Opnieuw zoeken

Sla inhoud over

KC 2008/037

Datum uitspraak:
27/02/2008
Artikel:
41 lid 4 Bjj, 43 lid 3 Bjj, 55 Bjj, 61 Bjj, 62 Bjj
Samenvatting:
Disciplinaire straf wegens gebruik softdrugs. Klager is niet gehoord en heeft geen schriftelijke mededeling ontvangen. Beklag gegrond wegens het niet voldoen aan formaliteiten. Straf niet onredelijk of onbillijk; geen compensatie. Ontzegging bezoek van neef aan klager voor vier weken. Causaal verband tussen bezoek neef en gebruik softdrugs niet duidelijk. Grondslag voor oplegging ontzegging bezoek onvoldoende aanwezig. Klager heeft tevens geen schriftelijke mededeling ontvangen. Beklag zowel materieel als formeel gegrond. Compensatie in de vorm van één extra bezoek.
Uitspraak:

De alleensprekende beklagrechter, heeft kennis genomen van de op 8 januari 2007 bij het secretariaat ingekomen klaagschriften van

[…], verder te noemen klager.

De klaagschriften, gedateerd op respectievelijk 2 en 3 januari 2007, zijn gericht tegen:

- een aan klager opgelegde kamerplaatsing
- een ontzegging van het bezoek van klagers neef voor een periode van vier weken.

De teamleider heeft schriftelijk gereageerd. Klager heeft van deze reactie kennis kunnen nemen.

De klacht is behandeld ter zitting van 6 februari 2007 in het bijzijn van klager en de teamleider […].

De feiten
Aan klagers neef was het bezoek aan de inrichting voor een periode van vier weken ontzegd. De reden voor deze ontzegging was het feit dat klager direct na het laatste bezoek van zijn neef blowend op een kamer is aangetroffen. De dag dat klager blowend op zijn kamer is aangetroffen heeft klager voor de rest van de dag op zijn kamer moeten verblijven. Het weekend daarna heeft hij 24 uur op zijn kamer moeten verblijven.

Standpunt teamleider
Op de dag dat klager blowend op zijn kamer is aangetroffen, heeft hij op zijn kamer moeten verblijven omdat hij op dat moment, vanwege het blowen, groepsongeschikt was. Het feit dat hij in het weekend 24 uur op zijn kamer heeft moeten verblijven is conform de procedure middelengebruik. Omdat klager op het moment dat hij op heterdaad betrapt werd op het blowen, geen verklaring kon geven over hoe hij aan de wiet of hash gekomen was, heeft de teamleider de conclusie getrokken dat klagers neef dit had meegebracht. De teamleider had nog niet eerder van de neef gehoord. Hierna is aan de neef het bezoek aan klager ontzegd voor een periode van vier weken.

Standpunt klager
Klager voelt zich dubbel gestraft omdat hij vanwege het op heterdaad betrapt zijn op het blowen, eerst een dag op zijn kamer moest blijven en daarna nog eens 24 uur in het weekend. Hij begrijpt dat hij door het blowen groepsongeschikt was, maar het beleid in de inrichting is dat je in een dergelijke situatie na een paar uur terug naar de groep mag. Klager heeft in tegenstelling hiervan de hele dag en avond op zijn kamer moeten verblijven. Klager heeft vaker bezoek gehad van deze neef. Hij weet niet precies hoe vaak, in ieder geval vijf keer.

Beoordeling
Met betrekking tot de kamerplaatsingen:
Uit het verweer van de teamleider blijkt dat klager is gestraft conform de ‘Aanpak middelengebruik’. Dit impliceert dat klager een disciplinaire straf conform art. 55 BJJ is opgelegd. Nu klager op heterdaad betrapt is op het blowen, is het naar het oordeel van de beklagrechter niet onredelijk dat klager daarvoor is gestraft. Conform art. 61 en 62 BJJ dient de jeugdige omtrent de strafoplegging te worden gehoord en dient de jeugdige een schriftelijke mededeling van de strafoplegging te ontvangen. Uit de stukken en ter zitting is gebleken dat niet is voldaan aan deze formaliteiten. Hoewel klager in casu op heterdaad betrapt is en derhalve voldoende grond bestond voor strafoplegging, kan de beklagrechter niet anders dan de klacht gegrond verklaren, nu niet aan de formaliteiten voor strafoplegging is voldaan. De beklagrechter merkt ten overvloede op dat de inrichting door te voldoen aan de wettelijk voorgeschreven formaliteiten, ook had kunnen voorkomen dat bij klager de indruk is ontstaan dat hij voor één en hetzelfde feit dubbel werd gestraft.

Alle omstandigheden in aanmerking nemend, ziet de beklagrechter geen aanleiding om klager een compensatie toe te kennen.

Met betrekking tot de ontzegging van het bezoek van klagers neef:
Aan klager is medegedeeld dat het bezoek van zijn neef voor een periode van vier weken werd ontzegd. De teamleider heeft het blowen, een feit dat onverenigbaar is met de orde of de veiligheid in de inrichting, in verband gebracht met het bezoek van klagers neef en daarop de beslissing genomen het bezoek te ontzeggen. Daarbij heeft de teamleider ook meegewogen dat hij de bezoeker, waarvan klager zegt dat het zijn neef zou zijn, niet kent en het vermoeden bestaat dat het hier mogelijk een koerier betreft. De beklagrechter is van oordeel dat het verband tussen het begane feit en het bezoek nader had dienen te worden onderbouwd. De enkele omstandigheid dat het feit direct, althans kort na het bezoek is begaan, is onvoldoende om daaraan de conclusie te verbinden dat de drugs zijn ingevoerd door het bezoek en de weigering van het bezoek noodzakelijk is met het oog op een belang als bedoeld in art. 41 lid 4 BJJ, dan wel het feit derhalve is begaan in verband met dat bezoek als bedoeld in art. 55 lid 1 sub b BJJ. Hetzelfde geldt ten aanzien van het vermoeden dat de bezoeker niet werkelijk klagers neef zou zijn, nu getuige de verklaringen ter zitting ook naar dat vermoeden geen nader onderzoek is gedaan. De beklagrechter is dan ook van oordeel dat onvoldoende grond aanwezig was voor de beslissing het bezoek van klagers neef te ontzeggen. Voor de beklagrechter is niet vast komen te staan of de beslissing het bezoek te ontzeggen is gegrond op art. 43 lid 3 BJJ of op art. 55 lid 1 sub b BJJ. Beide artikelen eisen echter een schriftelijke mededeling als bedoeld in art. 62 (lid 2 sub b) BJJ. Ter zitting is vast komen te staan dat klager deze niet heeft gekregen. De beklagrechter zal de klacht met betrekking tot het gedeelte over de ontzegging van het bezoek dan ook zowel op materiële, als op formele grond gegrond verklaren.

Klager komt een tegemoetkoming toe, nu de gevolgen van de ten onrechte genomen beslissing niet meer ongedaan te maken zijn. De tegemoetkoming bedraagt één keer extra bezoek.

BESLISSING
De beklagrechter verklaart de klachten gegrond.

De beklagrechter stelt vast dat klager één keer extra bezoek toekomt.

Aldus gegeven door de beklagrechter […], bijgestaan door […], secretaris, op februari 2007.