Extra Beveiligde Inrichting
Inleiding
In de jaren 80 nam het aantal ontvluchtingen uit gevangenissen sterk toe. Sinds 1986 werd er daarom nagedacht over een speciale opvang voor gedetineerden die een groot beheers- en/of vluchtrisico vormden voor de inrichting. Eerst leidde dit tot een aantal kleine extra beveiligde afdelingen in bestaande PI’s (EBA’s). Deze afdelingen bleken echter niet succesvol. Er werd dan ook besloten dat deze categorie gedetineerden op één plek geconcentreerd dienden te worden. In afwachting van de bouw van de definitieve voorziening werd op het terrein van de PI Vught in 1993 de Tijdelijke Extra Beveiligde Inrichting (hierna: TEBI) in gebruik genomen. In 1997 werd op het terrein van de PI Vught de definitieve voorziening opgeleverd en werd de EBI in zijn huidige vorm in gebruik genomen.[1] Tot op heden heeft er nog nooit een ontsnapping plaatsgevonden uit de (T)EBI.
Nederland heeft één EBI, die gevestigd is in de Penitentiaire Inrichting (hierna: PI) Vught. Op grond van artikel 13, eerste lid, sub d, van de Penitentiaire beginselenwet (hierna: Pbw) is het hoogste beveiligingsniveau van toepassing in een extra beveiligde inrichting (hierna: EBI). De EBI beschikt over vierentwintig plaatsen.[2] Het is de bedoeling dat het aantal EBI-plaatsen de komende periode wordt uitgebreid. In 2026 zullen twaalf extra plekken in de EBI te Vught gerealiseerd worden. Daarnaast zal het aantal EBI-plaatsen verder uitgebreid worden door de opening van het Justitieel Complex in Vlissingen. De verwachting bestaat dat dit complex medio 2030 in gebruik genomen gaat worden.[3]
Wijziging van de Pbw
De Tweede Kamer heeft op 5 februari 2025 het voorstel 'Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet in verband met aanvullende maatregelen tegen georganiseerde criminaliteit tijdens detentie' aangenomen.[4] Op 8 juli 2025 is het wijzigings(wets)voorstel om de Pbw te wijzigen aangenomen door de Eerste Kamer. Hiermee gelden er sinds 1 november 2025 strengere regels voor gedetineerden die verblijven in de EBI en AIT. Het doel van deze wijziging is om voortgezet crimineel handelen vanuit detentie zoveel mogelijk tegen te gaan en daarmee een bijdrage te leveren aan de veiligheid, waarbij zo volledig mogelijk toezicht op het contact met de buitenwereld wordt gehouden en communicatiemogelijkheden worden ingeperkt.[5]
Vóór de wetswijziging mochten gedetineerden in de EBI één of twee keer per week tien minuten bellen. Daarnaast mochten zij één of twee uur per week bezoek ontvangen. Het exacte aantal bel- en bezoekmomenten hing af van de grond(en) waarop een gedetineerde in de EBI is geplaatst. De wetswijziging brengt daar verandering in. Voor alle gedetineerden in de EBI geldt nu dat zij één keer per week tien minuten mogen bellen. Daarnaast mogen zij één uur per week bezoek ontvangen.[6] Met de wetswijziging is ook geregeld dat EBI-gedetineerden alleen nog mogen bellen naar personen (met uitzondering van advocaten) die zich op dat moment hebben gemeld en geïdentificeerd bij een door de Minister aangewezen locatie. Voor een aantal gedetineerden in de EBI gold het locatiegebonden bellen vóór de wetswijziging ook al.[7]
Ook heeft de wetswijziging tot gevolg dat visueel toezicht wordt gehouden op fysieke gesprekken tussen EBI-gedetineerden en hun advocaat. Verder wordt het aantal advocaten waarmee een gedetineerde die verblijft in de EBI vertrouwelijk contact mag hebben, beperkt tot twee.
De Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (hierna: RSJ) heeft op 24 april 2025 een advies geschreven over de (toen nog voorgestelde) wetswijzigingen. De RSJ onderkent de noodzaak om aan bepaalde gedetineerden tijdelijk extra en ingrijpende maatregelen te kunnen opleggen in het kader van de veiligheid in de PI en ter bescherming van de samenleving. Desalniettemin uit de RSJ zorgen over het generieke karakter van de toenemende maatregelen en de beperkte mogelijkheden om maatwerk toe te passen. Hierdoor ontstaat volgens de RSJ het risico dat een deel van de gedetineerden in een voor hen onnodig zwaar regime terecht komt. De RSJ is bezorgd over de vele nieuwe strenge regels en waarschuwt dat meer beveiliging niet automatisch leidt tot meer veiligheid.[8]
Plaatsing en verlenging van plaatsing
In artikel 6 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing gedetineerden (hierna: Rspog) is opgenomen welke gedetineerden kunnen worden geplaatst in een EBI. Dat zijn gedetineerden die:
- een extreem vluchtrisico vormen en een onaanvaardbaar maatschappelijk risico vormen in termen van recidivegevaar voor ernstige geweldsdelicten;
- bij ontvluchting een onaanvaardbaar maatschappelijk risico vormen, waarbij het vluchtrisico als zodanig hieraan ondergeschikt is;
- een onaanvaardbaar maatschappelijk risico vormen in termen van een vermoeden van algemeen gevaar voor de openbare orde of de veiligheid van personen, wegens levensbedreigend of anderszins zeer ernstig voortgezet crimineel handelen vanuit detentie;
- een onaanvaardbaar maatschappelijk risico vormen in termen van algemeen gevaar voor de openbare orde en veiligheid van personen vanwege de aard van de verdenking, de aard van het misdrijf of de misdrijven waarvoor de gedetineerde is veroordeeld, de omstandigheden waaronder dat misdrijf of die misdrijven zouden zijn gepleegd of zijn gepleegd of de persoonlijkheid van de gedetineerde.
Een algemeen gevaar als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel d, wordt in ieder geval aangenomen indien de gedetineerde wordt verdacht van of is veroordeeld wegens deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van twaalf jaar of meer is gesteld terwijl de gedetineerde volgens de verdenking of veroordeling van die organisatie als oprichter, leider of bestuurder, als bedoeld in artikel 140, derde en vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, moet worden aangemerkt.
Wanneer wordt overwogen om een gedetineerde in de EBI te plaatsen, dient eerst advies ingewonnen te worden bij de selectie-adviescommissie Extra Beveiligde Inrichting (hierna: SAC EBI) (artikel 23 Rspog). Een plaatsing en een verlenging van de plaatsing in de EBI dient vervolgens allereerst te voldoen aan de ‘normale’ regels voor selectie en plaatsing van artikel 24 en 25 van de Rspog. Daarnaast dient een plaatsing en een verlenging van de plaatsing te voldoen aan de expliciete voorwaarden opgenomen in artikel 26 Rspog. Deze voorwaarden zijn als volgt.
Plaatsing
Het selectievoorstel dat wordt voorgelegd aan de SAC EBI wordt voorzien van externe justitiële informatie, van in ieder geval het meldpunt-GRIP en het Openbaar Ministerie, omtrent het vlucht- en maatschappelijk risico of het risico op voortgezet crimineel handelen (artikel 26 lid 1 sub a Rspog). De selectiefunctionaris hoort de gedetineerde voordat een beslissing over de plaatsing wordt genomen en eventuele door de gedetineerde tegen de plaatsing aangevoerde argumenten worden in het selectieadvies opgenomen (artikel 26 lid 1 sub b Rspog). Indien de SAC EBI niet unaniem is over het advies tot plaatsing in een EBI, gaat de selectiefunctionaris alleen tot plaatsing in een EBI over met instemming van de divisiedirecteur Individuele Zaken (hierna: divisiedirecteur IZ) (artikel 26 lid 1 sub c Rspog). Als er feiten of omstandigheden bekend zijn geworden die wijzen op een onmiddellijk dreigend ontvluchtingsgevaar of een ernstig gevaar voor personen of goederen, kan spoedshalve afgeweken worden van voornoemde procedure (artikel 26 lid 2 Rspog).
Verlenging van plaatsing
De selectiefunctionaris moet ambtshalve elke twaalf maanden een besluit over de verlenging van het verblijf in de EBI nemen. De procedure is opgenomen in artikel 26 lid 3 en lid 4 Rspog en is als volgt. De directeur van de EBI stelt elf maanden na de plaatsing of laatste verlenging van het verblijf in de EBI een schriftelijke (gedrags)rapportage over de gedetineerde op. De directeur wint daarvoor informatie in over de gedetineerde bij de SAC EBI. Deze verzamelt en analyseert de beschikbare gegevens van het meldpunt-GRIP en het Openbaar Ministerie en informeert de directeur van de EBI schriftelijk of, bij spoed, telefonisch met schriftelijke bevestiging achteraf. De directeur bespreekt de rapportage eerst met de gedetineerde voordat deze naar de selectiefunctionaris wordt verzonden.
Als de selectiefunctionaris overweegt de plaatsing in een EBI te verlengen, hoort hij de gedetineerde. Eventuele door de gedetineerde aangevoerde bezwaren worden vastgelegd. Als de gedragsdeskundige informatie daartoe aanleiding geeft, legt de selectiefunctionaris de beschikbare informatie ter advisering voor aan het Penitentiair Selectie Centrum. De selectiefunctionaris legt alle informatie, voorzien van zijn/haar voorgenomen besluit, ter advisering voor aan de SAC EBI.
Indien de SAC EBI het niet unaniem eens is over het advies tot verlenging van de plaatsing in een EBI, gaat de selectiefunctionaris enkel tot verlenging van de plaatsing in een EBI over met instemming van de divisiedirecteur Individuele Zaken.
Beëindiging plaatsing bij strafrestant van 1,5 jaar of minder
Artikel 26, vijfde lid, van de Rspog bepaalt dat een in de EBI verblijvende gedetineerde wiens strafrestant nog slechts anderhalf jaar of minder bedraagt uit de EBI wordt geplaatst, tenzij:
- er sprake is van een uitlevering of dreigende uitlevering;
- er nog altijd sprake is van een onaanvaardbaar maatschappelijk risico bij ontvluchting of op voortgezet crimineel handelen;
- de gedetineerde in de voorafgaande periode van een jaar ontvlucht is, een ontvluchtingspoging heeft gedaan, zich schuldig heeft gemaakt aan voortgezet crimineel handelen of op andere wijze de orde en veiligheid in de inrichting ernstig in gevaar heeft gebracht;
- er nog steeds valide informatie van het meldpunt-GRIP dan wel het Openbaar Ministerie aanwezig is omtrent een reëel vluchtgevaar van de gedetineerde of voortgezet crimineel handelen.
Voor relevante uitspraken van de RSJ over de plaatsing of de verlenging daarvan, wordt verwezen naar deze link.
Overplaatsing
De directeur van de EBI kan in verband met nieuwe feiten de selectiefunctionaris tussentijds voorstellen de gedetineerde over te plaatsen (artikel 26 lid 6 Rspog). De selectiefunctionaris kan vervolgens na instemming van de divisiedirecteur IZ en de divisiedirecteur Gevangeniswezen en Vreemdelingenbewaring hierover besluiten. De SAC EBI hoeft alleen achteraf geïnformeerd te worden.
Ook een gedetineerde verblijvend in de EBI kan op grond van artikel 18 van de Pbw een overplaatsingsverzoek doen. Bij afwijzing is beroep mogelijk op grond van artikel 72 van de Pbw. Een verzoek tot overplaatsing kan steeds zes maanden na een afwijzing worden herhaald (artikel 18 lid 4 Pbw).
Bezwaar en beroep tegen plaatsing en verlenging
Tegen zowel een beslissing tot plaatsing in de EBI als de verlenging van een plaatsing is bezwaar in de zin van artikel 17 van de Pbw en beroep in de zin van artikel 72 van de Pbw mogelijk. Op grond van artikel 17, vijfde lid, van de Pbw in combinatie met artikel 26, eerste lid, sub b, van de Rspog kan de bezwaarprocedure in het geval van een EBI-plaatsing worden overgeslagen.
De RSJ ziet er strikt op toe dat plaatsing in de EBI op goede gronden is gebaseerd.[9] Daarnaast moet er sprake zijn van voldoende aanwijzingen dat betrokkene voldoet aan de plaatsingscriteria.[10] Ook het maatschappelijke risico bij ontvluchting kan, bij het ontbreken van aanwijzingen die wijzen op een vluchtrisico, voldoende zijn voor plaatsing in een EBI.[11] Gelet op de gevolgen van plaatsing in de EBI voor een gedetineerde moet bij een alsmaar voortdurend verblijf in de EBI een groter belang worden gehecht aan de actualiteit, concreetheid en volledigheid alsmede de betrouwbaarheid van de overgelegde informatie. Het adagium “eens een onaanvaardbaar maatschappelijk risico, altijd een onaanvaardbaar maatschappelijk risico” gaat dus niet op.[12]
Regime
In de EBI geldt een extra beveiligd gemeenschapsregime. Dat betekent dat de gedetineerden gezamenlijk aan activiteiten kunnen deelnemen en voor de rest van de tijd op hun cel verblijven. Ook in de EBI geldt op grond van artikel 3 lid 2 Penitentiaire maatregel (hierna: Pm) dat ten minste een basisprogramma van 42,5 uur per week, met ten minste 22,5 uur aan activiteiten en bezoek, wordt aangeboden. Activiteiten die in beginsel gezamenlijk plaatsvinden zijn luchten, lichamelijke oefening, sport en recreatie. In verband met de veiligheid is er geen vast dag-/weekprogramma maar wisselt het programma per dag. De groepsgrootte is in de EBI beperkt tot maximaal vier gedetineerden.[13] Een gedetineerde die in de EBI is geplaatst komt niet in aanmerking voor het penitentiair programma (artikel 6 sub c Pm). De EBI is ook aangewezen als inrichting met een individueel regime, indien en voor zover dat voor een gedetineerde noodzakelijk is.[14]
De gedetineerde heeft daarnaast op grond van artikel 47, eerste lid, van de Pbw het recht op deelname aan arbeid. Het is op grond van het tweede lid van artikel 47 van de Pbw aan de directeur om ervoor te zorgen dat arbeid beschikbaar is, voor zover de aard van de detentie zich daar niet tegen verzet. Die laatste nuance is van groot belang voor de EBI. Ingevolge artikel 3.2 van de huisregels wordt bij het bepalen van het aanbod van de arbeid rekening gehouden met beveiligingsaspecten.[15] Voorts wordt er in deze huisregel een regeling getroffen specifiek voor de situatie dat er gedurende korte of langere tijd geen arbeid beschikbaar is in de EBI. De gedetineerden krijgen dan 80% van het basisuurloon (€ 0,76) uitbetaald, conform de Regeling arbeidsloon gedetineerden.[16]
Veiligheidsmaatregelen en beperkingen
Het verblijf in de EBI houdt in dat de gedetineerde is onderworpen aan extra veiligheidsmaatregelen en beperkingen. Deze extra veiligheidsmaatregelen en beperkingen vloeien voort uit de Pbw en zijn om die reden ook opgenomen in de huisregels van de EBI. Dit betekent dat aan alle gedetineerden in de EBI een vast pakket aan veiligheidsmaatregelen wordt opgelegd.
Vier ogen principe
Voor personen die in contact staan met EBI-gedetineerden (zoals reclasseringswerkers, notarissen, artsen en geestelijk verzorgers) geldt dat zij in de penitentiaire inrichting in tweetallen hun werk doen. Hierdoor kan een bijdrage worden geleverd aan het voorkomen van situaties waarin de gedetineerde druk, dwang of dreiging kan uitoefenen in de betreffende perso(o)n(en).[17]
Contact met de buitenwereld (bellenbezoek en post)
Na de wetswijziging van de Pbw mogen gedetineerden in de EBI één keer per week één telefoongesprek voeren voor de duur van tien minuten. Ingevolge artikel 23a van de Pm worden de telefoongesprekken voor een periode van maximaal vier maanden bewaard. EBI-gedetineerden kunnen binnen Nederland uitsluitend telefoneren met (positief) gescreende contactpersonen, die aanwezig zijn op één van de (veertien) aangewezen DJI locaties en gebruik maken van een aangewezen toestel. Voor het voeren van telefoongesprekken met contactpersonen in het buitenland zijn dezelfde voorwaarden verbonden als voor het voeren van telefoongesprekken binnen Nederland. Aanvullend geldt dat voor telefoongesprekken buiten Nederland toestemming van de Minister is vereist.[18]
Daarnaast mogen EBI-gedetineerden één uur per week bezoek ontvangen, waarbij de gedetineerde per bezoekmoment één meerderjarige bezoeker mag ontvangen of één minderjarige bezoeker met één meerderjarige bezoeker. Ook mogen EBI-gedetineerden alleen telefoneren, bezoek ontvangen of geld overmaken aan of ontvangen van vooraf (positief) gescreende contactpersonen.[19] Het bezoek in de EBI moet altijd vooraf worden aangevraagd. De bezoekers dienen op een gelimiteerde lijst te staan en zijn vooraf gescreend. Tijdens het bezoek wordt te allen tijden toezicht gehouden. Gesprekken worden opgenomen en beluisterd. Ook kan bezoek in bepaalde gevallen worden geweigerd.[20] Tijdens het bezoek mag in beginsel uitsluitend gesproken worden in de officiële eenheidstalen van de lidstaten en kandidaat-lidstaten van de EU, of in het Marokkaans, Surinaams of Papiamento.[21] Dit vereiste hangt samen met het belang van de controle op de inhoud van het gesprek en de beschikbaarheid van tolken die de inhoud van de post kunnen vertalen. In de praktijk kan deze restrictie tot gevolg hebben dat gedetineerden met hun familie geen contact per post kunnen hebben.
Bezoek zonder glazen wand is in sommige gevallen één keer per maand mogelijk als het gaat om bezoek met de levenspartner en bloedverwanten in de eerste graad. Op grond van artikel 3.8.1 van de EBI-huisregels worden aan een dergelijk bezoekmoment (nog) striktere beperkingen gesteld dan aan een regulier bezoekmoment. Zo worden de bezoekers voorafgaand aan het bezoek gefouilleerd, wordt de gedetineerde voorafgaand aan en na afloop van het bezoek gefouilleerd en gevisiteerd en dient hij eveneens voorafgaand aan en na afloop van het bezoek te wisselen van kleding.[22]
Met betrekking tot poststukken gelden de volgende regels. Geprivilegieerde poststukken die afkomstig zijn van de twee aangewezen rechtsbijstandverleners mogen worden uitgereikt aan de gedetineerde (deze poststukken mogen in het bijzijn van de gedetineerde op contrabande worden gecontroleerd). Geprivilegieerde poststukken die afkomstig zijn van andere rechtsbijstandverleners mogen niet worden uitgereikt aan de gedetineerde. Deze poststukken worden teruggestuurd naar de afzender onder opgave van reden. Niet geprivilegieerde poststukken die afkomstig zijn van andere rechtsbijstandverleners mogen wél worden uitgereikt aan de gedetineerde. Deze poststukken mogen ook op inhoud worden gecontroleerd.[23]
Bevelsbevoegdheid
De Minister kan de communicatiemogelijkheden van gedetineerden in een EBI met de buitenwereld tijdelijk in verregaande mate beperken. Dat kan alleen bij aanwijzingen dat de EBI-gedetineerde zijn contacten gebruikt voor ernstig intimiderende of levensbedreigende activiteiten in de buitenwereld, of als de openbare orde of veiligheid mogelijk in gevaar is.[24]
Maximum aantal rechtsbijstandverleners
Het aantal rechtsbijstandverleners waarmee een EBI-gedetineerde vertrouwelijk contact mag hebben, is met de wetswijziging van de Pbw sinds 1 november 2025 beperkt tot twee. Een EBI-gedetineerde doet opgave van maximaal twee rechtsbijstandverleners die toegang hebben tot de gedetineerde, waarvoor hij/zij het formulier ‘Aangewezen rechtsbijstandverlener’ invult. De rechtsbijstandverlener dient op het formulier te bevestigen dat hij/zij als advocaat optreedt onder vermelding van het BAR-nummer, en dient het formulier retour te sturen naar de penitentiaire inrichting.[25]
De aangewezen rechtsbijstandverlener kan (met toestemming van de gedetineerde) de directeur-generaal van de DJI (hierna: DG DJI) vragen om zich bij bijzondere omstandigheden te laten vervangen door een andere rechtsbijstandverlener. Pas met toestemming van de DG DJI kan een vervangende rechtsbijstandverlener als ‘aangewezen rechtsbijstandverlener’ optreden en als geprivilegieerd contact worden aangemerkt (t.a.v. bezoek, telefonie, post, etc.).[26]
Als een gedetineerde op andere rechtsgebieden betrokken raakt bij een rechtszaak en de twee aangewezen rechtsbijstandverleners niet over de juiste kennis en kunde beschikken, dan is het voor de gedetineerde mogelijk om een extra rechtsbijstandverlener te krijgen met wie er vertrouwelijk contact kan zijn. De gedetineerde heeft in dit soort situaties de mogelijkheid om bij de DG DJI toestemming te vragen voor het aanwijzen van een extra rechtsbijstandverlener. Pas met toestemming van de DG DJI kan een extra rechtsbijstandverlener als ‘aangewezen rechtsbijstandverlener’ optreden en als geprivilegieerd contact worden aangemerkt (t.a.v. bezoek, telefonie, post, etc.).[27]
Visueel toezicht
Het visueel toezicht ziet toe op (fysieke) gesprekken tussen de gedetineerde en zijn/haar rechtsbijstandverlener. Het visueel toezicht vindt plaats door middel van cameraobservatie (zonder geluid). Ook hiermee wordt beoogd een bijdrage te leveren aan het voorkomen van situaties waarin een gedetineerde druk, dwang of dreiging kan uitoefenen op zijn/haar rechtsbijstandverlener. Bovendien wordt het gesprek doorlopend waargenomen, is het gesprek niet hoorbaar en is meelezen in dossierstukken of aantekeningen niet mogelijk. Na afloop van het gesprek worden de camerabeelden terstond verwijderd, deze worden alleen bewaard wanneer het gesprek wordt onderbroken en de directeur besluit het gesprek te beëindigen wegens verhullende of intimiderende communicatie. Wanneer het gesprek is onderbroken, neemt de directeur van de inrichting de beslissing om het gesprek wel of niet definitief te beëindigen. De deken in het arrondissement waar de rechtsbijstandverlener kantoor houdt, wordt ingelicht over het beëindigen van het gesprek.[28]
Tegen de beslissing van de directeur om het bezoek te beëindigen, staan beklag en beroep open. De gedetineerde in kwestie kan tot en met de zevende dag na de dag waarop hij of zij in kennis is gesteld van de beslissing, beklag instellen door het indienen van een beklagschrift bij de beklagcommissie van de inrichting. Wanneer beklag wordt ingediend, worden de camerabeelden zes weken na de beklagtermijn verwijderd. Tegen de uitspraak van de beklagcommissie kunnen de directeur van de inrichting en de gedetineerde in beroep. Het beroepschrift dient uiterlijk zeven dagen na de dag van ontvangst van een afschrift of de mondelinge mededeling van de uitspraak worden ingediend. De bewaartermijn van de camerabeelden wordt in het geval van beroep verlengd tot de dag na de uitspraak van de beroepscommissie.[29]
Huisregels
Voor het gehele gevangeniswezen geldt een standaard model huisregels.[30] De EBI vormt hierop een uitzondering (zie artikel 4 van de Regeling model huisregels penitentiaire inrichtingen). Voor de EBI geldt een apart model huisregels, opgenomen in de Regeling model huisregels EBI.[31] In de EBI is een aantal extra veiligheidsmaatregelen in het regime geïntegreerd. De rechten en plichten van de gedetineerden in een EBI kunnen dus afwijken van het standaard model huisregels dat in de PI’s geldt. Vanwege het bijzondere karakter van de EBI is in artikel 2 lid 3 van de Regeling model huisregels EBI opgenomen dat de directeur zijn huisregels en eventuele daarop volgende wijzigingen steeds binnen een maand ter goedkeuring aan de Minister toezendt.[32]
Controle en geweldgebruik
Artikel 28 van de Pbw bevat maatregelen waarmee de identiteit van de gedetineerde vastgesteld kan worden. In de EBI gelden ten aanzien van het vaststellen van de identiteit van de gedetineerde aanvullende regels. De identiteit wordt in ieder geval vastgesteld bij binnenkomst in en bij het verlaten van de EBI – dus ook voorafgaand aan en na afloop van transport – en in beginsel voorafgaand aan en na afloop van bezoek. Naast het vragen naar persoonsgegevens kan de identiteitsvaststelling geschieden aan de hand van een foto, vingerafdruk en irisscan. In artikel 6.1 van de EBI-huisregels is bepaald dat minimaal eenmaal per jaar of, in geval van een sterk veranderd uiterlijk, gedurende de detentie besloten kan worden dat nogmaals een foto van de gedetineerde wordt gemaakt, waartoe hij verplicht is zijn medewerking aan te verlenen.[33]
In de EBI wordt veelvuldig gebruikgemaakt van de mogelijkheid die artikel 29 van de Pbw biedt tot fouilleren en visitatie. De directeur is op basis van dit artikel bevoegd een gedetineerde bij binnenkomst of bij het verlaten van de inrichting, voorafgaand aan of na afloop van bezoek, of indien dit anderszins noodzakelijk is in het belang van de handhaving van de orde of de veiligheid in de inrichting, aan zijn lichaam of aan zijn kleding te onderzoeken. Het onderzoek aan het lichaam van de gedetineerde omvat mede het uitwendig schouwen van de openingen en holten van het lichaam van de gedetineerde. Het onderzoek aan de kleding van de gedetineerde omvat mede het onderzoek van de voorwerpen die de gedetineerde bij zich draagt of met zich meevoert. In de EBI-huisregels is vervolgens een nadere uitwerking opgenomen, namelijk dat gedetineerden op ieder moment aan hun lichaam en kleding kunnen worden onderzocht in het belang van de handhaving van de orde en veiligheid in de inrichting.[34] Stelselmatige visitatie is echter niet toegestaan.[35] Steekproefsgewijs onderzoek aan lichaam en kleding werd door de beroepscommissie van de RSJ wel toelaatbaar geacht.[36] De voorzieningenrechter oordeelde eerder echter al dat steekproefsgewijs visiteren te algemeen van karakter was en dat rekening moest worden gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de gedetineerde. Ook steekproefsgewijs visiteren is daarom geen onderdeel meer van het beleid in de EBI.[37]
Een gedetineerde die verblijft in de EBI kan op grond van artikel 34a, eerste lid, van de Pbw dag en nacht worden geobserveerd met een camera. Dit is toegestaan indien:
- dit noodzakelijk is in het belang van de handhaving van de orde of de veiligheid in de inrichting;
- dit noodzakelijk is voor een ongestoorde tenuitvoerlegging van de vrijheidsbeneming;
- dit ter bescherming van de geestelijke of lichamelijke toestand van de gedetineerde noodzakelijk is;
- bij ontvluchting of schade aan de gezondheid van de gedetineerde grote maatschappelijke onrust zou kunnen ontstaan of ernstige schade zou kunnen worden toegebracht aan de betrekkingen van Nederland met andere staten of internationale organisaties.
Op grond van artikel 34a, derde lid, van de Pbw mag het cameratoezicht maximaal twee weken duren, maar mag dit steeds met ten hoogste twee weken worden verlengd. In de praktijk wordt van de mogelijkheid tot cameratoezicht bij hoge uitzondering gebruikgemaakt.[38]
Verlaten van de inrichting
Ook een gedetineerde die in de EBI verblijft kan op grond van artikel 26 van de Pbw worden toegestaan om de inrichting te verlaten. In de huisregels van de EBI zijn in dit verband wel extra regels opgenomen. Zo worden de gedetineerden die in de EBI verblijven over het algemeen altijd door het Bijzondere Ondersteuningsteam vervoerd en kan er tijdens transport gebruik worden gemaakt van een blinderingsbril en handboeien.[39] Op grond van artikel 16, eerste lid, sub g, onder 2, van de Regeling tijdelijk verlaten inrichting (hierna: Rtvi) zijn gedetineerden die verblijven in de EBI uitgesloten van re-integratieverlof. Voor incidenteel verlof, zoals genoemd in de artikelen 21 tot en met 33 Rtvi, is ten aanzien van gedetineerden die verblijven in de EBI geen uitsluiting opgenomen. Wat wel anders is, is dat niet de directeur maar de Minister op grond van artikel 32 lid 1 en lid 2 sub c Rtvi op een verzoek om incidenteel verlof beslist.
____________________________________________________
[1] Kelk 2015, p. 335 en Gevangen in de EBI, WODC 2013, p. 34 ev.
[2] Bleichrodt en Vegter 2016, p. 134.
[3] Kamerstukken II 2024/25, 29911, nr. 465, p. 4 en 5.
[4] Kamerstukken II 2022/2023, 36372, nr. 2.
[5] Toelichting op de Regeling houdende de wijziging van de Regeling toelating en weigering bezoek en beperking telefooncontacten en Toelichting op de Regeling houdende vaststelling van het model huisregels AIT en EBI.
[6] ‘Wijziging Penitentiaire beginselenwet AIT en EBI’, dji.nl.
[7] Idem.
[8] RSJ, Advies wijziging GVM-circulaire, wijziging Regeling beperking telefooncontacten en vaststelling Regeling model huisregels AIT en EBI, Den Haag: RSJ 2024.
[9] BC 9 april 2001, 00/2250/GB, Sancties 2001, nr. 33.
[10] BC 15 mei 1995, B95/36, Sancties 1995, nr. 43.
[11] Kelk 2015, p. 337, BC 22 september 1999, B99/240/GB, BC 21 oktober 1999, B99/289/GB en BC 16 maart 2000, B99/493/GB.
[12] RSJ 6 juni 2013, met kenmerk 12/3910/GB.
[13] Gevangen in de EBI, WODC 2013, p. 83.
[14] Idem, p. 49.
[15] Idem, p. 100.
[16] Stcrt. 1998, 248, laatstelijk gewijzigd bij Stcrt. 2012, 203, inwerkingtreding op 1 januari 2012. Het moment waarop het recht op wachtgeld ontstaat, is in beginsel de dag na de intake, als het arbeidscontract is ondertekend maar er geen arbeid wordt aangeboden aan de gedetineerde (BC 12 juni 2012, 11/4434/GA).
[17] ‘Informatieblad. Wijzigingen Pbw voor gedetineerden in een AIT of EBI - voor ketenpartners’, dji.nl, 22 augustus 2025.
[18] Idem.
[19] Idem.
[20] Gevangen in de EBI, WODC 2013, p. 115.
[21] Idem, p. 93.
[22] Idem, p. 155.
[23] ‘Informatieblad. Rechtsbijstandverleners van gedetineerden die verblijven in de AIT en/of EBI - voor rechtsbijstandverleners’, dji.nl, 7 november 2025.
[24] ‘Informatieblad. Wijzigingen Pbw voor gedetineerden in een AIT of EBI - voor ketenpartners’, dji.nl, 22 augustus 2025.
[25] ‘Informatieblad. Rechtsbijstandverleners van gedetineerden die verblijven in de AIT en/of EBI - voor rechtsbijstandverleners’, dji.nl, 7 november 2025.
[26] Idem.
[27] Idem.
[28] ‘Informatieblad. Visueel toezicht in de AIT en EBI - voor rechtsbijstandverleners’, dji.nl, 7 november 2025.
[29] Idem.
[30] Regeling model huisregels penitentiaire inrichtingen.
[31] De bijlage waarin het daadwerkelijke model huisregels EBI is opgenomen is niet gepubliceerd, maar ligt ter inzage.
[32] Regeling van de Minister van Justitie van 12 oktober 1998, Stcrt. 1998, 233, p. 14.
[33]Gevangen in de EBI, WODC 2013, p. 85.
[34] Gevangen in de EBI, WODC 2013, p. 86.
[35] O.a. EHRM 4 februari 2003, 52750/99 en 50901/99 (Lorsé- en Van der Ven), waarin het stelselmatig visiteren bij de wekelijkse celinspectie in strijd met artikel 3 EVRM werd geacht.
[36] RSJ 03/0988/GA, 03/1326/GA, 02/1327/GA, 03/1328/GA, 1 maart 2004.
[37] Gevangen in de EBI, WODC 2013, p. 88.
[38] Bleichrodt en Vegter 2016, p. 230.
[39] Gevangen in de EBI, WODC 2013, p. 84. De transportbewegingen zijn sterk ingeperkt door de invoering van de extra beveiligde rechtbank op het terrein van PI Vught.
