Opnieuw zoeken

Sla inhoud over

KC 2016/039

Datum uitspraak:
22/06/2016
Artikel:
52, lid 3 Bjj, 22 Bjj
Samenvatting:
Klager beklaagt zich over structurele lesuitval en de gevolgen daarvan. De beklagrechter stelt vast dat de directeur zorg dient te dragen voor de beschikbaarheid van onderwijs, van een wettelijk minimum is geen sprake. De problemen rondom de uitval worden door de directeur erkent en er wordt samen met de school die uitvoering geeft aan het bieden van onderwijs gezocht naar een oplossing. Omdat de directeur te kampen heeft met externe factoren is de zorgplicht nog niet geschonden, aldus de beklagrechter. Niet gebleken is dat het wettelijk minimum aan uren groepsdeelname en gemeenschappelijke activiteiten is geschonden ten gevolge van de lesuitval. Klacht ongegrond.
Uitspraak:

Uitspraak van de beklagcommissie uit de Commissie van Toezicht bij de Rijks Justitiële Jeugdinrichting, locatie […]

 
1) De klacht
[…] (klager) heeft op 5 april 2016, een klaagschrift ingediend met betrekking tot de structurele lesuitval en de gevolgen daarvan.
 
2) De stukken
De volgende stukken zijn aan de beklagcommissie overgelegd:
-het klaagschrift van 5 april 2016;
-brief van 18 april 2016 van […], schoolleider van het […];
-verweerschrift van 23 mei 2016 van […], Manager Primair Proces, op de klacht van de jeugdige.
 
3) De mondelinge behandeling
Op 13 juni 2016 heeft de mondelinge behandeling van de klacht plaatsgevonden.
 
Aanwezig waren:
-klager;
-[…], voorzitter, en […], secretaris;
-namens de directie […].
 
4) Standpunten van partijen
Standpunt van klager
Klager heeft zich op het standpunt gesteld dat er structurele lesuitval is vanaf 10 maart 2016, het moment dat hij in de inrichting kwam. Er zijn 3 blokken onderwijs in de ochtend per week en 3 in de middag per week. Ter zitting heeft klager aangevuld dat hij de laatste weken structureel substantiële lesuitval heeft gehad. Tijdens de lesuitval heeft klager op zijn kamer moeten verblijven. Er was geen voldoende dagbesteding. In de brief van 18 april van de kant van de onderwijsinstelling, en het verweer van de directeur staat dat er mogelijkheden zijn om te voorkomen dat de jongere op kamer verblijft; klager stelt dat geen van deze mogelijkheden zijn benut. Klager heeft niet in plaats van les samen met de groepsleiding verblijf op de afdeling gehad en er is geen team vrije tijd en vorming (VTV) ingezet. Ook is niet één keer een huiswerkopdracht meegegeven door een docent. Klager heeft ook niet twee keer sport per week gekregen bij onderwijs en dit is ook niet gegeven door VTV.
Klager is nu sinds kort bij arbeid ingedeeld terwijl er was afgesproken met onderwijs dat hij in de zomer misschien nog taalles (Duits) zou krijgen. Die mogelijkheid wordt nu niet meer gegeven door onderwijs, omdat klager een startkwalificatie heeft. Klager is niet gevraagd welke richting hij bij arbeid wilde doen; hij wil graag sport doen.
 
Standpunt van de directeur
De directeur heeft ter zitting aangegeven dat de lesuitval, zoals benoemd door klager, de afgelopen periode inderdaad veelvuldig is voorgekomen. Het Ginnekencollege heeft een tekort aan docenten gehad ziekte uitval en onvoldoende docenten, die ingezet kunnen worden voor de doelgroep binnen de inrichting. Nadat hier een oplossing voor was gevonden is het probleem opnieuw ontstaan. De VTV wordt alleen ingezet als daar ruimte voor is. Voorheen waren er 4 medewerkers op VTV, nu, vanwege bezuinigingen, nog maar 2. Er zijn afspraken met het Ginnekencollege dat er een huiswerkopdracht wordt gegeven als er lesuitval is. Besproken zal worden met onderwijs dat dit wel moet gebeuren.
 
5)  De beoordeling
 Artikel 65 Beginselenwet Justitiële Jeugdinrichtingen (Bjj) bepaalt dat een jeugdige bij de beklagcommissie beklag kan doen over een hem betreffende door of namens de directeur genomen beslissing.
 
Artikel 52 lid 3 Bij bepaalt dat de directeur zorg draagt voor de beschikbaarheid van onderwijs en andere activiteiten in het kader van de pedagogische vorming, alsmede voor de voorziening daarin door daarvoor in aanmerking komende functionarissen.
 
Voor het aantal uren onderwijs is echter geen wettelijk minimum vastgelegd.
 
Ook wanneer de inrichting kampt met personele problemen, dient zij zich in te spannen om het recht op onderwijs toch te realiseren. Het kan echter voor komen dat dit door omstandigheden (tijdelijk) niet mogelijk is.
 
Ter zitting is gebleken dat de inrichting zich samen met het […] dat uitvoering geeft aan het bieden van onderwijs, actief inspant om de problemen het hoofd te bieden. Nadat enige tijd geleden een oplossing leek te zijn gevonden is het uitvalprobleem helaas opnieuw ontstaan, waardoor wederom aan een(nieuwe) oplossing wordt gewerkt.
 
De beklagcommissie stelt vast dat de problemen ernstig zijn en een structureel karakter beginnen te krijgen. De inrichting zal op korte termijn in samenwerking met het […] een oplossing dienen te bereiken. Zolang de oplossing niet bereikt wordt acht de beklagcommissie van belang dat aandacht wordt besteed aan alternatieven, dit geldt met name nu het namens de inrichting naar voren gebrachte alternatief van huiswerk op kamer niet of nauwelijks uit de verf blijkt te komen.
 
De beklagcommissie is echter van oordeel dat mede gezien de externe factoren waarmee de inrichting te kampen heeft haar zorgplicht ex. art. 52 lid 3 nog niet is geschonden.
 
Het uitvallen van onderwijs kan gevolgen hebben voor de invulling van de plicht om de jeugdige minimaal 77 uur per week en tenminste 8,5 uur per dag groepsdeelname en gemeenschappelijke activiteiten te bieden (art. 22 BJJ). De uitval van onderwijs mag niet tot gevolg hebben dat de jeugdige deze ondergrens niet haalt.
 
De klacht heeft echter niet specifiek betrekking op art. 22 Bjj, ter zitting is niet vast komen te staan dat de ondergrens uit art. 22Bjj is geschonden.
 
Gelet hierop is de klacht ongegrond.
 
6)   DE BESLISSING
De beklagcommissie
 
-verklaart de klacht ongegrond.
 
De secretaris                                                     De voorzitter
 
[…], 22 juni 2016.

Klager heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld bij de RSJ. Dit beroep heeft kenmerk 16/2259/JA gekregen, de RSJ heeft nog geen beslissing genomen.