Sla inhoud over

Vervoer justitiabelen

Er worden jaarlijks door heel Nederland duizenden personen vervoerd die door de overheid van hun vrijheid zijn ontnomen. Gedetineerden, jeugdigen, ter beschikking gestelden en anderszins verpleegden en bestuursrechtelijk ingesloten vreemdelingen[1] (hierna: justitiabelen) worden vervoerd voor onder meer het bijwonen van gerechtelijke procedures, een toetsing van de ondertoezichtstelling, een ziekenhuisafspraak, overplaatsing naar een andere inrichting, sociaal bezoek, presentatie aan een ambassade of uitzetting uit Nederland.

Vreemdelingen in vreemdelingenbewaring vallen niet onder het strafrecht, maar onder het bestuursrecht, meer specifiek onder de Vreemdelingenwet (Vw 2000), die de toegang, toelating, toezicht en uitzetting van vreemdelingen regelt. Binnen DJI ligt de verantwoordelijkheid voor vreemdelingen bij de divisie Gevangeniswezen/Vreemdelingenbewaring. In de vreemdelingenbewaring zijn verschillende groepen te onderscheiden. Als eerste de vreemdelingen die in Nederland worden aangehouden wegens onrechtmatig verblijf, die zijn ingesloten op grond van artikel 59 van de Vw 2000. Op deze groep vreemdelingen is de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) van toepassing. Daarnaast heb je de aan de grens geweigerde vreemdelingen die zijn ingesloten op grond van artikel 6 van de Vw 2000, waarop de Pbw niet van toepassing is. . En als laatste heb je de vreemdelingen in het strafrecht, de VRIS’ers, die geen verblijfsvergunning hebben en een strafbaar feit hebben gepleegd of hiervan worden verdacht. Deze laatste groep valt onder het vervoer voor het gevangeniswezen. Zie voor meer uitleg het dossier vreemdelingenbewaring.


Vervoer door DV&O
Sinds 1997 is de Dienst Vervoer & Ondersteuning (hierna: DV&O) als landelijke dienst van de Dienst Justitiële Inrichtingen (hierna: DJI) belast met het vervoer en begeleiden van justitiabelen en het uitvoeren van bijzondere beveiligingsmaatregelen binnen justitiële inrichtingen. De gang van zaken met betrekking tot het vervoer van justitiabelen is slechts in algemene zin terug te vinden in de wetgeving.[2] Verdere regelgeving is terug te vinden in de Regeling vervoer van justitiabelen en diverse circulaires. Daarnaast bestaan er convenanten waarin afspraken over het vervoer tussen partijen zijn opgenomen.

Bekijk hier de kennismakingsfilm met DV&O.

Verschillende soorten vervoer
Rechtsgangvervoer en inrichtingsvervoer
Het rechtsgangvervoer is het vervoer van een justitiabele in het kader van een gerechtelijke procedure.[3] De directeur van de inrichting is in beginsel niet verantwoordelijk voor het aanvragen en regelen van zogenoemd ‘rechtsgangvervoer’, hiervoor is het Openbaar Ministerie of de rechtbank verantwoordelijk. Een uitzondering hierop is als het beveiligingsniveau van het vervoer is aangepast op initiatief van de directeur.[4] Er kunnen zich echter situaties voordoen waarbij de directeur een zorgplicht heeft ten opzichte van de justitiabele.[5] De directeur is altijd verantwoordelijk voor de justitiabelen, maar het advies van de risicoanalisten van DV&O kan leidend zijn.[6] De risicoanalist is uiteindelijk verantwoordelijk voor de manier waarop de DV&O de justitiabelen vervoert. Dit is mede om de veiligheid van het personeel van de DV&O en de veiligheid van de samenleving te waarborgen.

Tot het inrichtingsvervoer wordt het sociale en het medische vervoer vanuit de inrichting gerekend. Het verlaten van de inrichting in het kader van sociaal vervoer vindt plaats op humanitaire gronden. Te denken valt aan het bijwonen van kraam-, rouw- of afscheidsbezoek door de justitiabele. Onder het medisch vervoer valt het transport naar een plaats voor medische behandeling, zoals transport naar het ziekenhuis, een kliniek of een specialist. Het inrichtingsvervoer wordt altijd geïnitieerd en aangevraagd door de inrichting.[7]

In de beginselenwetten[8] is de wettelijke basis voor deze soorten vervoer van justitiabelen neergelegd. Hierin wordt bepaald dat de directeur van de inrichting de justitiabele in de gelegenheid dient te stellen de inrichting te verlaten om een gerechtelijke procedure bij te wonen. Daartoe kan de directeur ambtenaren of medewerkers bevelen dat de betrokken persoon naar de daartoe bestemde plaats wordt overgebracht. Zoals eerder al vermeld vindt dit vervoer plaats op humanitaire gronden. De directeur van de inrichting draagt zorg voor de overbrenging van de justitiabele naar een ziekenhuis of een andere instelling, indien de medische behandeling daar plaatsvindt.[9]

Plaatsings- en overplaatsingsvervoer
Het plaatsings- en overplaatsingsvervoer van justitiabelen vindt plaats in opdracht van de selectiefunctionaris van de DJI.[10] De selectiefunctionarissen zijn bevoegd de overbrenging van de justitiabelen te bevelen naar de voor hen bestemde inrichting. Zij kunnen de overbrenging laten plaatsvinden door daartoe aangewezen ambtenaren of medewerkers.[11] Dit vervoer wordt altijd uitgevoerd door de DV&O.[12]

BOT, LBB, speurhonden en Extra Beveiligd Vervoer (EBV) en Beveiligd Vervoer Internationale Strafhoven (BVIS)

Voor bepaalde taken zijn er binnen de DV&O specialisten werkzaam bij verschillende onderdelen. Deze vallen onder de divisie ‘Specialistische Taken’. Lees hier meer over deze verschillende onderdelen.
Bekijk hier de video over het BOT.

De verantwoordelijkheidsverdeling
Het vervoer van gedetineerden, jeugdigen, ter beschikking gestelden en anderszins verpleegden is onderdeel van de wettelijke opdracht van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI). De wettelijke opdracht houdt in de tenuitvoerlegging van vrijheidsstraffen en vrijheidsbenemende maatregelen. Het vervoer binnen DJI is opgedragen aan de DV&O. Daarnaast hebben een aantal inrichtingen de mogelijkheid zelf het vervoer te regelen, het zogenaamde inrichtingsvervoer. Voor beide wijzen van vervoer geldt de Regeling vervoer van justitiabelen.  Deze regeling is niet van toepassing op het vervoer op basis van convenanten dat wordt uitgevoerd voor andere (Rijks)overheidsdiensten.[13]

Op basis van convenanten kan de DV&O ook transporten uitvoeren die niet behoren tot haar kerntaak. Dit wordt zelfs aanbevolen indien dit de efficiency van transporttaken bevordert. De DV&O heeft op dit moment met enkele eenheden van de politie een convenant, waarbij de DV&O het binnenarrondissementale rechtsgangvervoer verricht. Binnen de andere eenheden verricht de politie dit binnenarrondissementale rechtsgangvervoer zelf.

Indien de veiligheidsrisico’s te groot zijn, is de inrichting niet bevoegd het inrichtingsverkeer uit te voeren. Het is aan de inrichtingsdirecteur om te bepalen wanneer de risico’s te groot zijn. De risico’s zijn in ieder geval te groot als een ingeslotene wordt aangemerkt als (extreem) vlucht- en gemeengevaarlijk.[14] Dit geldt in ieder geval voor de justitiabelen die op de lijst van gedetineerden met een vlucht- en/of maatschappelijk risico staan. Zij worden door het extra beveiligd vervoer van de DV&O getransporteerd. De inrichting is slechts bevoegd dit transport zelf uit te voeren wanneer het om zeer dringende medische redenen niet kan worden uitgesteld en de DV&O er niet binnen de gewenste tijd in kan voorzien.[15] 

De directeur van de inrichting is, door middel van de ‘lange arm constructie’, ook verantwoordelijk voor vervoersbewegingen in opdracht van de inrichting uitgevoerd door de DV&O.[16] Bij het plaatsings- en overplaatsingsvervoer ligt dit anders, aangezien de opdrachtgever een selectiefunctionaris is.
 
De praktische gang van zaken
Voorafgaand aan het transport vermeldt de transportaanvrager informatie die van belang is voor de veiligheid.[17] Het personeel van de inrichting draagt er zorg voor dat de justitiabele op tijd klaar staat voor het transport.[18] Als bij een transportaanvraag bijzonderheden staan vermeld, gaat de transportaanvraag eerst voor een beoordeling langs de afdeling Risicoanalyse van de DV&O. De risicoanalisten zijn bevoegd om het beveiligingsniveau en het type transport vast te stellen. Dit doen ze na afweging van de beschikbare informatie over de te vervoeren persoon, waarvoor ze dagelijks in contact staan met de ketenpartners.[19]

Medicatie, eten, drinken en toiletgebruik tijdens transport
De inrichting geeft (indien van toepassing) medicijnen voor de justitiabele aan de wagencommandant mee en informeert de wagencommandant over het gebruik van de medicijnen door de justitiabele tijdens het transport. Deze medicijnen worden tijdens het transport door de transportgeleider in beheer gehouden en indien nodig op de door de inrichting voorgeschreven wijze verstrekt.[20] De inrichting geeft een lunchpakket en drinken mee aan de transportgeleider als te verwachten is dat de justitiabele tijdens het transport eten nodig heeft. De justitiabele kan hier natuurlijk ook voorafgaand aan het transport bij de inrichting om vragen. De DV&O verstrekt geen eten of drinken. Er mag tijdens het transport niet tussentijds gestopt worden om bijvoorbeeld eten of drinken te kopen, behalve wanneer sprake is van een noodgeval waardoor de aanschaf van deze goederen niet kan wachten. Dit zou het geval kunnen zijn bij de uitloop van een rit waardoor een justitiabele zeer lang zonder eten en drinken zit én indien er geen andere alternatieven mogelijk zijn. Tijdens het transport is het de justitiabele slechts toegestaan gebruik te maken van een toilet in een inrichting of een andere beveiligde locatie.[21]

Gescheiden vervoer van justitiabelen
Artikel 3 van de Regeling vervoer van justitiabelen bepaalt dat gedetineerden, ter beschikking gestelden en anderszins verpleegden en jeugdigen van achttien jaar of ouder tijdens eenzelfde transport kunnen worden vervoerd. Daarbij worden mannen, vrouwen en jeugdigen van achttien jaar of ouder in een apart compartiment vervoerd. Jeugdigen jonger dan achttien jaar worden gescheiden van volwassenen in een apart voertuig vervoerd, waarbij jongens en meisjes in aparte compartimenten worden vervoerd. Indien noodzakelijk in verband met een strafrechtelijk onderzoek kan een justitiabele (op verzoek van de transportaanvrager) afzonderlijk worden vervoerd.

Toepassen van geweld en het aanwenden van vrijheidsbeperkende middelen
Op grond van artikel 6 van de circulaire dienstinstructie bestemd voor het vervoer van justitiabelen door DV&O van 1 juli 2014[22] vindt de toepassing van geweld door transportgeleiders[23] plaats (zie ook de geweldsinstructie penitentiaire inrichtingen, de geweldsinstructie inrichtingen voor verpleging van ter beschikking gestelden, de regeling geweldsinstructie justitiële jeugdinrichtingen, en de daarop gebaseerde bepalingen van proportionaliteit en subsidiariteit). Op grond deze geweldinstructies zijn personeelsleden of medewerkers bevoegd tot het gebruik van geweld en het aanwenden van vrijheidsbeperkende middelen, mits zij over voldoende vaardigheden beschikken. Ook kan een personeelslid of medewerker kan ten behoeve van het vervoer of interne overplaatsing, een broekstok of handboeien aanleggen.

Onder vrijheidsbeperkende middelen vallen:
(1) handboeien van een door de Minister voor Rechtsbescherming goedgekeurd merk en type (niet bij jeugdigen)

(2) een broekstok;

(3) middelen als bedoeld in de bijlage bij de desbetreffende Regeling toepassing mechanische middelen;

(4) blinderingsmiddelen van een door de Minister voor Rechtsbescherming goedgekeurd merk en type (niet bij jeugdigen en ter beschikking gestelden).

De bevoegdheid om geweld of geweldsmiddelen en vrijheidsbeperkende middelen te gebruiken is verder gebaseerd op de artikelen 35 Pbw, 40 Bjj en 30 Bvt. Hierin staat opgenomen dat de directeur of het hoofd van de inrichting bevoegd is vrijheidsbeperkende middelen aan te wenden, voor zover dit noodzakelijk is met het oog op de genoemde belangen, dat bij het gebruik van geweld mogelijk een waarschuwing vooraf gaat en dat er bij het gebruik van geweld onverwijld een schriftelijk verslag wordt opgesteld. Het vervoeren van justitiabelen met gebruikmaking van boeien en/of een broekstok is echter niet vanzelfsprekend.[24] Er dient aan het gebruik van een zogenaamd transportmiddel een individuele beslissing ten grondslag te liggen waarbij een afweging van belangen dient plaats te vinden. Daarbij moet een belangenafweging worden gemaakt tussen het belang van een adequate beveiliging en de gezondheidstoestand van de justitiabele. Dat deze afweging niet altijd even makkelijk is, blijkt wel uit de jurisprudentie van de RSJ en de beklagcommissie voor het vervoer.[25]   

De transportgeleider kan handboeien aanleggen, mits dit redelijkerwijs is vereist met het oog op gevaar voor de veiligheid van de transportgeleider, gevaar voor ontvluchting, gevaar voor de veiligheid van de justitiabele, gevaar voor de veiligheid van derden of gewelddadig gedrag tegen goederen.[26] Bovendien kan na toestemming van de coördinator van de DV&O bij transport van een gedetineerde door het Bijzonder Ondersteuningsteam (BOT) een blinderingsmiddel worden gebruikt.[27]

Dwangmiddelen vreemdeling
In het kader van gedwongen uitzetting wordt een vreemdeling op het vliegveld overgedragen aan de Koninklijke Marechaussee. Vanaf dat moment is de Koninklijke Marechaussee verantwoordelijk voor het aanwenden van dwangmiddelen.[28]

Onderzoek lichaam en kleding
Een justitiabele mag tijdens het vervoer geen goederen bij zich hebben die kunnen zorgen voor een veiligheidsrisico. De basisverantwoordelijkheid voor het zogenaamd schoon aanleveren van justitiabelen ligt bij de aanvrager van het transport, meestal de inrichting. De transportaanvrager kan bij twijfel hierover de transportgeleider verzoeken een onderzoek aan lichaam of kleding te verrichten. Bij de minste twijfel kan de transportgeleider ook zelfstandig een dergelijk onderzoek verrichten. Het onderzoek aan de kleding van de justitiabele houdt onder andere een onderzoek in van de voorwerpen die de justitiabele bij zich draagt of met zich meevoert. Het onderzoek aan lichaam of kleding gebeurt overeenkomstig artikel 29 Pbw, 34 Bjj en 23 Bvt zoveel mogelijk door personen van hetzelfde geslacht als de justitiabele.[29]

Aantreffen goederen bij fouillering en toezicht tijdens transport
Tijdens het fouilleren kunnen voorwerpen worden aangetroffen die bewaard en vervoerd moeten worden, waarmee de justitiabele zichzelf of anderen letsel kan toebrengen. Dit kunnen bijvoorbeeld ringen, halskettingen, armbanden en andere sieraden of voorwerpen betreffen. Inbeslaggenomen goederen worden overgedragen aan de inrichting waar de justitiabele verblijft of aan de politie als het gaat om goederen waarvan het bezit een strafbaar feit oplevert.[30]Tijdens het transport wordt toezicht gehouden door middel van camera’s en spreek- en luisterverbindingen in de voertuigen. De geweldsinstructies[31] op basis van de beginselenwetten zijn hierop van toepassing.[32]

Disciplinaire straf en ordemaatregel
De directeur van de inrichting waar de justitiabele verblijft is bevoegd om voor misdragingen tijdens het transport een disciplinaire straf op te leggen vanwege feiten die onverenigbaar zijn met de ongestoorde tenuitvoerlegging van de vrijheidsbeneming. De directeur is ook bevoegd een ordemaatregel op te leggen als dit nodig is voor  handhaving van de orde of veiligheid in de inrichting en/of noodzakelijk is voor de ongestoorde tenuitvoerlegging van de vrijheidsbeneming en/of  ter bescherming van de betrokken justitiabele[33].

In de Memorie van Toelichting (hierna: MvT) bij de beginselenwetten is bepaald dat gedragingen van een justitiabele buiten de inrichting voor disciplinaire afdoening in aanmerking komen, mits het verblijf buiten de inrichting nog viel onder de tenuitvoerlegging van de vrijheidsbeneming.[34] Daarnaast kan een straf worden opgelegd of worden tenuitvoergelegd in een andere inrichting of afdeling dan waarin het verslag is opgemaakt. Uit de MvT volgt ook dat het opleggen van een ordemaatregel zowel mogelijk is naar aanleiding van incidenten binnen als buiten de inrichting.[35] De directeur van de inrichting waar de justitiabele verblijft is dus bevoegd een disciplinaire straf of ordemaatregel op te leggen naar aanleiding van een incident tijdens het rechtsgangvervoer of het inrichtingsvervoer.[36] Zo kan een disciplinaire straf opgelegd worden als de justitiabele de goede gang van zaken bij het transport en het bezoek aan bijvoorbeeld het ziekenhuis heeft verstoord.[37]

Vervoer van goederen
Voor informatie over het vervoer van goederen wordt u verwezen naar het dossier “goederen” en dan in het bijzonder naar het kopje “Transport van goederen”.

Commissie van Toezicht bij de DV&O
Bij besluit van 19 juli 2010 is door de Minister van Justitie een CvT ingesteld bij de DV&O.[38] Zij heeft een toezichthoudende taak op alle vervoersbewegingen onder de verantwoordelijkheid van DJI van alle personen die vallen onder de reikwijdte van de Pbw, de Bjj en de Bvt.

Beklagcommissie voor het vervoer
Sinds 2021 beschikt de CvT bij de DV&O over een beklagcommissie voor het vervoer. Zij behandelt klachten over het onderzoek aan lichaam en kleding, het gebruik van geweld of geweldsmiddelen en het gebruik van vrijheidsbeperkende middelen voor zover dit tijdens het transport heeft plaatsgevonden. De beklagcommissie voor het vervoer heeft een landelijke functie en daarom is er geen maandcommissaris ingesteld die met de justitiabele in gesprek kan gaan over de klacht.

Klik hier voor meer inhoudelijke informatie over de beklagcommissie voor het vervoer.

Digitale ontwikkelingen bij de DV&O ten aanzien van transport en goederenvervoer
De DV&O werkt hard aan de doorontwikkeling van ‘Drife’, dat staat voor Drive For Excellence. Drife bestaat uit meerdere applicaties, te weten het DV&O-portaal, Aanvraag Opdrachten Beheer (AOB) en Quintiq. Om de keten aan applicaties compleet te maken, is de invoer van de tablets met Drife-App beschikbaar voor het Extra Beveiligd Vervoer, sinds november 2020. Later zal ook het regulier vervoer gaan volgen.

Het DV&O-portaal is een digitale applicatie, waarin alle diensten van de DV&O kunnen worden aangevraagd door ketenpartners. Binnen die ketenpartners zijn er aanvragers die autorisaties hebben welke gekoppeld zijn aan de producten die hij/zij kan aanvragen. Alle aanvragers binnen de ketenpartners zijn aangesloten op het DV&O-portaal (o.a. Nationale Politie, Openbaar Ministerie, Rechtspraak, Dienst Terugkeer & Vertrek, Koninklijke Marechaussee, Centraal Orgaan opvang Asielzoekers, Dienst Justitiële Instellingen en particuliere instellingen). Er zijn ook nog een aantal aanvragers die aanvragen kunnen indienen op de oude manier en die vervolgens in het portaal worden verwerkt door medewerkers van het klantcontactcentrum (hierna: KCC).

Het aanvragen van diensten via het DV&O-portaal levert een enorme kwaliteitsverbetering op ten opzichte van de huidige aanvraagmethode voor zowel de klant als de DV&O; aanvragen worden digitaal, volledig en leesbaar ontvangen wat maakt dat de kans op fouten aanzienlijk beperkt wordt. Het DV&O-portaal biedt meerdere functionaliteiten naast het aanvragen van diensten, zoals de mogelijkheid tot het wijzigingen en annuleren van aanvragen (ook namens collega’s) en inzage in het ophaal- en afzetplan (OAP). Het OAP bevat informatie over wanneer personen worden gehaald en gebracht en toont de status van de aanvraag. Binnen het OAP is het voor alle ophaal- en afzetlocaties mogelijk om aanvragen die betrekking hebben op de eigen locatie te raadplegen.
Ophaallocaties hebben tevens de mogelijkheid om voor de eigen locatie aanvragen aan te vullen (met gegevens van de justitiabele omtrent beheers- en veiligheidsrisico’s, medische bijzonderheden etc.) of te annuleren (medisch niet in staat, het tekenen van afstand, betrokkene niet bekend op ophaallocatie etc.). Door het aanvullen/annuleren van aanvragen en het plannen (24/7) middels Quintiq, kunnen zowel de opdrachten, statusmeldingen als de tijden fluctueren. Het OAP ververst zich daarom automatisch iedere 15 minuten.

In de toekomst zal er een koppeling met Divisie Individuele Zaken (DIZ) gebouwd worden zodat deze rechtstreeks bij de DV&O kunnen aanvragen. De aanvragen van DIZ komen dan rechtstreeks bij AOB binnen. In AOB worden de aanvragen van het DIZ en het DV&O-portaal automatisch beoordeeld en worden uitvoeringscriteria aan de opdrachten toegevoegd. Zo wordt bepaald in welk type voertuig de opdracht uitgevoerd moet worden, welk uniform gedragen moet worden en welke vrijheidsbeperkende en geweldsmiddelen mee moeten. Als er geen handmatige beoordeling noodzakelijk is, wordt de aanvraag zonder tussenkomst doorgegeven aan Quintiq. Voor aanvragen waarbij bijvoorbeeld bijzonderheden zijn ingevoerd of extra beveiligingsmaatregelen noodzakelijk zijn, wordt de beoordeling van de aanvraag niet meer automatisch gedaan maar door KCC-medewerkers en risicoanalisten.

In Quintiq wordt de gehele planning van de inzet van voertuigen en medewerkers gedaan. Het gaat niet alleen over vervoer, maar ook over de inzet van LBB-ers en EBV-ers.[39] De planning van de complexbeveiligers gebeurt nu nog niet in Drife. Het resultaat van de planning gaat terug naar AOB. AOB levert de gehele rittenstaat voor de transportgeleiders DV&O af aan het DV&O-portaal. Ieder voertuig is zowel door de verkeersleiding als de leidinggevende te volgen via het voertuigvolgsysteem TomTom Webfleet.  
-------------------------------

[1] In dit dossier wordt onder een vreemdeling verstaan een vreemdeling in vreemdelingenbewaring op grond van het beperkte Pbw regime.

[2] RSJ, Het vervoer van ingeslotenen en hun goederen, versie 2012, p. 13.

[3] RSJ, Het vervoer van ingeslotenen en hun goederen, versie 2012, p. 14.

[4] RSJ 14/3526/GA, 22 december 2014.

[5] Zie bijvoorbeeld RSJ 31 juli 2019, R-18/2260/GA en RSJ 17 april 2020, R-19/2650/GA.

[6] RSJ R-18/2410/GA, 25 juli 2019 ten aanzien van onderdeel c.

[7] RSJ, Het vervoer van ingeslotenen en hun goederen, versie 2012, p. 17.

[8] De Penitentiaire beginselenwet (Pbw), de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) en de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt).

[9] Artt. 42 Pbw, 47 Bjj en 41 Bvt.

[10] RSJ, Het vervoer van ingeslotenen en hun goederen, versie 2012, p. 20.

[11] RSJ, Het vervoer van ingeslotenen en hun goederen, versie 2012, p. 20.

[12] Regeling vervoer van justitiabelen.

[13] Toelichting op de Regeling vervoer van justitiabelen, 15 juli 2014, Staatscourant 2014 nr 20678.

[14] Met ‘gemeengevaarlijk’ worden delicten bedoeld waardoor de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar wordt gebracht.

[15] RSJ, Het vervoer van ingeslotenen en hun goederen, versie 2012, p. 19.

[16] Bij brief van 23 december 2000, kenmerk 5067682/00/DJI.

[17] artikel 9 van de Regeling vervoer van justitiabelen

[18] artikel 14 van de Regeling vervoer van justitiabelen.

[19] Vervoer | Over DJI | dji.nl

[20] artikel 15 van de Regeling voor het vervoer van justitiabelen.

[21] artikelen 16, 17 en 18 van de Regeling vervoer van justitiabelen.

[22] artikel 6 van de Dienstinstructie bestemd voor het vervoer van justitiabelen door DV&O, 1 juli 2014.

[23] DJI, nota ‘Input reactie RSJ rapport ‘het vervoer van ingeslotenen en hun goederen’’, 2012, p. 5. NB: In het rapport van de RSJ (p. 28) wordt de indruk gewekt dat alle personen die werkzaam zijn bij DV&O in de functie van transportgeleider van rechtswege zijn aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar en de bevoegdheden ten aanzien van vervoer ontlenen aan de Politiewet en de Ambtsinstructie voor de politie, Koninklijke Marechaussee en andere opsporingsambtenaren. Dit is onjuist.

[24] RSJ R-19/3700/GA, 6 mei 2020.

[25] RSJ 21/22728/DA, 7 januari 2022 en RSJ R-20/6069/GA, 27 juli 2021.

[26] RSJ, Het vervoer van ingeslotenen en hun goederen, versie 2012, p. 28; RSJ R-18/0969/GA, 1 april 2019.

[27] Artikel 10a van de Geweldsinstructie penitentiaire inrichtingen.

[28] RSJ, Het vervoer van ingeslotenen en hun goederen, versie 2012, p. 24.

[29] artikel 16 van de Dienstinstructie bestemd voor het vervoer van justitiabelen door DV&O, 1 juli 2014.

[30] artikel 7 van de Regeling vervoer van justitiabelen.

[31] dit betreft de Geweldsinstructie penitentiaire inrichtingen, de Geweldsinstructie inrichtingen voor verpleging van ter beschikking gestelden en de Regeling geweldsinstructie justitiële jeugdinrichtingen.

[32] artikel 9 van de Regeling vervoer van justitiabelen.

[33] Artt. 50/51 en 24/25 Pbw, 55/54 en 24/25 Bjj en 48/49 Bvt en 31 e.v. Bvt.

[34] Kamerstukken II 1994-95, 24 263, nr. 3, p. 67.

[35] Kamerstukken II 1994-95, 24 263, nr. 3, p. 43.

[36] Zie bijvoorbeeld RSJ R-19/4186/GA, 31 december 2019 en RSJ R-19/4330/GA

[37] RSJ R-19/3424/GA, 12 november 2020.

[38] Instellingsbesluit Commissie van Toezicht van DV&O namens de minister, d.d. 19 juli 2010.

[39] LBB is Landelijke Bijzondere Bijstandseenheid, EBV is Extra Beveiligd Vervoer.