Nieuwe uitspraken
KC 2025/021
Geplaatst: 11/11/2025
Klager maakt bezwaar tegen een opgelegde disciplinaire straf wegens het opdracht geven tot invoer van drugs via een medegedetineerde en tegen het opnemen en terugluisteren van zijn telefoongesprekken. De directie stelt dat gesprekken kunnen worden afgeluisterd gezien de orde en veiligheid binnen de inrichting en dat gesprekken binnen DCS standaard worden bewaard. Zij erkent dat er geen voorafgaande mededeling is gedaan. Met betrekking tot de disciplinaire straf oordeelt de commissie dat deze terecht is opgelegd, omdat uit het uitgeluisterde telefoongesprek volgt dat klager opdracht gaf tot invoer van drugs via een medegedetineerde. Dit telefoongesprek mag meewegen voor de straf, nu een vormverzuim niet tot bewijsuitsluiting hoeft te leiden. Wel is de straf onterecht met terugwerkende kracht opgelegd, waardoor het beklag formeel gegrond is. Over het opnemen en terugluisteren van de telefoongesprekken concludeert de beklagcommissie dat in de betreffende inrichting (beveiligingsniveau twee) geen wettelijke grondslag is voor het standaard opnemen van alle telefoongesprekken. Bovendien is klager niet geïnformeerd over het uitluisteren. De beklagcommissie is daarom van oordeel dat de directie niet aan de wettelijke vormvoorschriften voor het uitoefenen van toezicht op telefoongesprekken heeft voldaan. Dit onderdeel van het beklag wordt gegrond verklaard en er wordt een tegemoetkoming van €30 toegekend.
KC 2025/019
Geplaatst: 28/10/2025
Klager klaagt dat er vanwege personeelstekort verkorte dagprogramma’s zijn. De directie erkent dit en compenseert de verkorte dagprogramma’s met € 5,- per week voor iedere week waarin het wettelijk minimum per dag één of meerdere keren niet is gehaald. Conform artikel 22 Bjj geldt een wettelijk minimum per week van 77 uur en een wettelijk minimum per dag van 8,5 uur. De beklagcommissie stelt vast dat in de periode waar klager over klaagt de dagnorm, maar ook de weeknorm niet is gehaald. De vraag die in deze uitspraak centraal is gesteld is of klager naast compensatie voor het niet halen van de dagnorm recht heeft op meer compensatie in het geval dat de weeknorm (ook) niet is gehaald. De beklagcommissie verwijst in dit kader naar haar eerdere uitspraak onder kenmerk KC 2021/045 en constateert dat de verkorting van het programma bijna vier jaar later nog steeds van toepassing is. Er is dan ook sprake van een structurele tekortkoming en de beklagcommissie ziet hierin aanleiding om zowel de schending van de dag- als van de weeknorm mee te wegen bij het bepalen van de compensatie. Zij wijkt hiermee gemotiveerd af van de uitspraken die de RSJ tot op heden in dit kader heeft gedaan. De beklagcommissie verklaart het beklag gegrond en kent een tegemoetkoming toe van € 5,- per week, zijnde € 35,-. De beklagcommissie roept de RSJ op om ten aanzien van compensatie bij het schenden van de weeknorm een duidelijk kader te stellen dat landelijk kan worden gebruikt en roept de RJJI op om actief aan alle jongeren conform deze uitspraak op soortgelijke wijze te compenseren.
KC 2025/024
Geplaatst: 04/09/2025
Klager beklaagt zich allereerst over de afwijzing van zijn verzoek tot vaderkinddag, welke is afgewezen vanwege het ontbreken van de geboorteakte en het niet volgen van de juiste procedure. Klager vindt dat hij hierover te laat is geïnformeerd. De directie geeft aan dat de casemanager klager nog de kans heeft gegeven om de aanvraag aan te vullen, maar klager heeft dit niet meer gedaan. De beklagrechter oordeelt dat de afwijzing van de aanvraag begrijpelijk is en verklaart het beklag ongegrond. De tweede klacht betreft het omzetten van een belafspraak met zijn vader naar beeldbellen onder toezicht. Dit kwam in de plaats van klagers reguliere bezoekmoment. Klager weigerde het beeldbellen, omdat dit alleen met toezicht van de casemanager mogelijk was. De directie stelt dat klagers recht om 10 minuten per week te bellen niet is geschonden, aangezien klager zelf het beeldbellen met toezicht van de casemanager weigerde. De beklagrechter acht de aanvulling van klager ter zitting een ongeoorloofde uitbreiding van de eis. De beklagrechter oordeelt verder dat het recht op 10 minuten bellen per week niet is geschonden en verklaart het beklag ongegrond.
KC 2025/020
Geplaatst: 25/08/2025
Klager klaagt dat er geen geschikte bezoekruimte is om omgang met zijn kind te hebben. Er is geen familiekamer in de kliniek beschikbaar, daarom vindt het bezoek van klagers zoon plaats in een andere ruimte zoals de dramaruimte of de bibliotheek. De verpleegde heeft op grond van artikel 37 lid 1 Bvt het recht om ten minste gedurende een uur per week op in de huisregels vastgestelde tijden en plaatsen bezoek te ontvangen. In hoofdstuk 7 van de Huisregels Oostvaarderskliniek staat genoteerd dat bezoek van minderjarigen alleen mag plaatsvinden in de familiekamer. De beklagcommissie stelt vast dat ondanks het feit dat de Huisregels dit voorschrijven, niet is voorzien in een familiekamer. Door het gebrek aan een familiekamer wordt klager beperkt in zijn mogelijkheid om bezoek te ontvangen. Een bibliotheek of dramaruimte is niet op dezelfde wijze ingericht als een familiekamer en kan zodoende niet voldoen aan de pedagogische vereisten die worden gesteld. De klacht van klager is dan ook gegrond. De beklagcommissie kent een tegemoetkoming toe van €50,-.
