Opnieuw zoeken

Sla inhoud over

KC 2012/138

Datum uitspraak:
14/09/2012
Artikel:
26 Pbw en Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting
Samenvatting:
Klagers verzoek om incidenteel verlof vanwege het brengen van een kraambezoek is afgewezen. Klager heeft verzuimd aan te tonen dat sprake is van zijn kind of dat een duurzame relatie bestaat met de moeder van het kind. Het beklag tegen de afwijzing wordt ongegrond verklaard.
Uitspraak:

Uitspraak van de voorzitter van de beklagcommissie uit bovengenoemde Commissie van Toezicht op het klaagschrift van [..], verder te noemen klager, verblijvende in de Penitentiaire Inrichting [..].

Het beklag en het verloop van de procedure

Het op 27 juli 2012 gedateerde klaagschrift van klager is op 14 augustus 2012 ontvangen door het secretariaat van de Commissie van Toezicht bij [..].

Op 21 augustus 2012 heeft klager een gesprek gehad met de maandcommissaris. Dit gesprek heeft niet geleid tot intrekking van de klacht.

De directeur van de inrichting heeft met zijn brief van 15 augustus 2012 inlichtingen verstrekt.

Klager en de directeur zijn ter zitting van 3 september 2012 in de gelegenheid gesteld hun standpunten mondeling toe te lichten. Tevens waren ter zitting de juridisch medewerker van de inrichting en een afdelingshoofd aanwezig.
 

De standpunten


Standpunt klager

Klager is in beklag gekomen, omdat zijn verzoek om incidenteel verlof is afgewezen. Klager zou niet hebben aangetoond dat het kind dat zijn vriendin verwacht van hem is. Klager vraagt zich af hoe hij dit zou moeten doen.

Klager geeft ter zitting aan dat hij niet de mogelijkheid heeft zijn kind te erkennen, nu hij in detentie zit. Klager heeft wel degelijk een duurzame relatie met zijn vriendin, zij zijn al achttien jaar bij elkaar. Klagers vriendin komt altijd op bezoek in de inrichting en klager brengt zijn verlof bij haar door. Klager staat wegens omstandigheden niet meer ingeschreven op het adres van zijn vriendin. Met betrekking tot de uitslag van de urinecontrole geeft klager aan dat in het bajesboek staat dat uitslagen tussen de 50 en 100 geen consequenties voor verlof kunnen hebben. Klagers uitslag was 73. Klager merkt tot slot op dat zijn vriendin stukken aan de inrichting heeft gestuurd van de verloskundige. Klager heeft hier kopieën van het b.s.d. van gehad.


Standpunt directeur

De directeur geeft in de schriftelijke reactie aan dat klager incidenteel verlof wilde om op kraambezoek te gaan bij zijn kind. Het verzoek is afgewezen, omdat klager niet heeft kunnen aantonen dat het kind van hem is. Klager heeft het ongeboren kind niet erkend. Hij heeft niet aangetoond dat er sprake is van een duurzame relatie tussen hem en zijn vriendin. Er is niet gebleken van een huwelijk of een geregistreerd partnerschap. Klager heeft op 25 juni 2012 positief gescoord op gedragsbeïnvloedende middelen. Dit maakt dat klager gedurende drie maanden geen recht heeft op externe verloven.

De directeur stelt ter zitting dat de bewijslast wat betreft het vaderschap bij de gedetineerde ligt. Klager heeft bij zijn verzoek om verlof geen stukken overgelegd. Ook van de vriendin van klager heeft de directeur niets ontvangen. De vriendin van klager heeft ook niet aangegeven dat klager het verlof bij haar mag doorbrengen.


Wettelijk kader


Art. 21, eerste lid, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (Regeling) luidt als volgt:

Incidenteel verlof kan worden verleend voor het bijwonen van gebeurtenissen in de persoonlijke sfeer van de gedetineerde, waarbij zijn aanwezigheid noodzakelijk is.


Art. 22, eerste en tweede lid, van de Regeling luiden als volgt:

1. Voordat het incidenteel verlof wordt verleend voor een bezoek aan een persoon, dient ten aanzien van de te bezoeken persoon vast te staan dat:

de beweerde band bestaat,

de relatie hecht is, en

de te bezoeken persoon geen bezwaar tegen het bezoek heeft.

2. Incidenteel verlof kan slechts worden verleend in verband met geboorte, ziekte, lichamelijke of geestelijke gesteldheid of overlijden van een relatie indien de desbetreffende toestand of gebeurtenis door een arts respectievelijk de burgerlijke stand is bevestigd.

Overwegingen


Gelet op de artikelen 60-68 van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) en de artikelen 21 en 22 van de Regeling overweegt en beslist de voorzitter als volgt.
 

Incidenteel verlof kan op grond van artikel 21, eerste lid, van de Regeling worden verleend voor het bijwonen van gebeurtenissen in de persoonlijke sfeer van de gedetineerde, waarbij zijn aanwezigheid noodzakelijk is. De geboorte van een kind is een gebeurtenis als hiervoor bedoeld. Deze gebeurtenis moet op grond van art. 22, tweede lid, van de Pbw wel bevestigd worden door een arts of de burgerlijke stand.
 

In het onderhavige geval heeft de directeur klagers verzoek om incidenteel verlof afgewezen, omdat dat klager niet heeft kunnen aantonen dat hij de vader van het kind is nu hij niet heeft aangetoond dat hij een duurzame relatie heeft met de moeder van het kind en nu klager het ongeboren kind niet heeft erkend. Voorts geeft de directeur aan dat klager positief heeft gescoord op gedragsbeïnvloedende middelen.
 

Ter zitting heeft klager gesteld dat zijn vriendin stukken aan de inrichting heeft gestuurd waaruit klagers vaderschap zou blijken. Dergelijke stukken ontbreken echter in het dossier. Klager heeft niet van de mogelijkheid gebruik gemaakt om stukken ter zitting te overleggen. Daarnaast lijkt het gezien de inhoud van het klaagschrift en gelet op de reactie van de directeur onwaarschijnlijk dat van klagers kant stukken aan de inrichting zijn gestuurd, nu klager in het klaagschrift stelt dat hij niet weet hoe hij zijn vaderschap zou moeten bewijzen en nu de directeur aangeeft geen stukken van klager te hebben ontvangen.

Nu klager bij zijn verzoek om incidenteel verlof geen stukken heeft overgelegd waaruit zijn vaderschap blijkt acht de voorzitter de bestreden beslissing niet in strijd met de wet en kan de beslissing, bij afweging van alle belangen en omstandigheden van het geval, evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De klacht zal daarom ongegrond worden verklaard.


De beslissing

Verklaart de klacht ongegrond.
 

Deze uitspraak is gedaan door [..].