Sla inhoud over

Jurisprudentie ISD

Per 1 januari 2024 zal de jurisprudentie van de RSJ in het dossier niet meer worden geupdatet en per 1 juli 2024 zal deze volledig worden verwijderd. U kunt de jurisprudentiedatabank van de RSJ hiervoor raadplegen.


Jurisprudentie beklagcommissie

1 mei 2016, KC2016/033

Het klaagschrift betreft het uitblijven van een behandelplan/verblijfsplan. Conform artikel 18a Pbw dient dit binnen een maand na binnenkomst van de gedetineerde op de ISD-afdeling te geschieden. Niet gebleken dat klager, een ISD-er, enige behandeling krijgt of deelneemt aan een programma in het kader van de ISD-maatregel. Er is derhalve geen verblijfsplan opgesteld, terwijl dit een essentieel onderdeel is van de maatregel. Er wordt niet voldaan aan artikel 44i PM, de klacht wordt aldus gegrond verklaard. Tegemoetkoming € 50,-.

4 november 2013, KC204/012

Klager beklaagt zich over het feit dat de directeur de beslissing heeft genomen klager terug te plaatsen van de extramurale fase in een woon-werkcentrum met resocialisatieprogramma naar de PI, terwijl de directeur daartoe niet bevoegd was. Verder bestrijdt klager de gronden waarop de beslissing rust. Hem wordt verweten dat hij de boel heeft willen opruien in het woon-werkcentrum. De beklagcommissie oordeelt dat bij het nemen van de beslissing tot terugplaatsing niet is voldaan aan de in de Penitentiaire maatregel gestelde vereisten. De klacht wordt gegrond verklaard en aan klager wordt een tegemoetkoming toegekend.

1 februari 2013, KC2013/009

Klager is het niet eens met het trage verloop van zijn ISD-traject. Het verblijfsplan is niet op tijd vastgesteld. De klacht wordt ongegrond verklaard; er is niet gebleken dat het traject van klager niet voortvarend is aangevangen. Het verblijfsplan is binnen 4 weken opgemaakt.

15 februari 2012, KC2012/069
Klager, preventief gehecht na veroordeling tot plaatsing in een ISD, beklaagt zich erover dat in zijn situatie bij de beoordeling van zijn verlofaanvraag aansluiting dient te worden gezocht bij de preventief gehechte die reeds in eerste aanleg dan wel hoger beroep is veroordeeld tot een vrijheidsstraf. De directie stelt zich op het standpunt dat zowel het Wetboek van Strafrecht als de Pbw verschil maken tussen de gedetineerden die veroordeeld zijn tot een vrijheidsstraf en gedetineerden die veroordeeld zijn tot een vrijheidsbenemende maatregel. Derhalve handelt de directeur niet in strijd met artikel 1 GW en artikel 8 EVRM. De beklagcommissie is van oordeel dat de wetgever een uitdrukkelijke keuze heeft gemaakt om verlof voor een in een inrichting voor stelselmatige daders verblijvende gedetineerde pas mogelijk te maken tijdens de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel. Derhalve is de beklagcommissie van oordeel dat klagers situatie niet zodanig vergelijkbaar is met gedetineerden die nog niet onherroepelijk veroordeeld zijn tot een vrijheidsstraf. Dit betekent dat klager niet in aanmerking komt voor verlof. Het beklag wordt ongegrond verklaard.

5 januari 2010, KC2010/001
Aan klager is een ISD-traject opgelegd en zijn klacht richt zich tegen de late totstandkoming van het zorgplan en de onzorgvuldige wijze waarop deze tot stand is gekomen. De directie stelt zich op het standpunt dat zij heeft voldaan aan de wettelijke termijn nu het zorgplan binnen 28 dagen is opgesteld. Het traject kan nog niet worden gestart in afwachting van de uitslagen van het RISc-onderzoek. De beklagrechter stelt vast dat het binnen 28 dagen opgestelde zorgplan geen inhoudelijk plan bevat. Het heeft echter vier maanden geduurd voordat er een inhoudelijk plan is opgesteld en er gestart kon worden met het traject. De beklagrechter is van oordeel dat de directie verantwoordelijk is voor dit tijdsverloop en verklaart de klacht dan ook gegrond. Toegekende compensatie ter hoogte van € 50,00.

Jurisprudentie beroepscommissie

Terugplaatsing:
RSJ 8 september 2017, 17/1173/GB
Terugplaatsing vanuit extramurale fase ISD. Onweersproken is dat klager positief heeft gescoord op gebruik van amfetamine. Klager had om een herhalings- of bevestigingsonderzoek kunnen vragen, maar dat was niet (meer) mogelijk. Klager is inmiddels wederom in extramurale fase geplaatst. Te meer nu niet om een tegemoetkoming is verzocht, geen belang meer bij beroep. Klager n-o in zijn beroep.

RSJ 21 juni 2017, 17/0260/GB
Terugplaatsing vanuit extramurale fase ISD. De FPA heeft besloten klagers behandeling te beëindigen. Deze beslissing is gebaseerd op het feit dat klager herhaaldelijk is teruggevallen in middelengebruik, meermaals medepatiënten heeft benaderd om drugs voor hem in te voeren en contrabande op zijn kamer is aangetroffen. Een time-out-maatregel heeft niet het gewenste effect gehad. Beslissing niet onredelijk/onbillijk. Beroep ongegrond.

RSJ 1 juni 2017, 16/4016/GB
Terugplaatsing in ISD vanuit extramurale fase. Klager heeft positief gescoord op het gebruik van cocaïne. Voorts heeft hij zich niet aan zijn meldplicht bij de reclassering gehouden en is hij niet verschenen voor een urinecontrole. Voor de time-out-maatregel die hij als gevolg hiervan diende te ondergaan, diende hij zich op 29 oktober 2016 in de inrichting te melden. Dit heeft hij niet gedaan. Beslissing niet onredelijk/onbillijk. Beroep ongegrond.

RSJ, 29 oktober 2015, 15/2314/GB 
Bij beslissing 27 maart 2015 besloten klager voor time-out veertien dagen terug te plaatsen in ISD. Bij beslissing 10 april 2015 besloten klager definitief terug te plaatsen. Beroepscommissie constateert dat selectiefunctionaris tegenstrijdige overwegingen hanteert voor terugplaatsing. Geen acht geslagen op visie reclassering. Beslissing onredelijk en onbillijk. Beroep gegrond, opdracht nieuwe beslissing.

RSJ 27 augustus 2012, 12/1766/GB
Beëindiging extramurale fase en terugplaatsing naar de ISD-gevangenisunit. Op grond van artikel 44m, tweede lid, Pm, wint de directeur, alvorens de selectiefunctionaris te adviseren, het advies in van trajectcoördinator en college van B en W. Oordeel college B en W is niet ingewonnen. Van beslissende betekenis is echter dat trajectcoördinator, die is belast met het toezicht in de extramurale fase, zijn oordeel over de beëindiging heeft kunnen geven. Nu klager tijdens de extramurale fase een strafbaar feit heeft gepleegd, is de beslissing niet onredelijk of onbillijk. Beroep ongegrond.

RSJ 21 augustus 2012, 12/1894/GA
Klager heeft niet meegewerkt aan behandeling en is daarom teruggeplaatst naar inrichting. Op basis hiervan is klager zijn trajectplan gedeeltelijk herschreven en aangepast. Pas na vaststelling van het nieuwe plan kan worden beoordeeld of verlofverlening past binnen klagers traject. Dit levert naar het oordeel van de beroepscommissie geen schending op van artikel 8 EVRM. Beroep ongegrond.

RSJ 9 juli 2008, 08/0913/GA
ISD-traject. De selectiefunctionaris kan een gedetineerde - op grondslag van een advies van de directeur - terugplaatsen in het basisregime. Deze beslissing wordt schriftelijk aan klager meegedeeld. I.c. was dat niet gebeurd en was klager evenmin gewezen op zijn rechtsmiddelen. Beklag op formele gronden gegrond. Materieel was de beslissing tot terugplaatsing terecht en niet onredelijk of onbillijk.

Verloop ISD-maatregel:

RSJ R-20/8617/GA, 3 oktober 2022

Klager heeft gedurende acht weken op de ISD-afdeling geen mentorgesprek gevoerd, ook niet met zijn schaduwmentor. Het verzorgen van mentorgesprekken valt naar het oordeel van de beroepscommissie onder de verantwoordelijkheid van de directeur. Hiertegen staat beklag open op grond van artikel 60, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet. De directeur heeft een inspanningsverplichting om mentorgesprekken te verzorgen, maar heeft hier niet aan voldaan. Klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, beklag gegrond. Tegemoetkoming €7,50.

RSJ 28 augustus 2018, R-326
Klager heeft zich beklaagd over voortgang ISD-traject. Voor klachten over onder meer verloop, inhoud, doelmatigheid en zorgvuldigheid van de behandeling bestaat afzonderlijke procedure, geregeld in art. 38s Sr, zodat daarover niet op grond van art. 60 Pbw kan worden geklaagd. Klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.

RSJ 20 oktober 2017, 16/4169GA en 17/672/GA
Voor klachten over onder andere het verloop, de inhoud, de doelmatigheid en de zorgvuldigheid van een behandeling in het kader van een ISD-maatregel bestaat een afzonderlijke procedure als geregeld in artikel 38s Sr. Klager heeft die procedure doorlopen. Daarover kan daarom niet op grond van artikel 60 Pbw worden geklaagd. Klager alsnog niet-ontvankelijk in klachten.

Verblijfsplan:
RSJ 14 april 2021, R-20/7230/GA
Beroep van de directeur. Het beklag zag op het niet (tijdig) opstellen van een (volledig) verblijfsplan. Er is voldaan aan de wettelijke eis dat binnen een maand na binnenkomst in de ISD een individueel begeleidingsplan moet worden opgesteld. Daarbij is door het ontbreken van recente diagnostiek teruggegrepen op een oude diagnose van klagers geestelijke gesteldheid. De directeur heeft, op dat moment, voldoende invulling gegeven aan zijn zorgplicht. Beroep directeur gegrond, beklag alsnog ongegrond.

RSJ 19 februari 2020, R-19/2972/GA
Klager klaagt over het niet (tijdig) opstellen van een definitief verblijfsplan. Er is wel een concept verblijfsplan opgesteld, maar deze bevat noch een diagnose van de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van betrokkene noch een individueel begeleidingsplan. Er is in dit geval dan ook niet (tijdig) aan de eis van artikel 18a, eerste lid, Pbw voldaan. Beroep gegrond met toekenning van een tegemoetkoming van € 30,--.

RSJ 18 februari 2020, R-18/2191/GA
Het beklag betreft het niet binnen een maand vaststellen van een verblijfsplan voor klager. Niet kan worden geconcludeerd dat de directeur onvoldoende invulling heeft gegeven aan zijn zorgplicht. Evenmin is gebleken dat klagers traject enige hinder heeft ondervonden van het feit dat eerst sprake was van een ‘concept verblijfsplan’. Beroep ongegrond.

RSJ 5 januari 2018, 17/1852/GA
De beklagcommissie heeft een tegemoetkoming van € 15,-- toegekend vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende het te laat opstellen van een verblijfsplan. Klager is het niet eens met de hoogte van de vergoeding, omdat deze niet in lijn is met de jurisprudentie. Het verblijfsplan werd anderhalve maand later dan de wettelijke termijn van vier weken vastgesteld. Gelet op de duur van de overschrijding bezien in samenhang met de toegekende tegemoetkoming in vergelijkbare door de beroepscommissie beoordeelde zaken, acht de beroepscommissie een tegemoetkoming van € 30,-- redelijk. Beroep gegrond.

RSJ 8 augustus 2017, 17/0687/GA
De beklagrechter heeft een tegemoetkoming van € 10,-- toegekend vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende het te laat opstellen van een verblijfsplan. Klager is het niet eens met de hoogte van de vergoeding, omdat klager maandenlang zonder verblijfsplan heeft gezeten. De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond stelt een hogere tegemoetkoming vast, waarbij tot uitgangspunt wordt genomen dat het verblijfsplan ongeveer een maand te laat is vastgesteld. Overeenkomstig de vergoedingen die de beroepscommissie in vergelijkbare zaken toekent, komt klager een tegemoetkoming toe van € 25,--.

Overig:

RSJ 6 juli 2022, R-20/8046/GA

Klagers plaatsing van het trajectregime naar het basisregime van de ISD-maatregel betreft een beklagwaardige beslissing. Van deze beslissing is geen schriftelijke neerslag opgemaakt, waardoor de beslissing niet voldoet aan de wettelijke vereisten en niet toetsbaar is in beklag of beroep. Beroep gegrond, klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag en beklag gegrond. Tegemoetkoming €30,-.

 

RSJ 4 juli 2022, 21/21743/GA

Klager is een vreemdeling zonder rechtmatig verblijf in Nederland en is veroordeeld tot een ISD-maatregel. Het detentieverblijf is gericht op de re-integratie in het land van herkomst. De verlenging van klagers verblijf in het verkort programma, omdat hij niet (voldoende) meewerkte aan de voorbereiding op zijn terugkeer naar Marokko, is gerechtvaardigd. Beroep directeur gegrond, beklag alsnog ongegrond.

 

RSJ 4 oktober 2021 , R-19/5185/GA

Terugplaatsing van klager naar fase 1 van ISD-traject is beklagwaardig. Klager is alsnog ontvankelijk in het beklag. Niet gebleken dat van de terugplaatsing en de intrekken van vrijheden een schriftelijke mededeling is opgemaakt. De beslissing voldoet niet aan de daaraan door wet te stellen eisen. Beklag gegrond. Tegemoetkoming €30,-.


RSJ 24 januari 2020, R-19/4358/GA
Klager klaagt over het door de inrichting belemmeren van het naleven van door de rechtbank opgelegde voorwaarden in het kader van klagers ISD-traject. Hetgeen van de zijde van klager is aangevoerd kan niet leiden tot de conclusie dat de directeur zou zijn tekortgeschoten in zijn zorgplicht, dan wel dat de zorgplicht zou zijn geschonden. Beroep ongegrond.

RSJ 28 december 2018, R-18/1397/GB
Klager is het niet eens met de beëindiging van zijn extramurale fase. Klager verbleef in het kader van zijn extramurale fase van de ISD bij De Fleerde. Hij is meermalen niet teruggekeerd van verlof. Nadat de extramurale fase van de ISD was beëindigd heeft klager zich niet tijdig gemeld bij de p.i. Almere, en heeft zich dus onttrokken aan zijn detentie. Gelet hierop is de bestreden beslissing niet als onredelijk of onbillijk aan te merken. Beroep ongegrond.

RSJ 6 februari 2017, 16/3698/GB
De keuze van de plaats of afdeling waar de laatste fase van de ISD-maatregel ten uitvoer wordt gelegd is geen beslissing van de selectiefunctionaris. Klager is niet-ontvankelijk in beroep.

RSJ, 1 april 2015, 15/0116/GA 
Algemene verantwoordelijkheid laatste fase ISD-maatregel buiten de inrichting ligt bij de directeur en verzoek om verlof dient aan de directeur te worden voorgelegd. Er is geen verzoek aan de directeur voorgelegd en in het dossier zitten geen schriftelijke stukken ten aanzien van een intrekking van klagers verlof. Beroep ongegrond. 

RSJ 6 september 2011, 11/1307/GA 
De beroepscommissie overweegt dat de directeur in redelijkheid kan beslissen dat gedetineerden die de maatregel plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders ondergaan wekelijks kunnen worden onderworpen aan urinecontroles. Beroep klager ongegrond.