Sla inhoud over

Jurisprudentie

Per 1 januari 2024 zal de jurisprudentie van de RSJ in het dossier niet meer worden geupdatet en per 1 juli 2024 zal deze volledig worden verwijderd. U kunt de jurisprudentiedatabank van de RSJ hiervoor raadplegen.

RSJ 27 januari 2022, R-21/23437/GB         
Overplaatsingsbeslissing. In een verschenen krantenartikel stond dat klager medegedetineerden en medewerkers intimideerde, een (nieuwe) motorclub aanstuurde en regelmatig conflicten had met medegedetineerden. Om naar deze bevindingen onderzoek te doen en dit onderzoek zo min mogelijk te frustreren, is klager overgeplaatst. Deze beslissing is niet onredelijk of onbillijk. Beroep ongegrond.     

RSJ 21 januari 2022, R-20/7197/GA
Klacht naar aanleiding van mededeling van afdelingshoofd dat klager intern zou worden overgeplaatst. (Nog) geen formele beslissing van directeur, feitelijke overplaatsing pas bijna twee maanden later. Prematuur ingesteld beklag. Klager alsnog niet-ontvankelijk.  

RSJ 3 augustus 2021, R-20/6050/GA         
Hoewel wet niet vereist dat beslissing tot interne overplaatsing op schrift moet worden gesteld, acht beroepscommissie dit wel wenselijk. De directeur was evenwel niet gehouden om klager de beslissing (onverwijld) schriftelijk uit te reiken. Beroep ongegrond.     

RSJ 18 juni 2021, R-20/8628/GA     
Plaatsing van klager op crisisafdeling PPC niet onredelijk of onbillijk, nu deze is gebaseerd op indicatiestelling afdeling IFZ en crisisafdeling correspondeert met door IFZ geïndiceerde verblijfsintensiteit (FG) en beveiligingsniveau (zeer hoog). Wet vereist geen schriftelijke mededeling van een dergelijke interne plaatsing. Beroep ongegrond.

RSJ 28 mei 2021, R-20/7669/GA     
Klager is op AIT geplaatst omdat hij zich niet aan GVM-toezichtmaatregelen hield en volgens de directeur het uitoefenen van intensiever toezicht hierop nodig was. Gebleken dat op begrijpelijke wijze aan klager is uitgelegd aan welke GVM-toezichtmaatregelen hij zich diende te houden. Beslissing niet onredelijk of onbillijk, noch disproportioneel. Beroep ongegrond.

RSJ 11 mei 2021, R-21/21260/SGA
Verzoeker is na een incident in de locatie De Schie overgeplaatst naar de locatie Hoogvliet (beiden PI Rotterdam). Verzoeker is niet gehoord en heeft geen schriftelijke mededeling van deze beslissing ontvangen. Schorsingsverzoek toegewezen.      

RSJ 25 september 2020, R-20/6334/GB     
De selectiefunctionaris heeft geen beslissing genomen op klagers verzoek, omdat dit op enig moment door de inrichting (tijdelijk) is 'afgemeld'. Niet gebleken van akkoord van klager of schriftelijke intrekking van hemzelf. Schending van klagers recht als bedoeld in art. 18 van de Pbw. Beroep gegrond. Geen tegemoetkoming, nu klager vanwege de coronamaatregelen niet in een ZBBI geplaatst had kunnen worden.

RSJ 11 september 2020, R-20/6609/GB     
Beroep tegen afwijzing horizontale overplaatsing o.g.v. getroffen coronamaatregelen. Ten tijde van de bestreden beslissing was de coronacrisis bijzonder nijpend en was bezoek niet mogelijk. Sinds 16 juni 2020 is bezoek weer mogelijk. Verweerder kan thans niet meer zonder meer volstaan met verwijzing naar beleid om horizontale overplaatsingen categoraal af te wijzen. Gelet hierop en op het oordeel van de beroepscommissie in R-20/6297/GB, beroep gegrond, opdracht nemen nieuwe beslissing binnen twee weken.      

RSJ 10 augustus 2020, R-20/7727/GB       
Klager is een zelfmelder en heeft een verzoek gedaan tot uitstel van het ondergaan van zijn gevangenisstraf. Klagers gezin heeft in de afgelopen jaren veelvuldig met huiselijk geweld door moeder te maken gehad. Kinderen wonen nu bij klager. Woonsituatie is recent gewijzigd. Klager wordt door  hulpverleningsinstanties gezien als degene die op dit moment het best voor de kinderen kan zorgen. Het belang van de kinderen verzet zich ertegen dat klager op dit moment gedetineerd raakt op grond van een relatief korte straf voor een feit zonder directe slachtoffers. Beroep gegrond, opdracht nieuwe beslissing binnen twee weken.  

RSJ 25 januari 2019, S-19/1035/SGB         
In beginsel kan, gelet op het bepaalde in artikel 73, vierde lid van de Pbw, gelezen in verband met artikel 66, eerste lid van de Pbw, pas schorsing worden verzocht als de Minister het bezwaarschrift ongegrond heeft verklaard en verzoeker tegen die ongegrondverklaring beroep heeft ingesteld. Dit beginsel lijdt slechts uitzondering in die gevallen waarin de beslissing van de selectiefunctionaris lang op zich laat wachten of in die gevallen waarin sprake is van uitzonderlijke omstandigheden. Onduidelijk is hoe groot risico is op bloedwraak in verband met aanwezigheid van gedetineerden van Albanese afkomst in PI Ter Apel. Die kans kan niet worden uitgesloten en daarom acht voorzitter bijzondere omstandigheden aanwezig. Minister heeft niet onderbouwd waarom er ondanks die kans toch spoedeisend belang is tot overplaatsing hangende het bezwaar. Schorsing met onmiddellijke ingang.

RSJ 8 januari 2018, 17/3121/GA     
Klacht is gericht tegen het door de directeur uitgebrachte (negatieve) selectieadvies in het kader van klagers detentiefasering. Tegen de inhoud en totstandkoming van een selectieadvies van de directeur staat geen beklag op grond van art. 60, eerste lid, Pbw open. Klager alsnog niet-ontvankelijk.        

RSJ 10 november 2009, kenmerk 09/2036/GA      
Art. 15, derde lid, Pbw stelt dat beslissingen omtrent plaatsing en overplaatsing naar een andere inrichting of afdeling zijn voorbehouden aan de selectiefunctionaris. De directeur adviseert de selectiefunctionaris. Dat betekent dat hij een verzoek van een gedetineerde tot overplaatsing naar een andere inrichting altijd dient te behandelen en door te zenden aan de selectiefunctionaris. Indien de directeur daarbij van mening is dat de gedetineerde niet in aanmerking zou moeten komen voor een dergelijke overplaatsing, kan hij de selectiefunctionaris adviseren het verzoek af te wijzen. Indien een gedetineerde om overplaatsing verzoekt, dient de inrichting daartoe de geëigende procedure te doorlopen. Het niet starten dan wel doorzetten daarvan om welke reden dan ook wordt gezien als een weigering om een overplaatsingsverzoek in behandeling te nemen, hetgeen de directeur niet is toegestaan.    

RSJ 12 december 2007, 07/3330/SGB       
Officier van justitie geeft een last tot tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf. Beslissing tot plaatsing in een bepaalde inrichting is, ook als dit de eerste plaatsing betreft, exclusieve bevoegdheid van selectiefunctionaris. Tegen die beslissing staat bezwaar open bij de selectiefunctionaris. Verzoeker niet-ontvankelijk in schorsingsverzoek.   

Artikelplaatsingen
RSJ 7 september 2018, 17/3847/GB           
Verzoek plaatsing in FPK o.g.v. art. 15, vijfde lid, Pbw. Art. 18, eerste lid, Pbw, noch wet anderszins, biedt mogelijkheid met redenen omkleed verzoekschrift strekkende tot plaatsing in FPK als bedoeld in art. 15, vijfde lid, Pbw bij selectiefunctionaris in te dienen. Feit dat klager met voorstel tot plaatsing in FPK van directeur akkoord is, maakt dit niet anders, nu beslissing tot plaatsing in FPK aan selectiefunctionaris is voorbehouden. Klager is derhalve op goede gronden niet in verzoek ontvangen.  

RSJ 17 juli 2015, 15/0109/GA          
Ten aanzien van de ontvankelijkheid van het beklag overweegt de beroepscommissie als volgt. Op grond van artikel 43, derde lid, van de Pbw draagt de directeur zorg voor overbrenging van een gedetineerde naar een voor hulp en zorg bestemde plaats. In tegenstelling tot hetgeen de beklagcommissie heeft overwogen, is derhalve niet de selectiefunctionaris maar de directeur bevoegd om te beslissen op klagers verzoek tot overplaatsing naar Radix. De beroepscommissie vat het beklag op als te zijn gericht tegen het verzuim van de directeur tijdig te beslissen op klagers verzoek, waartegen beklag open staat op grond van artikel 60, eerste en tweede lid, van de Pbw en zal klager alsnog ontvangen in het beklag. Mede in het licht van het feit dat niet meer is vast te stellen wanneer klager zelf heeft verzocht om opname in de kliniek is een tijdsverloop van iets meer dan zes maanden nog niet aan te merken als een zodanig verzuim, dat de directeur heeft gehandeld in strijd met enig wettelijk voorschrift dan wel bij de afweging van alle in aanmerking komende belangen onredelijk of onbillijk heeft gehandeld. Het beklag zal derhalve ongegrond worden verklaard.

ORD’s
RSJ 17 december 2019, S-19/2687/SGB    
De beslissing tot overbrenging van verzoeker naar Bonaire op grond van de Onderlinge regeling als bedoeld in artikel 38 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden regelende de samenwerking tussen Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten betreft geen beslissing waartegen op grond van de Pbw bezwaar of beroep kan worden ingediend. Voorzitter onbevoegd.    

RSJ 1 maart 2019, R-18/2221/GV   
Verzoek om algemeen verlof afgewezen, omdat uit beleid volgt dat aan tijdelijk naar Nederland overgebrachte Antilliaanse gedetineerden geen vrijheden worden toegestaan. Onderlinge regeling en voornoemd beleid gaan echter uit van tijdelijk verblijf van max. 6 maanden, terwijl klager ruim 7 jaar in Nederland is gedetineerd. Afwijzing (enkel) op grond van beleid daarom niet redelijk. Nu klagers strafrestant echter meer dan een jaar bedraagt, komt hij (nog) niet in aanmerking voor algemeen verlof. Reeds hierom is afwijzing van klagers verlofaanvraag niet onredelijk of onbillijk. Beroep ongegrond.       

RSJ 20 juli 2017, 17/1787/GV & RSJ 1 maart 2019, R-18/2221/GV         
Verzoek om verlof afgewezen omdat uit beleid volgt dat aan tijdelijk naar Nederland overgebrachte Antilliaanse gedetineerden geen vrijheden worden toegestaan. Onderlinge regeling en voornoemd beleid gaan echter uit van tijdelijk verblijf van maximaal 6 maanden terwijl klager ruim 2 jaar in Nederland is gedetineerd. Afwijzing op grond van beleid derhalve niet redelijk. Nu klager echter op de GVM-lijst staat en sprake is van liquidatiedreiging afwijzing verzoek om verlof o.g.v. Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting niet onredelijk/onbillijk. Beroep ongegrond.