Sla inhoud over

Jurisprudentie goederen jeugdigen

Per 1 januari 2024 zal de jurisprudentie van de RSJ in het dossier niet meer worden geupdatet en per 1 juli 2024 zal deze volledig worden verwijderd. U kunt  de jurisprudentiedatabank van de RSJ hiervoor raadplegen.

Toegestane voorwerpen
RSJ 9 maart 2016, 15/3732/JA
Inbeslagname t-shirt met opdruk ‘Satudarah support club’ niet onredelijk. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat het niet wenselijk is om klager in een pedagogisch leefklimaat een t-shirt te laten dragen met daarop een opdruk van een organisatie die maatschappelijk in negatieve zin ter discussie staat. Belangenafweging door directeur in voldoende mate plaatsgevonden. Aan de beslissing liggen tevens behandelinhoudelijke overwegingen ten grondslag. Beroep directeur gegrond, beklag alsnog ongegrond.

RSJ 12 juli 2010, 10/0500/JA
Niet gebleken dat klager niet voor ontvangst van verzegelde apparatuur getekend zou hebben, wel dat latere inname en heruitgifte van radio niet goed is geadministreerd door inrichting. Nu dit is nagelaten, moet belang van ingeslotene zwaarder wegen dan dat van inrichting. Betere registratie wenselijk. Beroep directeur ongegrond.

Overige voorwerpen
RSJ R-20/6144/JA, 28 mei 2020
Inbeslagname en overdragen telefoon aan opsporingsambtenaar niet onredelijk, gelet op omstandigheden die niet alleen het gedrag van klagers begeleider maar ook van klager zelf tijdens verlof betreffen. Beroep ongegrond.

RSJ 1 december 2016, 16/3368/JA
Het voor onderzoek in bewaring nemen van agenda met daarin telefoonnummers personeelsleden in belang van orde en veiligheid; eventuele inbreuk op privéleven gerechtvaardigd. Inbeslagname mp3/mp4-speler met ingebouwde camera en opnamemogelijkheden niet onredelijk. Beroep ongegrond.

RSJ 13/3513/GA, 9 december 2013
Gebleken dat gegevensoverdracht gecontroleerd kan geschieden. Gelet hierop had verzoek van klager om een geprepareerde laptop onder zich te mogen houden voor studiedoeleinden, ook gelet op de maatschappelijke ontwikkelingen t.a.v. gebruik van ICT-middelen en het standpunt van de Staatssecretaris omtrent het belang van ICT-middelen in het kader van resocialisatie toegewezen moeten worden. Beroep van directeur ongegrond. Beroepscommissie draagt directeur op een nieuwe beslissing te nemen.

RSJ 16 maart 2013, 13/3209/JA
Playstation 3 valt onder niet toegelaten voorwerpen, nu daarmee in theorie oncontroleerbaar intern contact of contact met buitenwereld mogelijk is. Voortdurende controle of van dergelijk contact sprake is, kan niet van inrichting worden gevergd. Beroep ongegrond, bevestigt uitspraak beklagrechter met wijziging gronden. 

Overboeken geldbedrag
RSJ 3 augustus 2015, 15/1117/JA
Juiste belangenafweging bij de weigering door de directeur een bedrag van klagers rekening-courant over te boeken naar een rekening van een derde buiten de inrichting. Relatie tussen klager en de betreffende derde is onduidelijk en groepsgenoot die wel relatie met die persoon had was betrokken bij opmerkelijke geldstromen. Beroep hoofd inrichting gegrond, beklag alsnog ongegrond. 

In- en uitvoer goederen
RSJ R-20/7210/JA, 31 december 2020
Vanwege besmettingsgevaar met coronavirus heeft directeur een invoerverbod voor kleding ingevoerd. Daarmee is klagers recht op het dragen van eigen kleding beperkt. Directeur is zonder motivering voorbijgegaan aan eisen van subsidiariteit, doelmatigheid en proportionaliteit. Daarnaast is de (waarschijnlijke) duur van de maatregel niet bekend, evenals de wijze waarop dit alles op een begrijpelijke manier richting de jeugdigen is gecommuniceerd. Klager is daarom onevenredig zwaar getroffen in zijn recht op het dragen van eigen kleding. Beroep gegrond. Een tegemoetkoming is echter niet passend, omdat onvoldoende is vast te stellen dat en in welke mate klager ongemak heeft ondervonden en welke redenen de aanleiding vormden voor dit ongemak.

RSJ 27 november 2012, 12/2560/JA
Niet onaannemelijk dat klager de door hem genoemde kledingstukken voor zijn overplaatsing in zijn bezit heeft gehad en dat deze zich na zijn overplaatsing niet bij zijn spullen bevonden. Er is geen inventarislijst overgelegd van de goederen die klager tijdens zijn verblijf in zijn bezit had, en evenmin een inventarislijst van de bezittingen die bij de overplaatsing met klager zijn meegegeven en/of nagezonden. Beroep gegrond en tegemoetkoming € 10,=.  

RSJ 31 maart 2011, 11/0449/JA
Verantwoordelijkheid voor klagers goederen niet op klagers vader overgegaan, nu inrichting vader niet heeft laten tekenen voor ontvangst van die goederen. Nu ook anderszins niet is gesteld of gebleken dat inrichting niets is aan te rekenen, moet vermissing voor rekening en risico van inrichting komen. Geen schadevergoedingsaspecten, tegemoetkoming € 20,=.

Doorvoer goederen
2 maart 2016, KC 2016/013
Klager beklaagt zich over de vermissing van een of twee dozen kleding na een overplaatsing. De beklagcommissie stelt vast dat drie dozen zijn opgehaald bij de inrichting, maar dat niet vast is komen te staan dat alle drie de dozen ook door klager in ontvangst zijn genomen. Dit betekent dat de inrichting verantwoordelijk is gebleven voor (ten minste) één doos en daarmee voor een deel van de goederen van klager. De klacht wordt gegrond verklaard.

9 augustus 2010, KC 2010/026
Klager klaagt erover dat hij bij zijn overplaatsing niet de gelegenheid gekregen heeft om al zijn spullen mee te nemen. Vast is komen te staan dat klager niet zelf zijn spullen heeft ingepakt bij zijn overplaatsing van de dependance naar de inrichting. Eveneens is komen vast te staan dat de invoerlijsten en uitvoerlijsten niet, dan wel onvoldoende, zijn bijgehouden door de inrichting. De beklagcommissie is van oordeel dat de directie onvoldoende zorgvuldigheid betracht heeft ten aanzien van de goederen van klager. De voorzitter zal het beklag dan ook gegrond verklaren en aan klager een compensatie toekennen ter hoogte van € 700,00.

RSJ 16 november 2009, 09/1643/JA
Niet te achterhalen welke goederen zijn verzonden naar nieuwe inrichting. Niet expliciet ontkend dat klager twee ontbrekende jassen in bezit had. Verantwoordelijkheid voor vermissing jassen voor rekening en risico inrichting. Beroep v.w.b. jassen gegrond, beklag gegrond, tegemoetkoming € 25,=.

Vermissing goederen
RSJ 3 april 2020, R-20/6008/JA
De beroepscommissie kan zich verenigen met toegekende tegemoetkoming van € 12,50 wegens vermissing bodywarmer. Schade niet eenvoudig vast te stellen. Beroep ongegrond.

RSJ R-590, 17 oktober 2018
Jeugdige is verantwoordelijk voor zijn kleding, maar er ligt ook verantwoordelijkheid bij de inrichting om er voor te zorgen dat er op enige wijze op wordt toegezien dat was in washok, waartoe toegang alleen mogelijk is door tussenkomst van personeel, wordt weggehaald door degene van wie de was is. Beroep directeur ongegrond.

RSJ 14 december 2017, 17/2420/JA
Beroepscommissie is het eens met door beklagrechter toegekende tegemoetkoming voor kwijtraken van Gucci-jas en het niet kunnen gebruiken van twee broeken. Schade niet eenvoudig vast te stellen. Beroep ongegrond. Verwijzing naar beklagrechter voor wat betreft nieuwe stelling over vermissing broek.

RSJ 12 september 2017, 17/1316/JA
Beroep tegen hoogte tegemoetkoming in verband met zoekgeraakte kleding. Klager heeft niet precies aangegeven welk type/model kledingstukken, riemen en schoenen hij mist. Heeft alleen uitdraaien van internetpagina's verstrekt, geen bonnen, afschriften bankrekening of opgave ouderdom van vermiste eigendommen. Schade niet eenvoudig vast te stellen. Beroep klager ongegrond.

RSJ 29 maart 2017, 16/4118/JA
Directeur niet aansprakelijk voor vermissing kleding van klagers kamer. Kamerdeuren zijn van buitenaf niet zonder sleutel te openen. Volgens afgesproken leefregel zijn jeugdigen, en dus ook klager, zelf verantwoordelijk voor in slot trekken van deur na verlaten kamer. Beroep ongegrond.

19 juni 2013, KC 2013/047
De beklagcommissie is van oordeel dat klager in beginsel zelf verantwoordelijk is voor zijn eigen spullen die hij bij zich draagt of op zijn kamer heeft. Echter, indien goederen in beslag worden genomen door het personeel van de inrichting, zijn die goederen in beheer bij de inrichting en is de inrichting ook verantwoordelijk voor de bewaring van deze goederen. Nu de riem vermist is geraakt terwijl deze in het beheer was van de inrichting, is de beklagcommissie van oordeel dat de inrichting verantwoordelijk is voor de vermissing van de riem van klager, zodat de klacht van klager gegrond dient te worden verklaard. Klacht is gegrond.

RSJ 15 augustus 2011, 10/3730/JA
Klager heeft na bemerken vermissing direct kenbaar gemaakt beklag te willen instellen. Opvolgen advies eerst navraag te doen kan hem niet worden aangerekend. Alsnog ontvankelijk in beklag. Verantwoordelijkheid voor ring is niet op directeur overgegaan, nu spullen in klagers aanwezigheid zijn ingepakt en alleen klager waardetas als eerste heeft kunnen openen en ring daaruit had kunnen halen. Beklag ongegrond

RSJ 8 juni 2011, 11/0811/JA
Beklag ten aanzien van vermissing kleding en schoeisel is zo tijdig als mogelijk ingesteld. Aannemelijk dat aansprakelijkheid voor vermissing in eerste instantie is erkend door directeur. Directeur aansprakelijk voor vermissing. Rjj beperkt aansprakelijkheid tot € 500,= per voorwerp. In casu meerdere voorwerpen vermist. Beroep directeur ongegrond.

5 januari 2010, KC 2010/008
Volgens klager is een aan hem toebehorende gouden ketting ter waarde van € 1700,00 zoek geraakt, zijn klacht is gericht tegen de beslissing van de directie om aan hem geen vergoeding van € 1700,00 uit te keren. De beklagrechter is van oordeel dat klager onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de gouden ketting in de inrichting aanwezig is geweest. De beklagrechter is dan ook van oordeel dat de directie haar besluit niet op onjuiste gronden heeft genomen. Beklag ongegrond.

Schade aan goederen
RSJ 23 september 2013, 13/1535/JA
Inrichting heeft klager een vergoeding van € 150,= aangeboden. Gelet op grote hoeveelheid ter zitting getoonde bevlekte merkkleding en -schoenen is een hogere vergoeding op zijn plaats. Door een juwelier is in bijzijn van twee personeelsleden bepaald dat klagers horloges imitaties zijn. Vermissing zonnebril door inrichting niet betwist. Beroep gegrond, tegemoetkoming € 250,=. 

RSJ 2 april 2013, 13/0430/JA
Schadevergoedingsaspecten kunnen niet worden betrokken bij tegemoetkoming, nu mede door onzorgvuldig handelen van de inrichting de schade van zoekgeraakte spullen van klager niet eenvoudig is vast te stellen. Beroep directeur tegen schadevergoeding van € 4280,= gegrond, wel tegemoetkoming van € 250,=.

RSJ 1 oktober 2012, 12/2062/JA
Een vergoeding van de schade is mogelijk indien de hoogte van de schade op eenvoudige wijze vastgesteld kan worden. Klager is hierin niet geslaagd. Hij heeft geen aankoopnota’s kunnen verstrekken, noch concreet aangegeven hoe oud de goederen waren op het moment dat hij deze nog bezat. De schadevergoedingsaspecten kunnen in dit geval niet betrokken worden bij de tegemoetkomingbeslissing. Beroep ongegrond.