Sla inhoud over

Jurisprudentie sociale verzorging

Per 1 januari 2024 zal de jurisprudentie van de RSJ in het dossier niet meer worden geupdatet en per 1 juli 2024 zal deze volledig worden verwijderd. U kunt de jurisprudentiedatabank van de RSJ hiervoor raadplegen.

Jurisprudentie beroepscommissie 

RSJ 19 april 2019, S-19/1480/SGA
Verzoeker verbleef sinds 20 december 2018 op grond van artikel 43, derde lid Pbw bij Exodus. De directeur heeft beslist tot terugplaatsing van verzoeker naar aanleiding van een brief van de hoofddirecteur van DJI. Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter is de beslissing tot terugplaatsing als onredelijk of onbillijk aan te merken nu verzoeker niet is veroordeeld voor een gewelds- of zedenmisdrijf en - hoewel sprake is van een negatief van het OM - niet is gebleken dat destijds een verkeerde inschatting is gemaakt. In de beslissing ontbreekt bovendien een op verzoeker afgestemde belangenafweging. Schorsingsverzoek toegewezen.


RSJ 4 december 2018, R-18/1708/GV

Verzoek algemeen verlof. Behandelmogelijkheden binnen klinische setting zijn uitgeput. Klagers klinische verblijf is met onmiddellijke ingang beëindigd, omdat hij geen openheid van zaken geeft wat betreft de invulling van onbegeleide verloven, hij geen afstand van zijn criminele netwerk wil doen en bedreigingen jegens zijn behandelaars heeft geuit. Recidiverisico en risico op het zich onttrekken aan voorwaarden wordt als hoog ingeschat, het risico op letselschade wordt als gemiddeld ingeschat. Vanwege gebrekkig zelfinzicht kan een ambivalente houding t.a.v. behandeling en begeleiding ontstaan. Beroep ongegrond.

RSJ 1 februari 2017, 16/3213/GA
Klager onderging therapie verzorgd door De Waag. De hoofdbehandelaar van de p.i. heeft klager in een brief medegedeeld dat het contract met De Waag voor wat betreft de zorgverlening in het PPC niet langer verlengd zal worden en dat de medewerker van De Waag is verzocht indien dit geïndiceerd is passende vervolgzorg te regelen. Aangenomen moet worden dat de beslissing hiertoe door of vanwege directeur van de p.i. is genomen. Aansluitend is de behandelaar van klager de toegang tot de inrichting ontzegd. Ook hieraan moet, naar mag worden aangenomen, een beslissing door of vanwege directeur ten grondslag hebben gelegen. Gelet hierop heeft de behandelaar geen invulling kunnen geven aan het regelen van passende vervolgzorg. Beroep van klager gegrond, tegemoetkoming € 50,=.

RSJ 19 januari 2016, 15/3799/GB
Klager wenst in z.b.b.i. in Heerhugowaard te worden geplaatst i.v.m. regiobinding met Amsterdam, maar is in z.b.b.i. in Esserheem geplaatst. Deze beslissing verdraagt zich slecht met beleid om in eindfase van detentie meer gewicht toe te kennen aan regionalisering. Wachttijd in het westen echter twee keer zo lang. Beslissing daarom niet onredelijk. Beroep ongegrond.

RSJ 12 november 2015, 15/2527/GA

De beroepscommissie heeft eerder overwogen (onder meer RSJ 21 augustus 2014, 14/1296/GA) dat voorbereiding op de terugkeer in de maatschappij uitgangspunt dient te blijven gelden voor alle gedetineerden. De enkele omstandigheid dat een gedetineerde levenslang is gestraft kan dan ook niet redengevend zijn voor afwijzing van een verzoek om deelname aan resocialisatie-activiteiten, waaronder reclasseringscontact. In het onderhavige geval geldt dit, gelet op het feit dat klager in 2012 een gratieverzoek heeft ingediend, des te meer. De beroepscommissie verklaart het beroep daarom gegrond. Zij acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

RSJ 30 juli 2015, 15/1958/GB
Klagers risico's worden als hoog ingeschat en hij staat niet open voor behandeling en begeleiding. Enkel een weigering om mee te werken aan een TR-traject is onvoldoende, maar gelet op de negatieve adviezen van de reclassering en de inrichting heeft de selectiefunctionaris klagers verzoek tot deelname aan een p.p. in redelijkheid kunnen afwijzen. Beroep ongegrond.

RSJ 27 januari 2015, 14/2835/GA
Klager is niet gepromoveerd, omdat hij niet meewerkt aan de geïndiceerde gedragsinterventie. De gedragsinterventie werd geadviseerd t.b.v. de strafzaak en dateert van september 2013. Zonder nadere motivering kon o.b.v. dit verouderde advies niet beslist worden over promotie. Beroep gegrond, tegemoetkoming € 50,=.

RSJ 17 februari 2014, 13/3161/TA
De beroepscommissie stelt vast dat de medewerker van Gevangenenzorg niet behoort tot één van de in artikel 36, eerste lid, Bvt genoemde personen of instanties, van wie klager op grond van artikel 37, zevende lid, Bvt, bezoek mag ontvangen. De medewerker van Gevangenenzorg is geen reclasseringswerker of rechtsbijstandverlener en hij dient daarom voor de beoordeling van het beroep gelijkgesteld te worden met ieder andere bezoeker.

RSJ 28 mei 2013, 13/0750/GA
Klager is van mening dat het BSD traag te werk is gegaan door hem pas na enige tijd een verlofformulier te verstrekken. De beroepscommissie is van oordeel dat in dit geval geen sprake is van een beslissing door of namens de directeur als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Pbw.

RSJ 15 april 2013, 13/186/GA
De beroepscommissie begrijpt dat klager erover klaagt dat hij, ondanks meerdere ingevulde spreekbriefjes, niet, althans niet snel genoeg, is geholpen door de medewerker maatschappelijke dienstverlening. Klager klaagt er op 11 oktober 2012 over dat de medewerker maatschappelijke dienstverlening, ondanks diens toezegging daartoe, niet op 9 oktober 2012 is langsgekomen. Uit het klaagschrift van 14 november 2012 blijkt dat klager twee weken voor indiening van het klaagschrift een gesprek heeft gehad met de medewerker maatschappelijke dienstverlening. De beroepscommissie is van oordeel dat de termijn tussen het moment waarop klager het gesprek heeft aangevraagd en het moment waarop het gesprek heeft plaatsgevonden – voor zover die termijn op basis van deze klaagschriften kan worden vastgesteld – niet zodanig lang is geweest dat deze moet worden aangemerkt als onaanvaardbaar. Daarom is niet gebleken dat de directeur tekort is geschoten in zijn zorgplicht om sociale verzorging en hulpverlening in de inrichting aan te bieden.

RSJ 1 oktober 2012, 12/2748/GV
Het niet (of niet langer) deel willen nemen aan een TR-programma is geen zelfstandige grond voor afwijzing van een aanvraag algemeen verlof. De enkele vrees voor herhaling kan de bestreden beslissing niet dragen, enerzijds omdat een nadere onderbouwing ontbreekt en anderzijds omdat OM, politie en MDO positief hebben geadviseerd. Beroep gegrond en opdracht tot nieuwe beslissing.

RSJ 27 april 2012, 11/2810/GA
Aannemelijk is geworden dat bij de behandeling van klagers verzoek om strafonderbreking van onjuiste gegevens omtrent klagers titel in detentie is uitgegaan. Bovendien is onvoldoende zorgvuldigheid betracht, nu in ieder geval sprake is van twee verschillende versies van het inrichtingsadvies.

RSJ 12 maart 2012, 11/4273/GA
Verstrekken van onjuiste informatie door medewerker bsd aan de selectiefunctionaris omtrent klagers verlofaanvraag, is geen beklagwaardige beslissing als bedoeld in art. 60 van de Pbw. Indien het bsd is betrokken bij advisering aan selectiefunctionaris kan daarover mede geklaagd worden in het kader van een beroep als bedoeld in de artikelen 72 en 73 Pbw. Klager alsnog niet-ontvankelijk in beklag.