Sla inhoud over

Promoveren & Degraderen

Toetsingskader promoveren & degraderen

Op 1 oktober 2020 is het huidige (en een volgens DJI ten opzichte van het daarvoor geldende toetsingskader een verscherpter) toetsingskader in werking getreden. Dit toetsingskader is beschreven in de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (Rspog). In principe beslist de directeur over de promotie en degradatie van gedetineerden.[1] Bij promotie komt de gedetineerde terecht in het plusprogramma en bij degradatie verblijft de gedetineerde in het basisprogramma. Om te beoordelen of een gedetineerde voor promotie of degradatie in aanmerking komt, wordt gekeken naar het gedrag dat de gedetineerde vertoont. Het gedrag van de gedetineerde kan worden gekwalificeerd in drie categorieën: ‘gewenst gedrag’, ‘ongewenst gedrag’ en ‘ontoelaatbaar gedrag’ en in is beschreven in bijlage 1 en bijlage 2 bij de Rspog. Bij gedrag dat in de laatste categorie valt, wordt een gedetineerde direct gedegradeerd.[2]            

Eigen verantwoordelijkheid en maatwerk

Van gedetineerden worden verwacht dat zij zelf verantwoordelijkheid nemen voor hun re-integratie en resocialisatie. Inzet tonen is alleen niet voor alle gedetineerden even haalbaar. Denk hierbij aan gedetineerden met een licht verstandelijke beperking (lvb) of een psychiatrische stoornis. Om iedereen een eerlijke kans te bieden is de beoordeling van het gedrag een persoonsgerichte aanpak. Er wordt dus rekening gehouden met de beperkingen en persoonlijke situatie van een gedetineerde. Dit gebeurt al bij de intake bij binnenkomst in detentie en in het verlengde daarvan ook bij de vaststelling van het persoonlijke detentie- en re-integratieplan (D&R) van een gedetineerde. De doelen die in dit plan worden vastgelegd sluiten aan bij de situatie en mogelijkheden van de gedetineerde. Ook wordt aan een gedetineerde gerichte begeleiding en ondersteuning geboden als dat noodzakelijk is. Deze aanpak betekent dus dat alle gedetineerden die niet zijn uitgesloten van promotie en het plusprogramma op grond van artikel 1e Rspog, in aanmerking kunnen komen voor promotie naar het plusprogramma.[3] Met de uitspraak van 28 juni 2022 oordeelde de RSJ nog dat de enkele ontkenning van delict niet in de weg kan staan aan een verblijf in het plusprogramma.        

Dagprogramma’s

Basisprogramma

Het basisprogramma wordt in de regelgeving omschreven als het in de inrichting aangeboden dagprogramma.[4] Het basisprogramma bevat ongeveer 42,5 uur aan activiteiten per week  Er is geen avondprogramma en een beperkt weekendprogramma. Als er geen activiteiten zijn, verblijft een gedetineerde op cel. Een basisprogramma wordt aangeboden in zowel het huis van bewaring (hvb) als de gevangenis.[5] Dit betekent echter niet dat je niet in hvb kan promoveren en degraderen. Het toetsingskader wordt ook in het hvb gehanteerd en ook in het hvb kan dus worden gepromoveerd en gedegradeerd. In het hvb wordt ook al uitvoering gegeven aan het D&R-plan.[6] Wanneer een gedetineerde is gepromoveerd in het hvb en veroordeeld tot een gevangenisstraf, kan degene bij overplaatsing naar de gevangenis direct in het plusprogramma worden geplaatst.       

Plusprogramma

In de regelgeving wordt het plusprogramma omschreven als het in een gevangenis aangeboden programma bestaande uit de onderdelen van het basisprogramma, aangevuld met extra onderwijsfaciliteiten, gekwalificeerde arbeid of arbeid met meer vrijheden, gedragsinterventies, extra –re-integratieactiviteiten en de mogelijkheid om het tijdstip van deelname aan bepaalde activiteiten aan te geven.[7] Het plusprogramma bevat 48 uur aan activiteiten per week. Er is twee avonden per week een avondprogramma en in het weekend zijn extra activiteiten. Als er in de ochtend of middag geen activiteiten zijn, kan je als gedetineerde buiten je cel op de afdeling verblijven. Je wordt dus niet ingesloten zoals in het basisprogramma. Als er wel activiteiten zijn waar je niet aan deelneemt, wordt je wel ingesloten. In het plusprogramma is er dus de mogelijkheid om meer verantwoordelijkheden te krijgen. Ook kan je in het plusprogramma voorkeuren aangeven voor het moment waarop een aantal activiteiten wordt gepland, denk hierbij aan bezoek. Het plusprogramma wordt alleen aangeboden in de gevangenis en niet in het hvb.[8] Het deelnemen aan een plusprogramma is de eerste fase van interne detentiefasering. Het is onderdeel van het stap voor stap toewerken naar externe vrijheden in de vorm van verlof, plaatsing in een BBA of het penitentiair programma (pp). Bij de bepaling of een gedetineerde in aanmerking komt voor externe vrijheden wordt het gedrag tijdens de hele detentie meegewogen. Het is dus niet enkel voldoende om op het moment van overwegen gepromoveerd te zijn.[9] Met de uitspraak van 3 november 2021 heeft de RSJ geoordeeld dat een gedetineerde die was gepromoveerd naar het plusprogramma, maar die negen dagen heeft moeten wachten op een plek op een afdeling met plusprogramma een tegemoetkoming toe kwam van €2,- per dag.[10]          

Doelgroep van het toetsingskader

In beginsel vallen alle gedetineerden die binnenstromen in een huis van bewaring of gevangenis onder het toetsingskader. De volgende groepen zijn uitgesloten van het toetsingskader:

  • Invrijheidstelling nog voordat het tweede MDO plaatsvindt (9e/10e week);
  • Pre-ISD’ers: gedetineerden ten aanzien van wie het Openbaar Ministerie de ISD-maatregel vordert in de strafzaak;
  • ISD’ers: op deze afdelingen wordt op een andere manier het gedrag beoordeeld;
  • Gedetineerden die geplaatst zijn in een:
    • Uitgebreid Beveiligde Inrichtingen (UBI) = beheersproblematische gedetineerden (BPG) en de Terroristen Afdeling (TA);
    • Extra Beveiligde Inrichting (EBI);
    • Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) of het Justitieel Medisch Centrum (JMC).[11]

De Afdeling Intensief Toezicht (AIT) in PI Leeuwarden is niet uitgesloten van het toetsingskader.[12] Zie voor meer informatie over de AIT het dossier overplaatsing.          

Procedure

Bij binnenkomst in de inrichting vindt er een screening en intake (ISS) en een trajectgesprek plaats en wordt er gestart in het basisprogramma. Een uitzondering hierop zijn de zelfmelders, zie hiervoor het kopje ‘beoordelingscriteria’. Op basis van de intake wordt er in het eerste MDO (multidisciplinair overleg) binnen vier weken een D&R plan opgesteld.[13] In dit plan staan doelen en concrete acties waar de gedetineerde tijdens zijn detentie aan werkt.[14] Na vaststelling van het D&R plan in het eerste MDO volgen de gedragsrapportages van de verschillende disciplines in de inrichting. De disciplines die rapporteren zijn: mentor, casemanager, arbeidsmedewerker, onderwijsmedewerker, sportmedewerker en de trainer.[15] De MDO cyclus is telkens minstens zes weken, behalve bij lang- en levenslanggestraften. Bij hen is de cyclus elke drie maanden. Wanneer gesproken wordt van een langgestrafte, is niet nader gespecifieerd in de handleiding van het  toetsingskader en daarom onduidelijk.[16] Een gedetineerde kan promoveren indien er gedurende deze cyclus op alle onderdelen gewenst gedrag is vertoond. Het gedrag wordt gerapporteerd aan de hand van twee onderwerpen: ‘re-integratie en resocialisatie’ en ‘verblijf en leefbaarheid’. [17] In het MDO maken alle disciplines gezamenlijk een afweging op basis van alle rapportages. Indien een gedetineerde niet op alle vlakken gewenst gedrag vertoont, bestaat alsnog de mogelijkheid dat het MDO positief adviseert. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn indien de ontwikkeling van de gedetineerde overwegend positief is of omdat er vanuit de persoonlijke situatie van de gedetineerde begrip is voor het vertoonde ongewenste gedrag.[18] Het PMO (psycho medisch overleg) speelt hier een rol. Het PMO adviseert de directeur of er omstandigheden bekend zijn, over bijvoorbeeld een stoornis of een gebrekkige ontwikkeling, die invloed hebben op het gedrag van een gedetineerde. De psycholoog zit namens het PMO bij de inkomstenafdeling en de EZV in het MDO. In de andere gevallen kan de psycholoog op afroep of eigen initiatief aan het MDO deelnemen.[19] Op deze manier kan dus maatwerk worden geleverd. De mentor (PIW’er) informeert de gedetineerde over de uitkomst van de bespreking in het MDO.[20]      

Beoordelingscriteria promotie

Een gedetineerde wordt beoordeeld aan de hand van de beoordelingscriteria die zijn vermeld in de bijlagen van de Regeling spog. Bijlage 1 is voor reguliere gedetineerden en bijlage 2 is voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen die (in beginsel) verblijven in PI Ter Apel. Als een gedetineerde gedurende zes weken na begin detentie gewenst gedrag laat zien op de gebieden ‘verblijf en leefbaarheid’ en ‘re-integratie/resocialisatie’, komt hij of zij in aanmerking voor promotie.[21] De beslissingsbevoegdheid ligt volgens de Rspog bij de directeur en het MDO adviseert de directeur.[22] De beslissingen tot promotie en degradatie zijn echter geen voorbehouden beslissingen zoals bedoeld in artikel 5, vierde lid, van de Pbw. Dit betekent dat de directeur deze beslissingsbevoegdheid ook mag overdragen aan andere medewerkers van de inrichting, bijvoorbeeld het MDO. Iemand die zichzelf bij een inrichting meldt om zijn/haar straf te ondergaan (zelfmelder) wordt bij binnenkomst gepromoveerd.[23]

Bijlage 1 Regeling spog

Gewenst gedrag ‘re-integratie/resocialisatie’

Ongewenst gedrag ‘re-integratie/resocialisatie’

Ontoelaatbaar gedrag dat leidt tot directe degradatie

– Een gedetineerde doorloopt de benodigde screening/ diagnostiek en intake.

– Een gedetineerde werkt actief mee aan het opstellen van het eigen D&R-plan, met inbegrip van een plan van aanpak op de basisvoorwaarden.

– Een gedetineerde voert het D&R-plan uit.

– Een gedetineerde doorloopt niet de benodigde screening/ diagnostiek en intake.

– Een gedetineerde werkt niet mee aan het opstellen van het eigen D&R-plan, met inbegrip van een plan van aanpak op de basisvoorwaarden.

– Een gedetineerde voert het D&R-plan niet uit.

– Een gedetineerde keert verwijtbaar te laat of niet terug van verlof.

– Een gedetineerde brengt in de inrichting verboden goederen binnen, handelt daarin of heeft deze in bezit.

– Een gedetineerde gedraagt zich fysiek agressief of bedreigt personeel of een medegedetineerde ernstig.

– Een gedetineerde ontvlucht de inrichting, dan wel onderneemt een poging daartoe.

– Een gedetineerde wordt vervolgd voor het in detentie plegen dan wel medeplegen van een misdrijf.

– Een gedetineerde gebruikt alcohol drugs, of weigert een drugstest af te nemen of fraudeert bij het afnemen van de test.

Gewenst gedrag ‘verblijf en leefbaarheid’

Ongewenst gedrag ‘verblijf en leefbaarheid’

– Een gedetineerde werkt mee aan het dagprogramma.

– Een gedetineerde werkt mee aan arbeid.

– Een gedetineerde houdt zich aan (huis)regels.

– Een gedetineerde houdt zich aan afspraken.

– Een gedetineerde laat zich aanspreken op gedrag.

– Een gedetineerde gebruikt geen alcohol of drugs en werkt mee aan drugstesten  (urinecontroles).

 

– Een gedetineerde werkt niet mee aan het dagprogramma.

– Een gedetineerde werkt niet mee aan arbeid.

– Een gedetineerde houdt zich niet aan (huis)regels.

– Een gedetineerde houdt zich niet aan afspraken.

– Een gedetineerde laat zich niet aanspreken op gedrag.

 

 

Beoordelingscriteria degradatie

Indien een gedetineerde is gepromoveerd en niet het gewenste gedrag laat zien op het gebied ‘verblijf en leefbaarheid’ of ‘re-integratie/resocialisatie’, kan de directeur besluiten tot degradatie.[24] Volgens de vaste rechtspraak van de RSJ dient de directeur bij een degradatiebeslissing het gedrag te benoemen dat leidt tot de degradatie en dient hij daarbij ook een kenbare belangenafweging te maken.[25] De directeur bepaalt daarbij de periode waarin de gedetineerde het gewenste gedrag moet laten zien om weer voor promotie in aanmerking te komen. Deze periode is minimaal zes weken. Als de directeur een langere periode dan zes weken bepaalt, moet hij dit besluit motiveren.[26] Hierbij moet hij in ieder geval de volgende aspecten meewegen:

  • de aard en de ernst van het gedrag dat aanleiding gaf voor degradatie;
  • de mate waarin het gedrag de orde en veiligheid in de inrichting of de ongestoorde tenuitvoerlegging heeft geraakt;
  • de al dan niet opzettelijkheid van het gedrag;
  • het structurele gedrag van de gedetineerde in detentie;
  • de duur van de eventuele opgelegde straf door de strafrechter (indien van toepassing).[27]

Volgens de toelichting op het artikel kan het bijvoorbeeld gaan om dermate (herhalend) verstorend gedrag dat dit een langere uitsluiting dan zes weken rechtvaardigt. Een uitsluiting van promotie voor de gehele detentie is echter niet mogelijk. Een gedetineerde wordt altijd in staat gesteld om gedurende zijn detentie weer te kunnen promoveren.[28]         

Ontoelaatbaar gedrag   
Als er sprake is van gedrag dat wordt aangemerkt als ‘ontoelaatbaar‘, wordt een gedetineerde direct gedegradeerd.[29] Er vindt in dat geval geen brede beoordeling van het gedrag plaats en het MDO wordt niet afgewacht. De directeur kan per direct degraderen.[30] Ontoelaatbaar gedrag kan ook tot gevolg hebben dat promotie uitblijft als een gedetineerde nog niet was gepromoveerd.     

Schriftelijke beslissing  
De beslissing die elke zes weken (lang- en levenslanggestrafte elke drie maanden) wordt genomen, dient gemotiveerd op schrift te worden gesteld en aan de gedetineerde te worden uitgereikt. De afwegingen die zijn gemaakt moeten in de beslissing worden vermeld, zodat voor de gedetineerde inzichtelijk wordt welke gedragingen hebben geleid tot het niet promoveren of degraderen, maar ook zodat de overwegingen in beklag en beroep kunnen worden getoetst.[31] In de jurisprudentie van de RSJ op basis van het oude toetsingskader is altijd geoordeeld dat er sprake moest zijn van een belangenafweging. Deze belangenafweging is ten aanzien van het ontoelaatbare gedrag niet meer aan de orde, aangezien dan direct moet worden gedegradeerd.        

Overnemen van promotie/degradatiebeslissing        
De termijn van zes weken vanaf binnenkomst detentie of de termijn zoals die is vastgesteld door de directeur, loopt gedurende de detentie door. Dit betekent dat bij een overplaatsing de ontvangende inrichting moet voortborduren op hetgeen in de vorige inrichting is gebeurd.[32] De termijn begint dus niet opnieuw te tellen bij binnenkomst in een andere inrichting. De informatie over het gedrag van een gedetineerde wordt aan de ontvangende inrichting doorgegeven in het selectieadvies (overplaatsingsverzoek). De beroepscommissie oordeelde in haar uitspraak van 21 maart 2017 dat in dat geval de beslissing om klager bij binnenkomst in het basisprogramma te plaatsen niet onredelijk en onbillijk was geweest omdat de directeur heeft geïnformeerd in welk programma klager had verbleven en ook de degradatiebeslissing, gedateerd van drie dagen voor binnenkomst, van de inrichting van herkomst had ontvangen.[33] Onder de omstandigheden behoefde de directeur ook niet een nieuwe op schrift gestelde en gemotiveerde beschikking af te geven. Met de uitspraak van 18 juni 2018 oordeelde de beroepscommissie dat de directeur in dat geval klagers goede gedrag op de BPG van PI Vught onvoldoende had betrokken bij de beslissing om hem bij binnenkomst in PI Krimpen a/d IJssel te plaatsen in het basisprogramma voor zes weken.         

Beklag en beroep       
Tegen de beslissingen in het kader van promoveren en degraderen kan beklag worden ingediend bij de Commissie van Toezicht van de inrichting.[34] Het zal hierbij vooral gaan om beslissing over niet promoveren en degraderen, het ligt niet voor de hand dat er wordt geklaagd over het promoveren. Ook tegen het uitblijven van een beslissing kan beklag worden ingediend.[35] Tegen de beoordeling van het gedrag door een discipline op gewenst of ongewenst gedrag staat geen beklag open omdat dit niet wordt gezien als een beslissing van de directeur.[36] Tegen de uitspraak kan vervolgens in beroep worden gegaan bij de RSJ. Zie voor meer informatie het dossier beklagprocedure.        

Overeenkomsten en verschillen met het oude toetsingskader (zoals dat gold voor 1 oktober 2020)

De grootste verandering in het huidige toetsingskader ten opzichte van het oude toetsingskader zijn de beoordelingscriteria voor promotie en degradatie. Het ‘stoplichtmodel’ van het oude toetsingskader waarbij gesproken werd over ‘groen’, ‘oranje’ en ‘rood’ gedrag is komen te vervallen. In plaats daarvan wordt er gesproken van ‘gewenst gedrag’ en ‘ongewenst gedrag’. Er is dus geen tussenweg meer. Daarnaast is er een aparte categorie ‘ontoelaatbaar gedrag’. Bij ontoelaatbaar gedrag wordt een gedetineerde direct gedegradeerd. Bij het oude toetsingskader moest er sprake zijn van structureel ongewenst gedrag. Verder is de periode vanaf binnenkomst nog steeds maximaal zes weken, maar wordt deze hierna minimaal zes weken. Ook is in het huidige toetsingskaders, conform de jurisprudentie van de RSJ (17/0641/GA), de uitsluiting voor promotie gedurende de hele detentie indien een gedetineerde een strafbaar feit in detentie pleegt, ongedaan gemaakt. Bij de inwerkingtreding van het huidige toetsingskader gaf DJI aan dat zij de verwachting heeft dat er bij de beoordeling meer dan in het oude toetsingskader waarde wordt toegekend aan de inspanningen die een gedetineerde verricht op het gebied van de re-integratie/resocialisatie.[37] Voorafgaand de inwerkingtreding van het huidige toetsingskader, heeft de RSJ hierover nog een (kritisch) advies uitgebracht. Dat advies is hier te raadplegen.

___________________________________________________

[1] Artikel 1d, eerste lid, Rspog, maar de directeur kan deze beslissing overdragen zie het kopje ‘beoordelingscriteria’

[2] Artikel 1d, vierde lid, Rspog

[3] Staatscourant 2020, nr. 49131, p. 5 & 6

[4] Artikel 1 onder i Rspog

[5] Informatieblad promoveren en degraderen, DJI september 2020

[6] Handleiding toetsingskader promoveren & degraderen, juni 2020, p. 8

[7] Artikel 1 onder j Rspog

[8] Informatieblad promoveren en degraderen, DJI september 2020

[9] Handleiding toetsingskader promoveren & degraderen, juni 2020, p. 8

[10] RSJ 3 november 2021, R-20/6828/GA

[11] Artikel 1e Rspog

[12] Zie KC 2021/034 en RSJ 24 maart 2022, 20/16514/GA

[13] Artikel 1c Rspog

[14] Handleiding toetsingskader promoveren & degraderen, juni 2020, p. 4

[15] Handleiding toetsingskader promoveren & degraderen, juni 2020, p. 10

[16] Handleiding toetsingskader promoveren & degraderen, juni 2020, p. 7 en Kamerstukken TK , 2018–2019, 35 122, nr. 3 p. 14 

[17] Handleiding toetsingskader promoveren & degraderen, juni 2020, p. 7

[18] Handleiding toetsingskader promoveren & degraderen, juni 2020, p. 7 & 12

[19] Handleiding toetsingskader promoveren & degraderen, juni 2020, p. 37

[20] Handleiding toetsingskader promoveren & degraderen, juni 2020, p. 13

[21] Artikel 1d, derde lid, Rspog

[22] Artikel 1d, eerste lid, Rspog

[23] Artikel 1d, zevende lid, Rspog

[24] Artikel 1d, vierde lid, Rspog

[25] RSJ 12 november 2020, S-20/4683/SGA

[26] Vgl. RSJ 27 juni 2022, 21/20486/GA, RSJ 31 augustus 2022, 21/20979

[27] Artikel 1d, zesde lid, Rspog

[28] Staatscourant 2020 nr. 49131, p. 6

[29] Artikel 1d, vijfde lid, Rspog

[30] Staatscourant 2020 nr. 49131, p. 5 & Handleiding toetsingskader promoveren & degraderen, juni 2020, p. 8

[31] RSJ 1 augustus 2016, 16/0480/GA

[32] RSJ 28 november 2016, 16/2548/GA

[33] RSJ 21 maart 2017, 16/3564/GA

[34] Artikel 60 Pbw

[35] Artikel 60, tweede lid, Pbw

[36] RSJ 14 april 2017, 17/0266/GA

[37] Staatscourant 2020 nr. 49131, p. 4 & 5