeerd toetje is verstrekt. Beklag gegrond.
Uitspraak:

BEKLAGCOMMISSIE UIT DE COMMISSIE VAN TOEZICHT BIJ DE RIJKSINIRCHTING VOOR JEUGDIGEN DE [...] TE [...]

UITSPRAAK

Klachtnummer: [...]

De voorzitter van de beklagcommissie uit de commissie van toezicht bij de Rijksinrichting voor Jeugdigen de [...] te [...], heeft gelezen het klaagschrift, ingekomen bij de commissie van toezicht op 10 februari 2010, van de jeugdige:

verblijvende in bovenvermelde inrichting,

betreffende: verzorging.

De alleensprekend voorzitter zal overeenkomstig artikel 67, tweede lid van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (BJJ) het klaagschrift enkelvoudig afdoen.

1. Het verloop van de procedure
1.1
De voorzitter heeft, naast het klaagschrift, kennis genomen van de
volgende stukken:
- de schriftelijke reactie van d.d. 8 maart 2010 van [...] afdelingshoofd
1.2
De mondelinge behandeling van het klaagschrift vond plaats op 15 maart 2010. Daarbij waren aanwezig klager en namens de directeur dhr. [...]

2.    De standpunten
2.1. Het standpunt van klager
Zakelijk weergegeven klaagt klager over het feit dat hij op 5 februari 2010 een toetje heeft gekregen waar varkensgelatine in zat. Vanwege het geloof van klager mag hij geen varkensproducten eten.

Hiernaast heeft klager ter zitting zijn standpunt -zakelijk weergegeven- als volgt toegelicht:
Klager stelt dat hij het toetje wel eens eerder heeft gegeten maar toen niet wist dat er varkensgelatine in zat. Volgens zijn geloof is dat dan niet erg. Zodra hij gelezen had op de verpakking dat er varkensgelatine in verwerkt is heeft hij het niet meer gegeten. Klager heeft toen meteen een klacht ingediend.
Klager begrijpt dat de inrichting dit wellicht niet expres doet, maar dat zij in het vervolg wel op kunnen letten.
Klager had inderdaad de mogelijkheid om zelf een ander toetje te pakken.

2.2. Het standpunt van de directie
Zakelijk weergegeven heeft de directie in haar schriftelijk verweer het volgende naar voren gebracht:
Er is getracht uit te leggen aan klager dat varkensgelatine in veel producten is verwerkt en dus ook in dit toetje. De directie is van mening dat klager zelf verantwoordelijk is voor wat hij eet. Klager heeft het toetje dan ook niet opgegeten. Als vervanger had hij een stukje fruit kunnen nemen of een ander toetje.

Hiernaast heeft de directeur ter zitting zijn standpunt -zakelijk weergegeven-  als volgt toegelicht:
Klager verblijft op een 16+ groep. Die jeugdigen hebben ieder een eigen verantwoording. Na het voorval is tegen de groepsleiding wel gezegd dat ze er scherper op moeten letten. Het eten wordt aangeleverd via de keuken, maar jeugdigen moeten dit altijd zelf controleren.
Voor klager bestaat ook altijd de mogelijkheid om zelf fruit of een ander toetje te pakken.

3. De beoordeling
3.1
In artikel 49, eerste lid, Bjj is bepaald dat de directeur zorg draagt voor onder andere voeding, dan wel dat hem voldoende geldmiddelen ter beschikking worden gesteld om hierin naar behoren te voorzien.
In het derde lid is bepaald dat de directeur zorg draagt dat bij de verstrekking van voeding zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met de godsdienst of de levensovertuiging van jeugdigen.

3.2
De voorzitter is van oordeel dat de verstrekking van de juiste voeding de verantwoording is van de inrichting en in het bijzonder van de keuken en de groepsleiding. Zij dienen er voor te zorgen dat de voeding voor de jeugdigen voldoet aan de normen van artikel 49 Bjj. Niettemin acht de voorzitter denkbaar dat bij de verstrekking van bepaalde producten wel eens iets verkeerd gaat. Zoals in onderhavige klacht waarbij vast is komen te staan dat aan klager een toetje is verstrekt waarin varkensgelatine was verwerkt. Klager wil in verband met zijn geloof geen varkensproducten eten.
De voorzitter is echter ook van oordeel dat zowel van de directie (met name de keuken) als van klager enige oplettendheid mag worden verwacht op de "juistheid" van het voedsel. Klager heeft in onderhavige klacht ook een eigen verantwoordelijkheid.
Nu is geworden dat er aan klager een verkeerd toetje is verstrekt, is de voorzitter van oordeel dat de inrichting gehandeld heeft in strijd met artikel 49 Bjj. Het beklag wordt dan ook uiteindelijk gegrond verklaard.

4.   De beslissing                                                              
De voorzitter verklaart het beklag gegrond.
de voorzitter ziet geen reden voor compensatie, nu klager zelf aan de verpakking had kunnen zien dat in het bewuste toetje varkensgelatine was verwerkt.

Deze uitspraak is op 29 maart 2010 gegeven door mr. [...], voorzitter in tegenwoordigheid van mw. mr.  [...], secretaris.