Sla inhoud over

Jurisprudentie media

Per 1 januari 2024 zal de jurisprudentie van de RSJ in het dossier niet meer worden geupdatet en per 1 juli 2024 zal deze volledig worden verwijderd. U kunt  de jurisprudentiedatabank van de RSJ hiervoor raadplegen.

Jurisprudentie beklagcommissie
25 mei 2012, KC 2012/131
De klacht is gericht tegen het weigeren van telefonisch contact met dhr. [persoon A] sinds 16 februari 2011 [klacht 1] en de weigering tot het opleggen van een maatregel beperking contact met de buitenwereld [klacht 2]. Gezien het niet verlenen van toestemming voor contact met documentairemaker [persoon A] een beperking inhoudt van het contact met de buitenwereld, te weten contact met media, kan klager ingevolge artikel 56, eerste lid en onder c, Bvt, in zijn beklag worden ontvangen. In beginsel heeft een verpleegde het recht op vrijheid van meningsuiting. Ingevolge artikel 39 Bvt kan het hoofd van de inrichting toestemming geven voor het voeren van een gesprek tussen de verpleegde en een vertegenwoordiger van de media, voor zover zich dat verdraagt met de onder in dit lid onder a tot en met e genoemde belangen. De commissie overweegt dat de kliniek in redelijkheid de beslissing heeft kunnen nemen, mede omdat uit de brief van dhr. [persoon A] blijkt dat de doelstelling van zijn documentaire verder gaat dan de op dat moment in de kliniek verblijvende klager. Daarnaast is dhr. [persoon A] terecht doorgezonden naar het Ministerie van Justitie voor het maken van de documentaire. Dit onderdeel is ongegrond. Ter beoordeling aan de beklagcommissie ligt derhalve de weigering van het hoofd van de inrichting tot het voeren van telefoongesprekken of een bepaald telefoongesprek telkens voor een periode van ten hoogste vier weken, indien dit noodzakelijk is met het oog op een belang als bedoeld in artikel 35, derde lid van de Bvt. Gelet op het vorenstaande kan de beklagcommissie niet anders dan vaststellen dat de kliniek niet conform dit wettelijk kader op klagers verzoek om telefonisch contact te mogen hebben met dhr. [persoon A] heeft beslist. De beslissing tot een telefonisch contactverbod is dan ook niet op goede gronden genomen en had ook niet zonder verlengingsbeslissingen in dit kader voor langere tijd mogen voortduren. Klacht gegrond, financiële tegemoetkoming.

Jurisprudentie beroepscommissie

RSJ 18 oktober 2022, 22/27676/TA

De beslissing van het hoofd van de instelling van 7 februari 2022, inhoudende dat de klager geen contact mag hebben met de media is onvoldoende gemotiveerd. Het beklag is gegrond verklaard met daarbij de opdracht een nieuwe, gemotiveerde beslissing. Uit de beslissing van de beklagcommissie volgt naar het oordeel van de beroepscommissie niet dat de instelling toestemming dient te geven aan de klager om contact te hebben met de media. Beroep hoofd instelling ongegrond. 


RSJ 6 november 2015, 15/1649/TA
Voor ontvankelijkheid beslissend totale duur afdelingsarrest op moment beoordeling beklag. Brieven klager over inrichting bij media terecht gekomen; daarmee is postmaatregel omzeild. Afdelingsarrest niet onredelijk; verlenging evenmin gelet op opstelling klager. Beroep ongegrond.

RSJ 11 oktober 2010, 10/1260/TA
De beroepscommissie is van oordeel dat niet aannemelijk is geworden dat de in artikel 39, eerste lid onder a, b, c, d en e Bvt genoemde belangen zijn geschonden. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard. De beroepscommissie acht het raadzaam dat klager een schriftelijk verzoek richt aan het hoofd van de inrichting, waarin hij duidelijk aangeeft waarom hij contact wil met de betreffende journalist van Elsevier.

RSJ 15 november 2000, 00/1322/TA
De beklagcommissie was in deze zaak van oordeel dat de directeur een juiste afweging had gemaakt door aan betrokkene geen toestemming te verlenen voor contact met de media om tot verfilming van betrokkene’s levensverhaal te komen, en wel vanwege de mogelijke grote impact daarvan op zijn familie, op nabestaanden van het slachtoffer en op hemzelf: betrokkene zou onvoldoende inzicht in de draagwijdte van zijn uitingen en gedragingen hebben.

RSJ 15 november 2000, 00/1332/TA
Beroep tegen niet verlenen van toestemming voor contact media t.b.v. verfilming levensverhaal klager ongegrond. Juiste belangenafweging hoofd inrichting. Klager onvoldoende inzicht in draagwijdte van zijn uitingen en gedragingen. Voorts denkt inrichting in kader van zijn behandeling actief mee inzake het optimaal bereiken van het door klager gestelde doel van de film.

RSJ 15 november 2000, 00/1338/TA
Hoofd inrichting heeft in redelijkheid toezicht op klagers correspondentie kunnen verlengen. Klager niet in staat te overzien wat hij met uitlatingen in woord en geschrift bij anderen teweegbrengt. Voorts aannemelijk dat toezicht in kader behandeling wordt aangewend om klager te helpen correspondentiecontacten buiten de inrichting op juiste wijze te onderhouden. Direct contact met media via briefwisseling valt onder art. 35 Bvt (en niet art. 39 Bvt). Beroep hoofd inrichting gegrond.