Opnieuw zoeken

Sla inhoud over

KC 2016/014

Datum uitspraak:
03/03/2016
Artikel:
52 lid 3 Bjj, 52 lid 2 Bjj, 65 lid 3 Bjj.
Samenvatting:
Klager beklaagt zich erover dat hij zijn middelbare school niet meer extern kan volgen. Klager volgde een aantal lessen op havoniveau tijdens onbegeleid verlof. Mede door de gebrekkige motivatie voor het intrekken van dit verlof en de onvolledigheid van het dossier kan de beklagrechter niet vaststellen dat bij en kort na intrekking van de verlofstatus in voldoende rekening is gehouden met redelijke wensen van de jeugdige op het gebied van onderwijs. De klacht wordt gegrond verklaard.
Uitspraak:

Uitspraak van de beklagcommissie uit de Commissie van Toezicht bij de [..], locatie [..]

De klacht
Jeugdige [..] (klager) heeft op 26 november 2015 een klaagschrift ingediend omdat hij niet meer extern zijn middelbare school kan volgen.  Dit klaagschrift is op 2 december 2015 door de secretaris ontvangen.
 
De stukken
-
        het klaagschrift van 8 december 2015;
-
        weergave van feiten van 21 december 2015;
-
        verweerschrift van 30 december 2015 van [..], manager Primair Proces, [..] locatie [..].

De mondelinge behandeling
Op 11 januari 2016 heeft de mondelinge behandeling van de klacht plaatsgevonden.
 
Aanwezig ter zitting waren:
-
          Klager;
-
          [..], voorzitter, en [..], secretaris;
-
          [..], lid van de Commissie van Toezicht;
-
          namens de directie: [..] en [..], afdelingshoofd.
 
Standpunt van klager
Klager stelt dat er ten onrechte is besloten om zijn uitstroom bestemming te veranderen van school naar productiewerk. Dit houdt in dat hij niet meer extern naar school kan en zijn ontwikkeling wordt belemmerd. Klager volgde een aantal lessen op HAVO niveau buiten de inrichting. Ter zitting heeft klager aangegeven dat hij nog steeds niet begrijpt waarom hij niet naar school kan. Het klopt dat hij zich een aantal keren niet aan afspraken heeft gehouden tijdens zijn onbegeleid verlof. Hij is een keer na school niet volgens afspraak naar het zwembad gegaan, maar naar zijn ouders. Ook klopt het dat hij zelf schoolboeken heeft besteld, en daarbij op niet toegestane wijze heeft ingelogd in een bestelsysteem, maar hij heeft dit gedaan omdat hij toen al twee maanden op zijn boeken aan het wachten was. Klager is echter altijd naar school gegaan en heeft zich daar aan de afspraken gehouden. Klager vindt daarom het stopzetten van zijn leertraject buiten de inrichting een onterechte straf. Klager kan nu de vakken schei- en natuurkunde niet volgen; de docent die in de [..]  aanwezig is kan hem hier niet op HAVO-examenniveau bij begeleiden. Tijdens een laatste rechtszaak was juist bepaald dat hij buiten school lessen mocht gaan volgen. Dit is gestart na de herfstvakantie van 2015. Klager meent ook dat de inrichting hem beter had moeten begeleiden hierin; er had meer contact moeten zijn.

Standpunt van de directeur
De directeur heeft aangegeven in het verweerschrift dat er aanvankelijk een goede ontwikkeling was binnen het behandeltraject gericht op een buitenschool voor klager. Vervolgens is gebleken dat klager zich niet aan een aantal afspraken heeft gehouden. Een analyse leverde op dat een aantal doelen te hoog gegrepen waren. Het gehele traject is herzien, zodat het beter past bij de vaardigheden en capaciteiten van klager. Besloten is tijdens een multidisciplinair overleg dat het goed zal zijn voor klager zijn eendaagse onbegeleide verlofstatus voort te zetten, maar dat klager binnen die status geen extern onderwijs zal volgen omdat dit te hoog gegrepen is op emotioneel- en sociaal vlak. Intern wordt er gekeken naar wat er op zijn niveau geboden kan worden. Dit zijn enkel theoretische vakken gecombineerd met arbeid.

Ter zitting is -kort samengevat- nog aangegeven door het afdelingshoofd dat het stopzetten van het traject vooral een kwestie is van onvoldoende vertrouwen: klager heeft niet laten zien dat hij zich aan afspraken kan houden tijdens onbegeleid verlof. In het begin van het traject is besproken met klager dat hij altijd kon melden als het hem te moeilijk werd op de buitenschool. Het ging echter goed en het klopt wel dat hij daar misschien te vrij in is gelaten. Er wordt nu weer gewerkt aan het opbouwen van dit vertrouwen. Het onderwijs binnen de inrichting sluit inderdaad niet aan de capaciteiten van klager. Er is helaas geen mogelijkheid dat begeleiders meegaan naar school. 

De beoordeling
Artikel 65 Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) bepaalt dat een jeugdige bij de beklagcommissie beklag kan doen over een hem betreffende door of namens de directeur genomen beslissing.

Artikel 52 lid 3 Bjj bepaalt dat de directeur zorg draagt voor de beschikbaarheid van onderwijs en andere activiteiten in het kader van de pedagogische vorming,  alsmede voor de voorziening daarin door daarvoor in aanmerking komende functionarissen.
 
In artikel 52 lid 2 is bepaald dat bij de invulling van de pedagogische vorming het door de jeugdige geldige stelsel van vrijheden in acht wordt genomen en zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met redelijke wensen van de jeugdige.

In deze zaak gaat het volgens de beklagcommissie om de vraag of de beslissing van de directeur een beperking inhoudt van een recht dat de jeugdige op grond van de Bjj of een in Nederland geldend verdrag toekomt als bedoeld in art. 65 lid 3 Bjj.

Naar aanleiding van de beklagzitting d.d. 11 januari heeft de voorzitter bij brief van 27 januari 2016 nadere informatie verzocht over het geheel van omstandigheden dat geleid heeft tot het intrekken van het verlof, op welke termijn onbegeleid verlof weer haalbaar is, of onderwijsalternatieven onderzocht zijn in de periode dat geen sprake zou zijn van onbegeleid verlof.

Deze informatie werd gevraagd teneinde te kunnen beoordelen of in voldoende mate rekening is gehouden met redelijke wensen van de jeugdige op het gebied van onderwijs mede gezien het geldende stelsel van vrijheden.
 
Aan het informatieverzoek is slechts in beperkte mate gevolg gegeven. Er is geen nadere informatie gegeven over het geheel van omstandigheden dat heeft geleid tot intrekking van het verlof. Wel is informatie gegeven over stappen die zijn genomen om zoveel mogelijk aan de redelijke onderwijswens van klager te voldoen.

Uit de verstrekte informatie over ontwikkelingen op onderwijsgebied, blijkt dat inmiddels actief naar oplossingen is gezocht om het onderwijsprobleem dat voor klager ontstaat als onbegeleid verlof niet toegestaan is het hoofd te bieden. Klager hoeft sinds 25 januari niet meer deel te nemen aan het ATC, vanaf 22 februari wordt voorzien in externe bijles, ook wordt gewerkt aan een hernieuwde (uitbreiding van de) onbegeleide verlofstatus.
 
Klager heeft in zijn reactie van 29 februari benadrukt dat de motivering over de intrekking van het verlof nog altijd ontbreekt en bevestigd dat aan het onderwijs gewerkt. Wel stelt hij -  kort gezegd - dat de gang van zaken hem sterk benadeeld heeft in zijn motivatie en mogelijkheden om zijn HAVO diploma volgens plan dit jaar te halen.

Aangezien de klacht geen betrekking had op het intrekken van het verlof op zich (de klacht heeft in feite betrekking op het gevolg van het intrekken van het verlof) leidt het ontbreken van nadere informatie over het intrekken van het verlof op zichzelf niet tot toewijzing van de klacht. De beklagrechter stelt ook vast dat inmiddels in voldoende mate rekening wordt gehouden met redelijke wensen van de jeugdige. Niet valt in te zien waarom de gang van zaken een definitieve streep door het halen van onderwijsdoelen zou trekken.

Mede door de gebrekkige motivatie en de onvolledigheid van het dossier kan de beklagrechter echter niet vaststellen dat ook bij en kort na intrekking van de verlofstatus in voldoende rekening is gehouden met redelijke wensen van de jeugdige op het gebied van onderwijs. Er deed zich de uitzonderlijke situatie voor dat binnen de inrichting onvoldoende middelen waren om onderwijs te geven op het gewenste niveau (natuurkunde / scheikunde op HAVO-niveau). Bij de beslissing om de verlofstatus aan te passen had deze consequentie meegewogen moeten worden althans had het op de weg van [..] gelegen om direct actief op zoek te gaan naar alternatieven. Uit het dossier volgt niet dat dit in voldoende mate is gebeurd, als gevolg waarvan de klacht (deels) gegrond wordt geacht.
 
De beklagrechter acht daarom de klacht gegrond en wijst een compensatie toe van 20 euro.

BESLISSING
−  verklaart de klacht gegrond
−  bepaalt dat als compensatie een bedrag van €20, - wordt toegekend
 
Aldus gegeven op 3 maart 2016 door [..] en [..]. 

Er is beroep
ingesteld bij de RSJ, het kenmerk hiervan is: 16/0893/JA.
De RSJ heeft het beroep gegrond verklaard en een compensatie van €50,- toegekend.