Opnieuw zoeken

Sla inhoud over

KC 2015/002

Datum uitspraak:
21/01/2015
Artikel:
60 lid 1 Pbw
Samenvatting:
Deze plaatsing van klager op de GVM-lijst is geen beslissing van de directeur maar van het Operationeel Overleg. De oplegging van de extra toezichtmaatregelen valt echter wel onder de bevoegdheid van de directeur en is daarmee beklagwaardig. De beklagcommissie oordeelt dat de directeur een goede afweging gemaakt en (afzonderlijk) gemotiveerd waarom deze maatregelen zijn opgelegd en waarom die noodzakelijk zijn. De beklagcommissie zal de klacht voor wat betreft dit onderdeel dan ook ongegrond verklaren.
Uitspraak:

Beslissing van de beklagcommissie uit de Commissie van Toezicht bij [..] op het ingekomen klaagschrift van:

[..], verder te noemen klager en thans verblijvende in [..]
 

Procesgang

Op 26 november 2014 is bij de secretaris van de Commissie van Toezicht het klaagschrift van klager binnengekomen.

Op 10 december 2014 zijn de schriftelijke reacties, met bijlagen, van de inrichting binnengekomen.

Op 18 december 2014 is een nadere toelichting op de klacht ingediend door de advocaat van klager, mr. [..].

Op 19 december 2014 is de klacht behandeld ter zitting.
 

De klacht
Klager beklaagt zich over de beslissing van de directeur, van 21 november 2014, die inhoudt de verlenging van extra toezichtsmaatregelen door de directie per 21 november 2014 in het kader van de tussentijdse (maandelijkse) toetsing van zijn plaatsing op de GVM-lijst met de status Hoog.

Het standpunt van de directie
In haar reactie stelt de directeur dat de voortzetting van de toezichtmaatregelen noodzakelijk is vanwege de mogelijkheid om klager te monitoren met betrekking tot het eventueel voortzetten van crimineel handelen tijdens detentie. Het is nog vrij recent dat klager is veroordeeld voor voortgezet crimineel handelen tijdens detentie. De directie stelt dat deze beschikking is opgemaakt naar aanleiding van de gegrondverklaring door de RSJ van het schorsingsverzoek van klager en dat in deze beslissing het vereiste dat klager zich eerst moest melden bij het personeel voordat hij mocht bellen, is vervallen. De directeur verzoekt de klacht ongegrond te verklaren.

De beoordeling van de klacht

Gelet op de stukken en het verhandelde ter zitting overweegt de beklagcommissie het navolgende. Op 12 december 2014 heeft de beklagcommissie de beslissing van de directeur van 7 november 2014 vernietigd en daarbij heeft zij bepaald dat eenzelfde beslissing ingaat per 12 november 2014 tot 12 mei 2015. Daarmee loopt de termijn van die beslissing synchroon aan het besluit van het Operationeel Overleg (O.O) van 12 november 2014, waarbij de GVM-status Hoog van klager is verlengd tot 12 mei 2015.

De beklagcommissie vraagt zich af of de onderhavige beslissing van 21 november 2014, gelet op de uitspraak van de beklagcommissie van 12 december 2014, wel noodzakelijk was, maar gaat er vanuit, nu de directie voor deze procedure heeft gekozen, dat deze beslissing in de plaats treedt van de beslissing die de beklagcommissie in haar uitspraak van 12 december 2014 – met als ingangsdatum 12 november 2014 – in de plaats heeft gesteld van de beslissing van de directeur d.d. 7 november 2014.

De  beslissing van de directie van 21 november 2014 heeft als einddatum 21 mei 2015. Deze datum ligt na de einddatum van het besluit van het O.O. Om duidelijkheid te scheppen zal de beklagcommissie de klacht voor wat betreft de einddatum formeel gegrond verklaren en haar beslissing in de plaats stellen van de beslissing van de directeur, zoals bedoeld in artikel 68 lid 3b van de Pbw.


Aan klager zal geen compensatie toegekend worden voor deze gedeeltelijke gegrondverklaring, nu klager door de handelswijze van de directeur niet is geschaad.


Ten aanzien van de inhoudelijke behandeling overweegt de beklagcommissie het navolgende.

Klager is  op de GVM-lijst geplaatst met de status Hoog. De plaatsing op de GVM-lijst, met de status Hoog, is op 12 november 2014 verlengd met een half jaar. Deze plaatsing is geen beslissing van de directeur maar van het O.O. De oplegging van de extra toezichtmaatregelen valt echter wel onder de bevoegdheid van de directeur en is daarmee beklagwaardig.


Naar het oordeel van de beklagcommissie heeft de directie in haar beslissing van 21 november 2014 tot voortzetting van de toezichtmaatregelen per 21 november 2014 een goede afweging gemaakt en (afzonderlijk) gemotiveerd waarom deze maatregelen zijn opgelegd en waarom die noodzakelijk zijn.


De opgelegde maatregelen zijn, gelet op de informatie van het Grip en de directeur, naar het oordeel van de beklagcommissie, dan ook niet onredelijk of onbillijk, nu het effect van deze maatregelen voor klager gering is en de directeur de belregeling heeft aangepast. Bovendien heeft klager zich recentelijk nog schuldig gemaakt aan voortgezet crimineel handelen in detentie en is daar door de rechtbank voor veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf, hetgeen mede reden is geweest hem op de GVM-lijst te plaatsen. De beklagcommissie zal de klacht voor wat betreft dit onderdeel dan ook ongegrond verklaren.


De beslissing

De beklagcommissie:

-          verklaart de klacht met betrekking tot de einddatum van 21 mei 2015 gegrond en vernietigt de beslissing van de directeur van 21 november 2014 op dit onderdeel;

-          bepaalt dat de einddatum wordt vastgesteld op 12 mei 2015;

-          bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde onderdeel van de beslissing van de directeur van 21 november 2014;

-          verklaart de klacht voor het overige ongegrond.  


Aldus gedaan te [..] op [..] door mr. [..], voorzitter, [..] en [..], leden, in tegenwoordigheid van [..], secretaris.