Opnieuw zoeken

Sla inhoud over

Uitspraken zoeken

Resultaten 1 - 1 van 1

Datum uitspraak:
13/07/2016
Artikel:
23, lid 1 sub a Pbw
Kenmerk van uitspraak:
KC 2016/051
Samenvatting:
Klager beklaagt zich over de beslissing van de directeur om aan hem een ordemaatregel op te leggen van uitsluiting van deelname aan de activiteiten in het re-integratiecentrum (RIC) voor de duur van veertien dagen, nadat er meerdere incidenten zijn geweest tussen klager en medewerksters van het RIC. Het laatste incident betrof de situatie dat klager de deur van het toilet heeft dichtgeduwd toen een medewerkster van het RIC naar buiten wilde gaan, waarbij klager de medewerkster vervolgens op een manier heeft aangekeken waardoor zij zich geïntimideerd voelde. Tevens wordt het algehele gedrag van klager door de medewerksters van het RIC als intimiderend en ordeverstorend ervaren. Klager ontkent dat hij de deur van het toilet heeft dicht geduwd. De beklagrechter is van oordeel dat op basis van het schriftelijk verslag niet onomstotelijk vast is komen te staan dat klager degene is geweest die de deur van het toilet heeft dichtgeduwd. Nu de directeur echter heeft besloten om aan klager een ordemaatregel op te leggen en geen disciplinaire straf, ziet de beklagrechter dit niet als onoverkomelijk. Klager heeft de orde verstoord en hem kon naar redelijkheid en billijkheid een ordemaatregel worden opgelegd. Het beklag wordt dan ook ongegrond verklaard.
Lees meer>>