Opnieuw zoeken

Sla inhoud over

KC 2023/024

Datum uitspraak:
25/04/2023
Artikel:
41 Pbw, 44 Pbw
Samenvatting:
Klager ontvangt van de nieuwe cateraar binnen DCS alleen maar vleesmaaltijden met halalvlees. Klager vindt dat hem hiermee een geloofsovertuiging wordt opgelegd en daarnaast is hij het niet eens met de manier van slachten. De directie geeft aan dat de cateraar op dit moment alleen halalmaaltijden verstrekt. Klager heeft de keuze tussen een halalmaaltijd en een vegetarische maaltijd. Er wordt hem dus geen halalmaaltijd opgelegd en als klager bepaalde voorkeuren heeft kan hij hiervoor de producten aanschaffen via de winkel. De beklagcommissie is van oordeel dat aan klager maaltijden worden opgedrongen die bereid zijn volgens de islamitische wetten. Dit sluit niet aan bij de vrijheid van geweten, godsdienst en levensovertuiging. De niet-islamitische gedetineerden worden bij de verstrekking van voeding niet gelijk behandeld als de islamitische gedetineerden. Gelet hierop verklaart de beklagcommissie de klacht gegrond, kent klager een tegemoetkoming toe van € 100,- en draagt de directie op om klager in staat te stellen vleesmaaltijden te eten met dezelfde frequentie als halal vleesmaaltijden worden aangeboden.
Uitspraak:

DE BEKLAGCOMMISSIE UIT DE COMMISSIE VAN TOEZICHT BIJ

HET DETENTIECENTRUM SCHIPHOL


De beklagcommissie uit de commissie van toezicht bij het Detentiecentrum Schiphol (DCS) heeft kennisgenomen van het bij het secretariaat ingekomen klaagschrift van:


[…], verder te noemen klager en momenteel verblijvende in DCS.


Het klaagschrift is gericht tegen de enkele verstrekking van halalvoeding door de cateraar.


De directeur heeft schriftelijk gereageerd op de klacht. Klager heeft van deze reactie kennis kunnen nemen. De klacht is behandeld op een beklagzitting, in aanwezigheid van klager en namens de directie, […] (plv. vestigingsdirecteur) en […] (juridisch medewerker).


In het kader van de behandeling van deze klacht heeft de beklagcommissie kennisgenomen van de volgende informatie:

  • klaagschrift gedateerd 6 december 2022, door het secretariaat ontvangen op 13 december 2022;
  • ongedateerd klaagschrift, door het secretariaat ontvangen op 1 maart 2023;
  • klaagschrift gedateerd 20 maart 2023, door het secretariaat ontvangen op 22 maart 2023;
  • verslag van de maandcommissaris van het gesprek met klager op 23 december 2022;
  • verweerschrift van de directeur van 13 februari 2023;
  • het verhandelde ter zitting van 3 april 2023, hieronder kort uiteengezet voor zover niet gebleken uit de schriftelijke bescheiden.


Het standpunt van klager

Er is onlangs een nieuwe cateraar begonnen binnen DCS. Het is klager opgevallen dat er alleen nog maar halalvoeding wordt verstrekt, terwijl klager zelf atheïst is. Klager wil geen halalvoeding en hij wil ook gewoon varkensvlees kunnen krijgen. Klager vraagt zich af waarom hij zich moet aanpassen aan een andere geloofsovertuiging. Hij vindt dat hij het recht heeft op voeding die niet halal is bereid en wil dat het verandert binnen DCS.


Uit het gesprek met de maandcommissaris blijkt dat klager gesproken heeft met de PIW’ers en dat zij hem hebben gezegd dat hij ook voor vegetarische maaltijden kan kiezen. Dat wil klager echter ook niet. Uit de informatie vanuit de PIW’er blijkt dat er op afdeling B3C geen onderscheid kan worden gemaakt bij het uitdelen van voedsel. Er kan op andere afdelingen wel worden gekozen tussen de maaltijden, maar op afdeling B3C niet. Klager wenst op afdeling B3C te blijven.


Ter zitting vult klager aan dat als van hem verwacht wordt dat hij zijn eigen vlees koopt, hij hiervoor een vergoeding zou moeten ontvangen. Als je in Nederland verblijft, dan mag je verwachten dat de verschillende inrichtingen hetzelfde voedsel verstrekken. In PI Dordrecht krijgen de gedetineerden door henzelf samengestelde verspakketten verstrekt door de cateraar. Klager wil geen religie opgelegd krijgen en noodgedwongen gebeurt dat nu wel door het enkel verstrekken van halal vleesmaaltijden. De meerderheid van de bevolking binnen DCS hoeft geen halalmaaltijden. Afgelopen week is er aan klager twee keer een vegetarische maaltijd aangeboden, in plaats van de halalmaaltijd, en heel af en toe wordt er een vismaaltijd uitgedeeld. Klager heeft recht op vlees en wil dat ook krijgen. Hij verblijft op de EZV-afdeling en daar is niet de mogelijkheid voor de gedetineerden om te kiezen. Op de reguliere afdeling krijg je een lijst en kan je per dag kiezen tussen twee producten. Ook joden en boeddhisten kunnen kiezen voor voedsel die aansluit bij hun geloofsovertuiging. Maar als iemand geen religie aanhangt is er geen keuze. Klagers probleem met de halalmaaltijden is tweeledig. Ten eerste is er in het slachthuis een imam aanwezig. Ten tweede worden de dieren niet eerst verdoofd voor ze geslacht worden. Eind november of begin december is de nieuwe cateraar gestart binnen DCS. Op een gegeven moment zag klager de halalsticker op de maaltijden en is vervolgens in beklag gegaan. Momenteel eet klager de maaltijden onder protest, omdat hij niet alleen kan leven op brood.


Het standpunt van de directie

De directie geeft aan dat de cateraar momenteel alleen halalmaaltijden levert met betrekking tot vleesmaaltijden. Klager kan kiezen tussen deze maaltijden of vegetarische maaltijden. Het eten van halalvoeding wordt klager dus niet opgelegd, daar er ook de keuze is om vegetarisch te eten. Als klager toch bepaalde voorkeuren heeft voor het eten kan hij voedingsmiddelen aanschaffen via de winkelzuil.


Ter zitting geeft de directie aan dat er binnen DCS niet de mogelijkheid is voor gedetineerden om hun eigen maaltijd te bereiden met een verspakket dat zelf samengesteld is bij de cateraar, zoals bij PI Dordrecht. De gedetineerden wordt wel broodbeleg aangeboden dat niet-halal is. Er is met de cateraar niet gesproken over het aanbieden van andere maaltijden. Voor de gedetineerden is er altijd de keuze tussen een halalmaaltijd en een vegetarische maaltijd. Desgevraagd geeft de directie aan dat ongeveer 30%-40% van de bewoners binnen DCS graag halalvlees wil eten vanuit hun geloofsovertuiging. Andere mensen worden niet uitgesloten met het aanbieden van halalmaaltijden. In de overweging om halalmaaltijden aan te bieden is niet meegewogen dat gedetineerden dit niet willen eten vanwege de manier van slachten. Vanuit het hoofdkantoor van DJI is de aanbesteding naar deze cateraar gegaan, de directeur gaat hier niet zelf over. Uiteraard ontslaat dat de directeur niet van zijn zorgplicht jegens de gedetineerden.


De beoordeling

Klager heeft zijn beklag gedaan binnen de wettelijke termijn en gegrond op artikel 60 van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw), zodat hij ontvankelijk is in zijn beklag.


Op grond van artikel 41, lid 1, van de Pbw  heeft de gedetineerde het recht zijn godsdienst of levensovertuiging, individueel of in gemeenschap met anderen, vrij te belijden en te beleven. Artikel 44, derde lid, van de Pbw bepaalt dat de directeur bij de verstrekking van voedsel zoveel mogelijk rekening houdt met de godsdienst of levensovertuiging van de gedetineerden.


De beklagcommissie stelt vast dat er binnen DCS alleen vleesmaaltijden met halalvlees worden verstrekt door de cateraar. Naast halal vleesmaaltijden is er de keuze voor vegetarische maaltijden en soms kan er worden gekozen voor een vismaaltijd. Als de gedetineerden vlees willen eten dat niet-halal is, dienen zij dit op eigen kosten aan te schaffen via de winkel.


De beklagcommissie is van oordeel dat door het enkel verstrekken van vleesmaaltijden die bereid zijn met halalvlees, aan klager voedsel opgedrongen wordt dat bereid is volgens de islamitische wetten. Bij deze bereiding wordt een islamitisch gebed uitgesproken en worden de dieren geslacht zonder verdoving. Dit sluit niet aan bij de vrijheid van geweten, godsdienst en levensovertuiging.[1] De voeding die wordt verstrekt dient bovendien voldoende gevarieerd te zijn. De directie biedt daarom kennelijk maaltijden aan met vlees, vis en daarnaast ook vegetarische maaltijden. Om islamitische gedetineerden tegemoet te komen zijn de vleesmaaltijden bereidt met vlees dat volgens de islamitische wetten geslacht is. De niet-islamitische gedetineerden die – net als islamitische gedetineerden - wel vlees willen eten hebben geen keuze voor een andere vleesmaaltijd. Zij worden bij het aanbieden van voedsel daarom niet gelijk behandeld. Dat de directie wel broodbeleg aanbiedt bereidt met niet-halalvlees doet hier niet aan af. Gelet op het voorgaande acht de beklagcommissie de beslissing van de directeur om enkel halal vleesmaaltijden te verstrekken in strijd met artikel 44, derde lid, van de Pbw. Het beklag wordt daarom gegrond verklaard.


Nu de gevolgen niet meer ongedaan te maken zijn, zal de beklagcommissie met inachtneming van het bepaalde in artikel 68, lid 7, Pbw aan klager een financiële tegemoetkoming toekennen. De beklagcommissie vindt een tegemoetkoming gepast van € 5,- per week dat klager enkel de keuze had tussen halal vleesmaaltijden en vegetarische maaltijden. De periode waarvoor de beklagcommissie deze tegemoetkoming zal toekennen loopt vanaf de datum dat klager het klaagschrift heeft ingediend, tot aan de datum van de beslissing van de beklagcommissie. Gelet daarop zal de beklagcommissie een tegemoetkoming van € 100,- aan klager toekennen, voor de periode van 6 december 2022 tot en met 25 april 2023.


Daarnaast draagt de beklagcommissie de directie op om klager in staat te stellen vleesmaaltijden te eten met dezelfde frequentie als halal vleesmaaltijden worden aangeboden.


BESLISSING

De beklagcommissie;

  • verklaart het beklag gegrond;
  • kent een tegemoetkoming toe van € 100,-;
  • draagt de directie op klager in staat te stellen vleesmaaltijden te eten met dezelfde frequentie als halal vleesmaaltijden worden aangeboden.


Aldus gegeven op 25 april 2023 door mw. mr. P. Figge (voorzitter), dhr. mr. drs. R.A. Swennenhuis en dhr. dr. A.J. Smeets (leden), bijgestaan door de secretaris mw. mr. Y. Boer.

[1] RSJ 15 december 2008, 08/1681/GA.