Opnieuw zoeken

Sla inhoud over

KC 2010/009

Datum uitspraak:
14/01/2010
Artikel:
17, 31, 40, 42, 43, 52, 56, 57 Bvt en Regeling eisen persoonlijke verblijfsruimte TBS-inrichtingen
Samenvatting:
Het klaagschrift is gericht tegen: 1. het functioneren van de ventilatie in de kliniek; (ongegrond) 2. de hygiëne in de doucheruimte; (n-o) 3. de invulling van het dagprogramma en het behandelplan; (n-o) 4. het ontbreken van onderwijs; (gegrond, compensatie € 50,00) 5. het personeelsbestand; (n-o) 6. de screeningsprocedure van familie; (n-o) 7. het uitblijven van een financieel overzicht; (gegrond) 8. de afwezigheid van een imam en gebedsgelegenheid; (gedeeltelijk n-o, overige gegrond) 9. de afwezigheid van een bibliotheek; (gegrond) 10. de afwezigheid van een winkel; (gegrond) 11. het niet nakomen van afspraken door personeel; (n-o) 12. de gevolgen van het weigeren van luchten; (ongegrond) 13. het ontbreken van gelegenheid tot volledige inzage in de regelgeving; (ongegrond) 14. het ontnemen van klagers autonomie. (n-o) en de weigering om een pc op kamer te hebben (n-o)
Uitspraak:

DE BEKLAGCOMMISSIE UIT DE COMMISSIE VAN TOEZICHT BIJ FORENSISCH PSYCHIATRISCH CENTRUM […], […]

De beklagcommissie heeft kennis genomen van de op 09 november 2009 en 09 december 2009 bij het secretariaat ingekomen klaagschriften van:

Klager, verder te noemen klager,

Het klaagschrift […], gedateerd 4 november 2009, is gericht tegen:
1. het functioneren van de ventilatie in de kliniek;
2. de hygiëne in de doucheruimte;
3. de invulling van het dagprogramma en het behandelplan;
4. het ontbreken van onderwijs;
5. het personeelsbestand;
6. de screeningsprocedure van familie;
7. het uitblijven van een financieel overzicht;
8. de afwezigheid van een imam en gebedsgelegenheid;
9. de afwezigheid van een bibliotheek;
10. de afwezigheid van een winkel;
11. het niet nakomen van afspraken door personeel;
12. de gevolgen van het weigeren van luchten;
13. het ontbreken van gelegenheid tot volledige inzage in de regelgeving;
14. het ontnemen van klagers autonomie.

Het klaagschrift […], gedateerd 6 december 2009, is gericht tegen de beslissing van de directeur om klager niet toe te staan een pc op zijn kamer te hebben.

De directeur heeft schriftelijk op de klachten gereageerd. Klager heeft van deze reactie kennis kunnen nemen.

De klacht is behandeld ter zitting van 04 januari 2010 in bijzijn van klager en namens de directie mevr. […], juridisch medewerker en mevr. […], hoofd behandeling Hof 2.
Met bericht van verhindering was niet aanwezig mr. […], advocaat van klager.

Het standpunt van klager
[…]
Ten aanzien van 1.
Klager stelt dat het luchtaf- en aanvoersysteem van de kliniek niet werkt, waardoor de kamer van klager niet wordt geventileerd.
Ter zitting voegt klager hier aan toe dat hij ten gevolge van het ontbreken van goede ventilatie fysieke klachten ondervindt, zoals het gevoel moeilijk te kunnen ademen en een droge mond.
Ook de verwarming zou niet per kamer te regelen zijn, waardoor klager ’s avonds met de verwarming aan moet slapen, wat hij niet wil. Ook het personeel ondervindt hinder van deze problemen, zo is gebleken uit een overleg tussen personeel en de patiënten.
Klager zegt wel personeel van technische bedrijven voor het luchtaf- en aanvoersysteem in het pand gezien te hebben, maar geen resultaat te hebben bemerkt.

Ten aanzien van 2.
Klager stelt dat de douches onhygiënisch zijn nu de waterafvoer tussen de douches niet is gescheiden. Het water loopt derhalve van de ene douche over in de andere. Klager zou graag zien dat hier een afscheiding wordt geplaatst.

Ten aanzien van 3.
Klager stelt dat het dagprogramma van minimale omvang is. Ook vallen er vaak onderdelen uit zoals sport, waardoor de patiënten het de hele week moeten doen met CHV.
Klager stelt tevens dat zijn persoonlijke behandeling nog niet effectief gestart is.
Zijn advocaat, dhr. mr. […], voegt hier in zijn schrijven d.d. 31-12-2009 aan toe dat het gezien de recidive bij klager na een eerdere tbs van belang is dat bepaalde onderdelen in zijn behandeling, namelijk verslaving en agressie extra aandacht krijgen. De mogelijkheid om hier aan deel te nemen bestaat nog steeds niet. De therapieën waaraan klager tot op heden kan deelnemen zijn voor hem niet tot nauwelijks relevant.

Ten aanzien van 4.
Er wordt volgens klager geen onderwijs aangeboden en de werkzaal en tuinfaciliteiten zijn nog dicht. Klager zou worden opgeleid om computerproblemen te verhelpen, maar dit is nog niet gestart.
Klager zegt zeer gemotiveerd te zijn onderwijs te volgen.

Ten aanzien van 5.
Klager stelt dat te veel jong en ongekwalificeerd personeel werkzaam is in de inrichting, waaronder veel uitzendkrachten. Ook zou sprake zijn van onderbezetting, waardoor volgens klager de orde en veiligheid in het geding raken.

Ten aanzien van 6.
Klager stelt dat het screenen van familie te lang op zich laat wachten.

Ten aanzien van 7.
Klager stelt nog steeds niet te beschikken over een financieel overzicht, waardoor hij geen extra geld kan opnemen.

Ten aanzien van 8.
Klager stelt dat de inrichting niet wordt bezocht door een Imam en dat geen gezamenlijke gebedsruimte beschikbaar is waar hij met andere moslims kan samenkomen om te bidden.
Ter zitting voegt klager hier aan toe dat hij één maal een imam in de kliniek heeft gezien. De imam kwam voor een medepatiënt. Klager stelt dat de imam hem een hand gaf en daarna mededeelde dat hij weg moest, omdat hij voor de avondspits thuis wilde zijn.

Ten aanzien van 9.
Klager stelt dat geen bibliotheek in de kliniek aanwezig is.
Ter zitting voegt klager hier aan toe dat hij erkent dat inmiddels wel een bibliotheek aanwezig is, maar dat het geen bibliotheek te noemen is, aangezien hij klein is en klager niet kan vinden wat hij nodig heeft.

Ten aanzien van 10.
Klager stelt dat geen winkel in de kliniek aanwezig is.
Ter zitting voegt klager hier aan toe dat hij erkent dat de winkel inmiddels is geopend, maar hij vindt de winkel duur en voorzien van een zeer beperkt en niet passend assortiment.

Ten aanzien van 11.
Klager stelt dat afspraken door het personeel niet worden nagekomen.

Ten aanzien van 12.
Klager stelt dat hij onterecht wordt ingesloten in zijn kamer als hij weigert mee te gaan luchten.

Ten aanzien van 13.
Klager stelt geen volledige inzage te hebben in de regelgeving. Hij heeft nooit een kopie van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden zien liggen op de afdeling.

Ten aanzien van 14.
Klager stelt dat zijn autonomie hem is ontnomen.

[…]
Klager beklaagt zich over de beslissing van de directeur om klager niet langer toe te staan een PC op zijn kamer te houden.

Het standpunt van de directie

[…]
Ten aanzien van 1.
Ter zitting deelt de directie mede dat de problemen met het luchtaf- en aanvoersysteem erkend worden. Er zijn de afgelopen maand bijna dagelijks mensen aanwezig geweest om het probleem te verhelpen. Er blijft uitgekeken worden naar oplossingen, maar het blijft tevens een oud gebouw, waar een optimaal systeem niet mogelijk lijkt.

Ten aanzien van 2.
De directie stelt dat wordt gekeken naar de mogelijkheden van het plaatsen van een drempel tussen de douches. Op 27 november 2009 is bij het facilitair meldpunt aandacht gevraagd voor de situatie in de doucheruimtes.

Ten aanzien van 3.
Op 27 augustus 2009 is klager opgenomen in […]. De eerste acht weken van zijn verblijf heeft klager een oriëntatieprogramma kunnen volgen waarin verschillende therapieën werden aangeboden. Klager heeft weinig tot geen gebruik gemaakt van dit programma. Het streven is om begin 2010 een start te maken met de zorgprogramma’s verslaving en agressie. Vanaf 30 november is een pré-zorgprogramma aangeboden ter voorbereiding en motivatie van de zorgprogramma’s. Klager maakt hier weinig gebruik van.
Ter zitting voegt de directie hier aan toe dat erkend wordt dat er veel gaten vallen in het rooster. Echter, schoonmaken en koken zijn ook bezigheden die moeten worden gezien als onderdeel van het dagprogramma.

Ten aanzien van 4.
Ter zitting wordt door de directie erkend dat het onderwijs nog niet is gestart.

Ten aanzien van 5.
De directie stelt dat geen sprake is van onderbezetting. Slechts bij uitzondering is sprake van een minimale bezetting.

Ten aanzien van 6.
De directie stelt dat klager nooit heeft gemeld dat hij enig persoon gescreend wil hebben.

Ten aanzien van 7.
De reden dat klager zijn financieel overzicht nog niet heeft gekregen is gelegen in het feit dat de applicatie voor patiëntengelden nog niet werkt. Patiënten kunnen wel wekelijks geld opnemen. Extra geld opnemen kan echter niet, omdat het totale saldo niet bekend is. Inmiddels worden handmatige overzichten gemaakt van de geldstromen en het totale saldo. Op 12 november 2009 heeft klager een financieel overzicht ontvangen.

Ten aanzien van 8.
De directie stelt dat drie dagdelen per week een geestelijke verzorger beschikbaar is. Andere geestelijke verzorgers en/of humanistische raadslieden kunnen via de aanwezige geestelijke verzorger worden ingeschakeld voor maximaal 6 uur per week. Er zijn geen gebedsbijeenkomsten. […] en de manager behandeling zullen naar de mogelijkheden voor gebedsbijeenkomsten kijken.
Ter zitting voegt de directie hier aan toe dat […] zorg behoort te dragen voor de beschikbaarheid van een imam, maar dat de afspraken hieromtrent niet altijd worden nagekomen.
De afspraken staan echter op schrift dus er zal spoedig op worden aangedrongen dat de imam meer beschikbaar is.

Ten aanzien van 9.
De bibliotheek is inmiddels geopend.

Ten aanzien van 10.
De winkel is inmiddels geopend en goederen die niet in het assortiment zitten kunnen worden bijbesteld.

Ten aanzien van 11.
(Geen verweer geleverd.)

Ten aanzien van 12.
De directie stelt dat de patiënten nog niet zelfstandig naar de luchtplaats kunnen lopen. Daardoor moet de groepsleiding meelopen naar de wandelplaats. Het gevolg hiervan is dat patiënten die niet willen luchten, niet op de afdeling kunnen blijven omdat daar op dat moment onvoldoende personeel aanwezig is. Derhalve worden die patiënten ingesloten in hun kamer.

Ten aanzien van 13.
De directie stelt dat voor de patiëntenbibliotheek een exemplaar van het Handboek Rechtspositie TBS-gestelden is besteld. Verder staat er op de afdelingen een ordner met kopieën van onder andere de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden.
Ter zitting voegt de directie hier aan toe dat zij die kopieën al enkele weken geleden heeft verspreid over de afdeling.

Ten aanzien van 14.
(Geen verweer geleverd.)

[…]
De kliniekregeling schrijft voor dat een patiënt in beginsel geen eigen computer op zijn kamer mag hebben, tenzij hiervoor toestemming is verleend. Die toestemming is verleend, maar er is nu besloten een nieuw beleid te starten waarbij enkel nog sprake zal zijn van afdelingscomputers. Er is gekozen voor dit beleid om een beter toezicht op het computergebruik mogelijk te maken.
Per afdeling zullen er 3 computers geplaatst worden. Dat betekent 1 computer per 5 patiënten, waarop iedere patiënt zijn eigen account krijgt. Het leren omgaan met de computers zal hierdoor niet worden verwaarloosd, nu hieraan ook aandacht zal worden besteed tijdens het verlof.
Voor de patiënten die op dit moment een eigen computer op hun kamer hebben staan wordt nog gezocht naar een passende oplossing, waarbij ook valt te denken aan een financiële compensatie.

De beoordeling
Voorop wordt gesteld dat de beklagcommissie alleen een oordeel kan geven over de door de directie genomen beslissingen genoemd in de artikelen 56 of 57 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt).

[…]
Ten aanzien van 1.
De beklagcommissie stelt vast dat een patiënt op grond van artikel 7 lid 3 Regeling eisen persoonlijke verblijfsruimte TBS-inrichtingen het recht heeft op een persoonlijke verblijfsruimte die is voorzien van een ventilatiemogelijkheid waardoor op natuurlijke dan wel mechanische wijze lucht kan worden aan- en afgevoerd. Nu de klacht ziet op een eventuele inbreuk op dit recht is klager, gelet op artikel 56 lid 1 sub 3 Bvt ontvankelijk in zijn klacht.

De beklagcommissie stelt op grond van de stukken, hetgeen ter zitting is gebleken en eigen waarneming vast dat in de kliniek een mechanisch aan- en afvoersysteem van de lucht aanwezig is en dat dit tevens op natuurlijk wijze mogelijk is.
Hoewel de beklagcommissie constateert dat meerdere patiënten hinder ondervinden van de aanwezige ventilatievoorzieningen, is niet gebleken dat de aan- en afvoermogelijkheden van de lucht niet aan bepaalde minimumeisen voldoen.
Mede gelet op de mededeling van de directie dat zij er tot heden alles aan heeft gedaan om de ventilatiemogelijkheden te verbeteren en haar toezegging ook in de toekomst naar verbetering te zullen blijven streven, meent de beklagcommissie thans de klacht ongegrond te moeten verklaren.

Ten aanzien van 2.
De beklagcommissie stelt vast dat op grond van artikel 10 lid 2 Regeling eisen persoonlijke verblijfsruimte justitiële TBS-inrichtingen in voldoende mate sanitair aanwezig moet zijn in het pand, indien de persoonlijke verblijfsruimte hier niet zelf van is voorzien.
De beklagcommissie stelt tevens vast dat op grond van artikel 42 Bvt het hoofd van de inrichting zorg draagt dat de verpleegde in staat wordt gesteld het uiterlijk en de lichamelijke hygiëne naar behoren te verzorgen.

De beklagcommissie overweegt dat de zorgplicht zoals neergelegd in artikel 42 Bvt onder andere wordt betracht door te voldoen aan de eis van artikel 10 lid 2 Regeling eisen persoonlijke verblijfsruimte justitiële TBS-inrichtingen. Immers, er dient voldoende en adequaat sanitair aanwezig te zijn om de eisen van noodzakelijke hygiëne te kunnen voldoen.
De inrichting van de sanitaire voorziening betreft de wijze van betrachten van de in artikel 42 Bvt neergelegde zorgplicht.

De beklagcommissie overweegt dat de klacht de inrichting van de sanitaire voorziening en derhalve de wijze van betrachten van de zorgplicht van artikel 42 Bvt betreft. Hiertegen staat ingevolge eerdergenoemd artikel 56 lid 4 geen beklag open.
De beklagcommissie zal derhalve klager niet-ontvankelijk verklaren in zijn klacht op dit punt.

Wel merkt dat beklagcommissie op dat zij het initiatief van de directie om een oplossing te vinden voor het probleem zoals door klager aangekaart, waardeert.

Ten aanzien van 3.
De beklagcommissie stelt vast dat het klaagschrift op dit punt is gericht tegen het niet krijgen van een gerichte behandeling en een dagprogramma in de inrichting. Volgens vaste jurisprudentie van de beroepscommissie is een gestelde schending van de aan artikel 17 Bvt en artikel 43 Bvt te ontlenen rechten op behandeling en sociale verzorging alleen beklagwaardig als sprake is van het in het geheel niet betrachten van de in deze artikelen neergelegde zorgplicht.

Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting is niet aannemelijk geworden dat de inrichting klager in het geheel geen behandeling als bedoeld in artikel 1 onder u Bvt en geen dagprogramma heeft geboden. Om die reden kan niet worden geconcludeerd dat sprake is van het niet betrachten van de zorgplicht en moet de klacht worden opgevat als te zijn gericht tegen de wijze waarop het hoofd van de inrichting de in artikelen 17 Bvt en 43 Bvt neergelegde zorgplicht vorm en inhoud heeft gegeven. Daartegen staat ingevolge artikel 56, vierde lid, Bvt geen beklag open. De beklagcommissie is niet bevoegd te oordelen over de wijze waarop de inrichting een behandeling en het dagprogramma vorm geeft dan wel of in voldoende mate behandeling is aangeboden. Klager wordt derhalve niet-ontvankelijk verklaard in dit onderdeel van zijn klacht.

Ten aanzien van 4.
Op grond van artikel 43 lid 1 Bvt heeft iedere patiënt recht op vorming en onderwijs. Gelet op hetgeen bepaald in artikel 56 lid 1 sub d is klager derhalve ontvankelijk in zijn klacht op dit punt.
Nu klager in elk geval sinds 1 september 2009 in de inrichting verblijft en er tot op heden geen aanvang is gemaakt met het verzorgen van onderwijs overweegt de beklagcommissie dat dit een schending oplevert van bovengenoemd recht. De aanloopproblemen welke een nieuw opgerichte inrichting op haar weg vindt leveren thans geen rechtvaardiging meer op. De beklagcommissie verklaart derhalve het beklag op dit punt gegrond.

Compensatie
De beklagcommissie begrijpt dat de kliniek opstartproblemen ondervindt en neemt met genoegen kennis van de vorderingen en inspanning die de directie verricht ten einde het onderwijs te faciliteren. Echter de beklagcommissie overweegt tevens dat de rechten van klager onder alle omstandigheden moeten worden gewaarborgd, in het bijzonder waar het gaat om een fundamenteel recht als het recht op onderwijs.
De beklagcommissie bepaalt derhalve klager een compensatie moet worden toegekend ten bedrag van € 50,00.

Ten aanzien van 5.
De beklagcommissie stelt vast dat de manier, waarop de directie het personeelsbestand van de kliniek naar getal en niveau gestalte geeft geen voor de patiënten beklagwaardige beslissing in de zin van de artikelen 56 en 57 Bvt oplevert.
De beklagcommissie verklaart derhalve klager niet-ontvankelijk in zijn klacht op dit punt.

Ten aanzien van 6.
De beklagcommissie stelt vast dat de tijdsduur, gemoeid met het realiseren van een aangevraagde screening, geen beklagwaardige beslissing in de zin van artikel 56 en 57 Bvt betreft.
De beklagcommissie zal klager daarom ook in dit onderdeel van zijn klacht niet-ontvankelijk verklaren.

Ten aanzien van 7.
De beklagcommissie stelt vast dat op grond van artikel 45 Bvt en artikel 40 lid 2 Reglement verpleging ter beschikking gestelden (Rvt) het hoofd van de inrichting het eigen geld van de patiënten in beheer heeft, indien niet anders is bepaald in het verplegings- en behandelingsplan.
De beklagcommissie stelt vast dat noch gesteld noch gebleken is dat het beheer via een behandelplan reeds bij klager terecht gekomen is.
De beklagcommissie stelt vast dat krachtens artikel 40 lid 3 Rvt de patiënt die geen beheer heeft over zijn eigen geld, de beschikking heeft over een rekening-courant.
De beklagcommissie overweegt dat, om aan voornoemd recht vorm en inhoud te geven, het noodzakelijk is dat patiënt zicht heeft in die rekening-courant. De beklagcommissie stelt vast dat dit zo tevens is vastgelegd in artikel 6.10.5 van de kliniekregels van […]. Beslissingen met betrekking tot de inzage in die rekening-courant zijn derhalve beklagwaardig in de zin van artikel 56 lid 1 sub e Bvt.

Door klager is gesteld dat hij nog geen periodiek rekeningoverzicht met zijn totaal saldo heeft ontvangen en dat hij hiervan ongemak ondervindt. Nu dit door of namens het hoofd van de inrichting niet betwist is zal de beklagcommissie het beklag op dit punt gegrond verklaren.

Compensatie
Nu namens het hoofd van de inrichting de toezegging is gedaan dat klager zijn eerste rekening-overzicht in de tweede week van januari zal ontvangen en klager geen feitelijk financieel nadeel heeft ondervonden ten gevolge van het achterwege blijven van de financiële overzichten overweegt de beklagcommissie dat geen termen aanwezig zijn om klager compensatie toe te kennen.
Daarbij neemt de commissie in overweging het gegeven dat de directie de patiënten reeds een financiële compensatie heeft geboden voor de ongemakken die de patiënten hebben moeten ondervinden ten gevolge van de opstartproblemen van de kliniek.

Ten aanzien van 8.
De beklagcommissie stelt vast dat ingevolge artikel 40 lid 2 Bvt het hoofd van de inrichting zorg draagt dat voldoende geestelijke verzorging, die zoveel mogelijk aansluit bij de godsdienst of levensovertuiging van de verpleegden, beschikbaar is.

De beklagcommissie stelt vast dat ingevolge het eerste lid van genoemd artikel de patiënten recht hebben om hun godsdienst of levensovertuiging individueel of in gemeenschap met anderen te belijden en te beleven.

De klacht is gericht tegen de beperkte beschikbaarheid van de Imam.
De beklagcommissie overweegt dat ingevolge artikel 56, lid 4 Bvt geen beklag open staat tegen de wijze waarop het hoofd van de inrichting zorgplicht van artikel 40 lid 2 Bvt betracht.
De klacht is tevens gericht tegen het ontbreken van een gebedsruimte waar hij samen met andere moslims kan samenkomen en bidden. Deze stelling is door de directie niet weersproken. De beklagcommissie is van oordeel dat deze situatie een schending van het in artikel 40 lid 1 neergelegde recht op het belijden van godsdienst in gemeenschap oplevert.
De beklagcommissie zal klager ten aanzien van de beschikbaarheid van de imam niet-ontvankelijk verklaren in zijn klacht en zij verklaart de klacht ten aanzien van het ontbreken van een gebedsruimte gegrond.

Compensatie
Mede gelet op de toezegging van de directie dat in overleg met […] de mogelijkheden van een gebedsruimte worden onderzocht, overweegt de beklagcommissie dat geen termen aanwezig zijn om klager een compensatie toe te kennen.
Daarbij neemt de beklagcommissie in overweging het gegeven dat de directie de patiënten reeds financiële compensatie heeft geboden voor de ongemakken die de patiënten hebben moeten ondervinden ten gevolge van de opstartproblemen van de kliniek.

Ten aanzien van de punten 9 en 10.
De beklagcommissie stelt vast dat op grond van artikel 43 lid 2 Bvt en artikel 6.8.1 van de kliniekregels de directeur zorg dient te dragen voor de aanwezigheid van een bibliotheekvoorziening. Dit betreft derhalve een zorgplicht, waarvan de gestelde schending, op grond van vaste jurisprudentie van de beroepscommissie, beklagwaardig is als sprake is van het niet betrachten van de in deze artikelen neergelegde zorgplicht.
Op grond van artikel 6.7.1 van de kliniekregels is er een winkel in de kliniek aanwezig waar de patiënt zelf zijn eigen boodschappen kan doen. De beklagcommissie stelt vast dat de aanwezigheid van een winkel een recht betreft, en dat het niet-nakomen daarvan derhalve beklagwaardig is in de zin van artikel 56 lid 1 sub e Bvt.
Nu klager klaagt over de afwezigheid van deze voorzieningen is hij dan ook ontvankelijk in zijn klacht.

Uit de stukken en hetgeen verhandeld ter zitting is gebleken dat zowel de bibliotheek als de winkel ten tijde van het indienen van de klacht niet aanwezig waren.
De beklagcommissie overweegt dat dit respectievelijk het niet betrachten van een zorgplicht en de schendig van een recht oplevert en dat de klacht van klager op deze punten gegrond zal worden verklaard. Inmiddels heeft de inrichting dit verzuim goedgemaakt.

Compensatie
De beklagcommissie overweegt dat, nu de voorzieningen aanwezig zijn, klager geen compensatie toekomt.
Daarbij neemt de beklagcommissie in overweging het feit dat de directie de patiënten reeds financiële compensatie heeft geboden voor de ongemakken die de patiënten hebben moeten ondervinden ten gevolge van de opstartproblemen van de kliniek.

Ten aanzien van 11.
De beklagcommissie stelt vast dat ‘het nakomen van afspraken in het algemeen’ geen beklagwaardige beslissing in de zin van artikel 56 en 57 Bvt betreft.
De beklagcommissie verklaart klager dan ook niet-ontvankelijk in zijn klacht op dit punt.

Ten aanzien van 12.
De beklagcommissie stelt vast dat klager, in het kader van zijn bewegingsvrijheid, op grond van artikel 31 lid 2 Bvt het recht heeft om in totaal tenminste vier uren per dag samen met een of meer medeverpleegden door te brengen. Een beslissing betreffende dit recht op bewegingsvrijheid is krachtens artikel 56 lid 1 sub e beklagwaardig en klager is derhalve ontvankelijk in zijn klacht.
De beklagcommissie stelt vast dat klager, nadat hij weigerde om mee te gaan luchten, op zijn kamer werd geplaatst wegens het ontbreken van voldoende personeel op de afdeling.
De beklagcommissie overweegt dat gebleken noch gesteld is dat deze kamerplaatsing een beperking van het gegarandeerde recht op bewegingsvrijheid heeft opgeleverd, waarop klager ingevolge artikel 31 lid 2 aanspraak kan maken.
De beklagcommissie overweegt dat de beslissing van het hoofd van de inrichting om klager op zijn kamer te doen verblijven niet in strijd is met de wet en moet bij afweging van alle belangen niet als onredelijk of onbillijk worden geacht.[1]
De beklagcommissie overweegt dat zij de klacht ongegrond zal verklaren.

Ten aanzien van 13.
De beklagcommissie stelt vast dat op grond van artikel 52 lid 1 Bvt het hoofd van de kliniek zorg draagt dat de verpleegde schriftelijk en zoveel mogelijk in een voor hem begrijpelijke taal, op de hoogte wordt gesteld van zijn bij of krachtens deze wet gestelde rechten en plichten.

De beklagcommissie stelt vast dat op grond artikel 56 lid 4 geen beklag open staat tegen de wijze waarop het hoofd van de kliniek een bij of krachtens deze wet gestelde zorgplicht betracht. Echter volgens vaste jurisprudentie van de beroepscommissie staat wel beklag open tegen het niet betrachten van een dergelijke zorgplicht. Nu klager stelt dat de zorgplicht als bedoeld in artikel 52 lid 1 Bvt niet is betracht en dat hij derhalve ontvankelijk is in zijn klacht.

De beklagcommissie overweegt dat klager onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er geen gelegenheid bestond voor de patiënten om een schriftelijk exemplaar van de Bvt in te zien op de verschillende afdelingen in de kliniek. De beklagcommissie houdt hierbij rekening met het feit dat de directie ten stelligste beweert dat kopieën van de Bvt voor de patiënten voorhanden zijn.
De beklagcommissie zal daarom de klacht ongegrond verklaren.

Ten aanzien van 14.
De beklagcommissie stelt vast dat aan ‘het ontnemen van de autonomie’ van klager geen beklagwaardige beslissing ten grondslag ligt in de zin van artikel 56 en 57 Bvt.
De beklagcommissie verklaart klager niet-ontvankelijk op dit punt.|
[…]

Krachtens artikel 4.5.6 van de Kliniekregels FPC[...] is een persoonlijke computer op de kamer van een patiënt niet toegestaan, tenzij door het hoofd behandeling anders is bepaald.
Het bezit van een persoonlijke computer betreft derhalve geen recht. Een beslissing van de directeur van de inrichting met betrekking tot het bezit van een persoonlijke computer is niet beklagwaardig in de zin van de artikelen 56 of 57 Bvt. Het feit dat het bezit aanvankelijk werd toegestaan waarna de toestemming is ingetrokken maakt dit niet anders.
Derhalve overweegt de beklagcommissie dat klager niet-ontvankelijk zal worden verklaard in zijn beklag zoals genoemd onder 1.

De beklagcommissie merkt wel op dat zij het voornemen van de directie om de patiënten, die eerder toestemming hebben gekregen om een persoonlijke computer op hun kamer te hebben, enige vorm van compensatie te doen toekomen, op voorhand redelijk en billijk acht. Dit geldt in het bijzonder voor die patiënten die speciaal voor privé gebruik een persoonlijke computer hebben aangeschaft.

BESLISSING

[…]
De beklagcommissie verklaart het beklag ten aanzien van  1. ongegrond.
De beklagcommissie verklaart klager ten aanzien van   2. niet-ontvankelijk in zijn beklag.
De beklagcommissie verklaart klager ten aanzien van   3. niet-ontvankelijk in zijn beklag.
De beklagcommissie verklaart het beklag ten aanzien van  4. gegrond.
De beklagcommissie verklaart klager ten aanzien van   5. niet-ontvankelijk in zijn beklag.
De beklagcommissie verklaart klager ten aanzien van   6. niet-ontvankelijk in zijn beklag.
De beklagcommissie verklaart het beklag ten aanzien van  7. gegrond.
De beklagcommissie verklaart klager ten aanzien van   8. gedeeltelijk niet-ontvankelijk in zijn beklag en verklaart het beklag voor het overige gedeelte gegrond.
De beklagcommissie verklaart het beklag ten aanzien van  9. gegrond.
De beklagcommissie verklaart het beklag ten aanzien van 10. gegrond
De beklagcommissie verklaart klager ten aanzien van   11. niet-ontvankelijk in zijn beklag.
De beklagcommissie verklaart het beklag ten aanzien van  12. ongegrond.
De beklagcommissie verklaart het beklag ten aanzien van  13. ongegrond.
De beklagcommissie verklaart klager ten aanzien van   14. niet-ontvankelijk in zijn beklag.

[…]
De beklagcommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beklag.

Compensatie:
De beklagcommissie bepaalt dat klager € 50,00 wordt toegekend ten gevolge van de gegrondverklaring onder 4. van […].

Aldus gegeven door de beklagcommissie, mr. […] (voorzitter), mr. […] en mr. […] (leden), bijgestaan door mr. […] (secretaris) en ondertekend door de voorzitter en de secretaris, op 14 januari 2009.