Opnieuw zoeken

Sla inhoud over

KC 2011/033

Datum uitspraak:
08/06/2011
Samenvatting:
Klager beklaagt zich erover dat hij is beperkt in zijn recht om gebruik te maken van zijn grondrecht nu hij op 2 maart 2011 niet heeft kunnen stemmen voor de verkiezingen voor Provinciale Staten. Klager stelt dat de directie onvoldoende facilitaire voorzieningen heeft getroffen om correct en tijdig te kunnen stemmen. De directie stelt dat het niet aan de kliniek te wijten is dat klager niet heeft kunnen stemmen. Volgens de directie had klager zelf actie kunnen ondernemen om iemand anders te machtigen om namens hem te stemmen. Naar het oordeel van de beklagcommissie rust op de kliniek de plicht om er zorg voor te dragen dat klager in staat is om gebruik te maken van zijn stemrecht. De beklagcommissie verklaart het beklag gegrond en beveelt aan dat wordt geborgd dat de patiënten/bewoners in de toekomst gebruik kunnen maken van hun stemrecht.
Uitspraak:

De beklagcommissie heeft kennisgenomen van het klaagschrift van […], verblijvende in de […], locatie […].

1.         De procedure
Het klaagschrift, gedateerd 8 maart 2011, is bij de secretaris ingekomen op diezelfde dag en heeft betrekking op klagers beperking van het stemrecht op 2 maart 2011.

De beklagcommissie heeft kennisgenomen van het verweerschrift (met bijlagen) van de zijde van de directeur van 12 mei 2011.

Op 20 mei 2011 zijn gehoord klager, alsmede mr. […], juridisch medewerkster, en. […], zorgmanager, namens de directeur

Klagers advocaat, […], advocaat te Groningen, is met kennisgeving niet verschenen. Op 19 mei 2011 is een reactie van hem ontvangen.

2.         De beoordeling van het beklag

2.1              Ontvankelijkheid van het beklag
De beklagcommissie begrijpt klagers klaagschrift aldus dat klager stelt dat hij is beperkt in zijn recht om gebruik te maken van zijn grondrecht, nu hij niet heeft kunnen stemmen op 2 maart 2011 voor de verkiezingen voor Provinciale Staten. Dergelijke beslissingen zijn beklagwaardig ingevolge artikel 56, eerste lid, aanhef en onder e, van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt). Klager wordt derhalve ontvankelijk verklaard in zijn klaagschrift.

2.2.            Inhoud van het beklag

2.2.1    Door en namens klager is –zakelijk weergegeven - aangevoerd dat hij ten onrechte niet heeft kunnen stemmen voor de verkiezingen voor Provinciale Staten op 2 maart 2011. Klager heeft geen gebruik kunnen maken van zijn meest elementaire recht. Hij verblijft op een longstay-afdeling en voor dergelijke bewoners geldt een verhoogde zorgplicht. Door de kliniek zijn onvoldoende facilitaire voorzieningen getroffen om correct en tijdig te kunnen stemmen. Niemand van het personeel was bereid om gevolmachtigd te worden om voor klager te gaan stemmen. Ondanks dat de stempassen wettelijk tijdig zijn uitgereikt hadden deze, gelet op klagers situatie, eerder dienen te worden uitgereikt. Ook zijn geen maatregelen genomen of is gewaarschuwd voor termijnen om (schriftelijk) een aanvraag in te kunnen indienen voor een volmachtverlening. Daarnaast is geen mobiel stembureau ingesteld. En ten slotte, door de kliniek had aan klager meer informatie kunnen worden verstrekt over de gang van zaken rond het stemmen.

Ter zitting heeft klager aangevoerd dat hij zijn stempas niet heeft ontvangen, maar dat het hem is medegedeeld dat deze is binnengekomen. In verband met het ontbreken van een sociaal netwerk in de omgeving van […] is het lastig om iemand te machtigen. Het was klager niet bekend dat hij ook middels een schriftelijke volmacht zou kunnen stemmen. Klager betwist dat hij een eigen verantwoordelijkheid heeft om geïnformeerd te zijn en er zorg voor te dragen dat hij zijn stem kan uitbrengen. De kliniek heeft in deze een zorgplicht.

2.2.2    Vanwege de directeur is - zakelijk weergegeven - aangevoerd dat het niet aan de kliniek te wijten is dat hij niet heeft kunnen stemmen. Klager had ruimschoots voor ontvangst van zijn stempas actie kunnen ondernemen door een kiezer te zoeken die bereid zou zijn geweest om via een onderhandse volmacht namens klager te gaan stemmen. Daarnaast had klager voor de ontvangst van de stempas kunnen informeren bij de gemeente […] over de mogelijkheden van het stemmen via een schriftelijke volmacht. Door onbekende oorzaak heeft klager zijn stempas eerst op 16 februari 2011 ontvangen. Hiermee is evenwel nog steeds voldaan aan de uiterlijke termijn van 14 dagen, zoals verwoord in artikel J 7 Kieswet. Tot op de dag van de stemming had klager middels zijn stempas via een onderhandse volmacht binnen dezelfde gemeente een kiezer kunnen machtigen. Op 29 april 2011 heeft tussen klager en een medewerker van de afdeling Burgerzaken van de gemeente […] een gesprek plaatsgevonden over de verkiezingen en de mogelijkheid om te stemmen binnen de […]. Het is niet mogelijk gebleken om een mobiel stembureau te plaatsen omdat dit geen openbare instelling is. Voor de toekomst is afgesproken dat de afdeling maatschappelijk werk er zorg voor zal dragen dat de bewoners zes weken voor de verkiezingen op de mogelijkheid worden gewezen om een persoon schriftelijk te machtigen.

Ter zitting is aangevoerd dat de problematiek rondom het stemmen op de locatie […] al jaren speelt. De burgermeester beslist over het plaatsen van een mobiel stembureau. Dit is in de […] niet mogelijk omdat daar niet iedere burger naar binnen kan komen om te stemmen. De kliniek heeft geen zorgplicht om bewoners te informeren over de mogelijkheden om gebruik te maken van hun stemrecht in het bijzonder het regelen van een volmacht. Dit is klagers eigen verantwoordelijkheid. Wel zal in de toekomst de bewoners tegemoet worden gekomen doordat 6 weken voor de verkiezingen door gemeente een lege volmacht zal worden gestuurd. Om een volmacht aan te vragen is geen stempas nodig. Voorheen hebben zich geen problemen voorgedaan in de locatie […] over het uitoefenen van het stemrecht; kennelijk heeft niemand willen stemmen of is het gelukt. Hetzelfde geldt voor de locaties […] en […], waarschijnlijk omdat daar bewoners zijn die naar buiten mogen.

2.2.3    De beklagcommissie overweegt als volgt. De vraag die door de beklagcommissie dient te worden beantwoord ziet op de reikwijdte van de zorgplicht van de kliniek om het bewoners mogelijk te maken te stemmen, in het algemeen en in het bijzonder voor de verkiezingen van leden van de Provinciale Staten op 2 maart 2011. Klager stelt immers dat hij door toedoen van de kliniek geen gebruik heeft kunnen maken van zijn stemrecht toen en gelet op zijn positie ook in de toekomst. De beklagcommissie stelt voorop dat klager verblijft op een longstay-afdeling van de locatie […] en dat hij geen beschikking heeft over een verlofmachtiging. Naar het oordeel van de beklagcommissie rust op de kliniek de plicht om er zorg voor te dragen dat klager in staat is gebruik te maken van zijn stemrecht. Gelet op de relevante regelgeving uit de Kieswet en de bijzondere opgesloten positie van klager, had het op de weg van de kliniek gelegen om klager tijdig te informeren en te faciliteren opdat hij zijn stemrecht kan uitoefenen als voorzien in de Kieswet. Niet kan van klager worden verlangd, juist gelet op de bijzondere verblijfsomstandigheden, dat hij zonder signalering –die voor de meeste burgers is gelegen in de ontvangst van hun stempas - van medewerkers zelf hierin actie onderneemt. Wat betreft de afgelopen verkiezingen op 2 maart 2011 is dit niet gebeurd. Het klaagschrift is daarom gegrond. Voor de toekomst, beveelt de beklagcommissie aan dat -wellicht door middel van een protocol- geborgd wordt dat de patiënten/bewoners gebruik kunnen maken van hun stemrecht.

De beklagcommissie acht een gegrondverklaring een voldoende tegemoetkoming in deze, zodat geen verdere compensatie zal worden toegekend.

BESLISSING
De beklagcommissie:
verklaart het klaagschrift gegrond.