Opnieuw zoeken

Sla inhoud over

KC 2014/039

Datum uitspraak:
31/07/2014
Artikel:
47 Pbw, Spog
Samenvatting:
De klaagschriften richten zich tegen het besluit van de directeur om de activiteit arbeid voor 20 uur per week, zoals dit in het dagprogramma ingaande per 1 juni 2014 is opgenomen, structureel niet aan te bieden. De directeur acht de huidige aangeboden compensatie van 60 minuten recreatie per arbeidsblok en de tegemoetkoming van €10,- per week redelijk en billijk. De beklagcommissie stelt vast dat in het huidige dagprogramma 20 uur per week aan arbeid is ingepland. Arbeid wordt structureel niet aangeboden. Detentiecentrum […] is als Huis van Bewaring aangewezen waardoor een basisprogramma van minimaal 42,5 dan wel 43 uur per week aan activiteiten, inclusief arbeid, aan de ingeslotenen aangeboden dient te worden. De beklagcommissie concludeert aldus dat het wettelijk minimum aan activiteiten niet wordt gehaald. De beklagcommissie stelt voorts vast dat uit artikel 47 van de Pbw een zorgplicht voortvloeit voor de directeur om arbeid aan gedetineerden beschikbaar te stellen. De beklagcommissie concludeert dat de directeur in onderhavige zaak zich niet op overmacht kan beroepen bij het structureel niet aanbieden van arbeid dan wel een vervangende activiteit. Naar het oordeel van de beklagcommissie dient aldus het in de wet- en regelgeving vastgelegde aantal uren dagprogramma in de praktijk ook daadwerkelijk aan de ingeslotenen te worden aangeboden. De klacht wordt gegrond verklaard, zij draagt de directeur op om een nieuwe beslissing te nemen en daarbij in acht te nemen dat aan de ingeslotenen een dagprogramma van 43 uren aangeboden dient te worden. Voorts kent de beklagcommissie aan iedere klager een financiële tegemoetkoming van €40,- toe voor de schending van het vereiste wettelijk minimum aan arbeidsuren in de afgelopen periode.
Uitspraak:

DE BEKLAGCOMMISSIE UIT DE COMMISSIE VAN TOEZICHT BIJ DETENTIECENTRUM […]

De beklagcommissie heeft kennis genomen van het op 18 juni 2014 door de maandcommissariaat bij het secretariaat ingekomen klaagschrift van:

[…], verder te noemen klager.

Het door klager ingediende klaagschrift maakt onderdeel uit van meerdere vergelijkbare klaagschriften ingediend door andere ingeslotenen. De beklagcommissie heeft de klaagschriften gelijktijdig behandeld en daarbij de klagers door drie ingeslotenen laten vertegenwoordigen. Hierna zal dan ook worden gerefereerd aan “klagers” en “klaagschriften”. 


De klaagschriften richten zich tegen het besluit van de directeur om de activiteit arbeid voor 20 uur per week, zoals dit in het dagprogramma ingaande per 1 juni 2014 is opgenomen, structureel niet aan te bieden. 

De directeur heeft schriftelijk gereageerd op de klachten. Klagers hebben hiervan kennis kunnen nemen.

De klachten zijn behandeld ter zitting van 18 juli 2014 waarbij drie vertegenwoordigers van de afdelingen waarop alle klagers zijn geplaatst, aanwezig waren. Dat zijn […], […] en […]. Vanuit de directie was plaatsvervangend vestigingsdirecteur […] aanwezig en afdelingshoofd […].

Op de zitting is in de Nederlandse taal gesproken en soms - ter verduidelijking - in het Engels.

Standpunt klagers
De klaagschriften richten zich op het dagprogramma waarin de dagelijkse activiteit arbeid (die in het dagprogramma voor vier uur van maandag tot en met vrijdag dagelijks is opgenomen) niet wordt aangeboden. In plaats daarvan worden klagers ingesloten in de verblijfsruimte. Ter compensatie van vier uur arbeid wordt aan klagers 45 minuten per dag de gelegenheid gegeven om buiten de verblijfsruimte te vertoeven. Klagers willen dat de activiteit arbeid – zoals vermeld in het dagprogramma – voor vier uur per dag wordt aangeboden op maandag tot en met vrijdag. Als dit door gebouwelijke omstandigheden niet realiseerbaar is, willen de klagers dat de arbeidstijd gecompenseerd wordt in een alternatief waarbij men in ieder geval buiten de verblijfsruimte kan verblijven.

Ter zitting hebben de vertegenwoordigers aangegeven dat zij lange dagen achter de deur zitten. Dit is een onmenselijke situatie. Zij vragen of het mogelijk is, zolang de huidige situatie duurt, dat de recreatie in gedeelten wordt opgeknipt. Zij wensen tevens dat zij de tijd, die nu in het dagprogramma is gereserveerd voor arbeid, als recreatie kunnen krijgen en dat de deur van de cel dan open blijft. Nu gaat het zo dat zij achter de deur zitten als er geen activiteit is vastgelegd. De ingeslotenen zitten standaard met twee op één cel. Het is nu erg warm in de  cellen. Graag zouden ze extra luchten en recreatie willen met deze hitte.

Standpunt directeur
De betrokkenen beklagen zich over het niet krijgen van arbeid, terwijl dit wel is opgenomen in het dagprogramma. Het […] valt onder de Directie Bijzondere Voorzieningen (hierna DBV). Echter, er zijn ook ingeslotenen van het Gevangeniswezen (hierna GW-ingeslotenen) gehuisvest, dat zijn VRISsers en voorlopig gehechten die in eerste aanleg nog niet zijn veroordeeld. Voor deze doelgroep wordt het basisprogramma aangeboden volgens de richtlijnen van Detentie, Beveiliging en Toezicht op maat (hierna DBT). Het basisprogramma is neergelegd in het dagprogramma van de afdelingen waar betrokkenen verblijven.

De directeur geeft aan dat het […] nog niet in staat is om enige vorm van arbeid aan te bieden voor de gedetineerden op de betreffende afdelingen. Daarom krijgen gedetineerden, waar arbeid staat vermeld in het dagprogramma, ter compensatie 45 minuten recreatie per arbeidsblok en €10,- per week aan zakgeld als tegemoetkoming, conform de richtlijnen van DBV.

In GW-inrichtingen kunnen gedetineerden na het tekenen van een arbeidscontract aanspraak maken op wachtgeld. Het wachtgeld bedraagt 80% van het basisloon van €0,79 per uur en €12,64 per week. Omdat het […] nog niet in staat is om arbeid aan te bieden, kan er geen arbeidscontract worden aangeboden. Daarom is besloten om de zogenaamde zakgeldregeling te handhaven. Sinds donderdag 10 juli 2014 is de compensatie van 45 minuten recreatie uitgebreid naar 60 minuten. De directie van het […] is momenteel druk doende om de randvoorwaarden te realiseren om daadwerkelijk arbeid aan te kunnen bieden voor gedetineerden die op de betreffende afdelingen verblijven.

De huidige aangeboden compensatie van 60 minuten recreatie per arbeidsblok en de tegemoetkoming van €10,- per week is volgens de directeur redelijk en billijk.

Ter zitting heeft de directeur aangegeven dat het nieuwe dagprogramma van 1 juni 2014 conform de modellen van het Hoofdkantoor is gemaakt. Detentiecentrum […] is volgens de instellingsbeschikking een “DBV-locatie met HvB-onderdeel”. In het HvB-gedeelte is het basisprogramma van toepassing. In het HvB wordt een dagprogramma van (per week) 42,5 uur aangeboden, inclusief de arbeidstijd. Daar zit het probleem. Feitelijk spenderen de ingeslotenen ongeveer 30 uur buiten de cel. Dat is inclusief de looplijnen, bezoek, recreatie, kerk ed. Dat zijn de ‘rechtsactiviteiten’.

De directeur geeft aan advies aan het Hoofdkantoor te hebben gevraagd, dat heeft geleid tot het oordeel dat op dit moment conform GW-richtlijnen wordt gehandeld. De ingeslotenen zitten gedurende het arbeidsblok achter de deur, met uitzondering van één uur recreatie en het verkrijgen van zakgeld. Het is niet juist dat ingeslotenen 28 uur aaneengesloten achter de deur zitten. Momenteel (sinds 1 juni 2014, de invoering van het nieuwe dagprogramma) worden per afdeling twee personeelsleden ingepland. Dit waar voorheen vier personeelsleden op de afdeling stonden ingepland. Dit vormt de oorzaak van het probleem dat er geen alternatief voor de activiteit arbeid op de afdeling kan worden aangeboden. Door het halveren van het aanwezige personeel per afdeling, mag per afdeling de helft van de aanwezige ingeslotenen, te weten 28 bewoners, gelijktijdig worden uitgesloten. 

Voorts geeft de directie aan onderzoek naar een vergelijkbare situatie te hebben gedaan. Daar is uitgekomen dat, zolang geen arbeidscontract is getekend en geen arbeid wordt aangeboden, er slechts sprake is van een inspanningsverplichting voor de directeur. Er hoeft niet in tijd te worden gecompenseerd. Gedurende de voor arbeid gereserveerde tijd mogen ingeslotenen achter de deur zitten. Ook de compensatie van €10,- per week is redelijk. Dit omdat, in tegenstelling tot de gedetineerden in een ander HvB/gevangenis, de ingeslotenen in het […] geen televisie hoeven te huren.

In de verschillende werkwijzen in vergelijkbare situaties is niet echt één lijn te herkennen, aldus de directeur. Uit jurisprudentie blijkt dat ingeslotenen achter de deur zitten met behoud van wachtgeld, ofwel naar een arbeidszaal gaan om daar te gaan kaarten of iets dergelijks, óf  mogen recreëren op de afdeling. In de gevangenis is het een verplichting om te werken. Indien een gedetineerde niet wil werken mag hij/zij worden ingesloten.

De directie heeft het niet redelijk gevonden om de ingeslotenen gedurende de gehele voor de arbeid geplande tijd achter de deur te laten, vandaar de compensatie van 45 minuten dan wel één uur inclusief zakgeld.

De directeur reageert op de vraag van de vertegenwoordigers om meer tijd buiten de cel te spenderen, dat dit niet mogelijk is door de invoering van DBT. Het dagprogramma is veel beperkter dan voorheen. Ingeslotenen kunnen niet meer een hele ochtend recreëren. In het dagprogramma is “arbeid/bloktijd” opgenomen. Met “bloktijd” wordt bedoeld dat ingeslotenen achter de deur dienen te verblijven. Het is voorts in Detentiecentrum […] niet mogelijk om bepaalde ingeslotenen taakarbeid te laten verrichten. Daarvoor is een contract afgesloten met een extern bedrijf.

Beoordeling
De klagers hebben hun beklag gedaan binnen de wettelijke termijn en gegrond op artikel 60 van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw), zodat zij ontvankelijk zijn in hun beklag.

De beklagcommissie heeft kennis genomen van de ‘Regeling van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 10 februari 2014 inhoudende wijziging van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden in verband met de invoering van promoveren en degraderen van gedetineerden.’ De beklagcommissie belicht allereerst wat van toepassing is in Detentiecentrum […].

In de instellingsbeschikking is vastgelegd dat Detentiecentrum […] de bestemming Huis van Bewaring heeft. In de Toelichting behorende bij de ‘Regeling van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 10 februari 2014 inhoudende wijziging van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden in verband met de invoering van promoveren en degraderen van gedetineerden’[1] is opgenomen dat alle gedetineerden die niet zijn uitgezonderd op grond van artikel 1b, hun detentie aanvangen in het zogenaamde ‘basisprogramma’. De beklagcommissie stelt vast dat de klagers van Detentiecentrum […] niet onder de uitzondering vallen. Dit betekent dat het basisprogramma aan de klagers dient te worden aangeboden.

In de Toelichting is voorts vermeld dat het basisprogramma 43 uur aan activiteiten omvat, inclusief arbeid.  In de ‘Handleiding Toetsingskader promoveren en degraderen’ van 20 december 2013 wordt melding gemaakt van een basisprogramma van ongeveer 42,5 uur per week aan activiteiten.

De beklagcommissie heeft het dagprogramma van toepassing in Detentiecentrum […] ter zitting overhandigd gekregen. Vast staat dat in het huidige dagprogramma 20 uur per week aan arbeid is ingepland. Het klaagschrift is gericht op de afwezigheid van arbeid. Dit is een structureel gegeven. Er zijn (nog) geen arbeidszalen in het Detentiecentrum aanwezig of kunnen zalen als arbeidszalen in gebruik genomen worden. De directeur acht de compensatie: te weten één uur uitsluiten gedurende het arbeidsblok en zakgeld van €10,- per week afdoende voor de afwezigheid van de arbeid.  

De beklagcommissie komt alles in overweging nemende tot het volgende oordeel:
Detentiecentrum […] is als Huis van Bewaring aangewezen waardoor een basisprogramma van minimaal 42,5 dan wel 43 uur per week aan activiteiten, inclusief arbeid aan de ingeslotenen aangeboden dient te worden. In Detentiecentrum […] behelst het dagprogramma – nu structureel geen sprake is van het aanbieden van de arbeid -  feitelijk minder uren dan wettelijk is voorgeschreven, te weten ongeveer 30 uur aan rechtsactiviteiten. De beklagcommissie concludeert aldus dat het wettelijk minimum, vastgelegd in huidige wet- en regelgeving, aan activiteiten niet wordt gehaald.

De beklagcommissie zal een oordeel geven over de vraag of de directeur conform wet- en regelgeving handelt nu structureel geen arbeid wordt aangeboden in Detentiecentrum […]. Hierbij neemt de beklagcommissie gevestigde jurisprudentie in acht.

De beklagcommissie stelt vast dat uit artikel 47 van de Pbw een zorgplicht voortvloeit voor de directeur om arbeid aan gedetineerden beschikbaar te stellen. Dit wordt o.a. bevestigd door de beroepscommissie in de zaak met kenmerk 13/0805/GA. In de zaak met kenmerk 11/0621/GA heeft de beroepscommissie geoordeeld dat “nu activiteiten structureel niet of minder lang doorgang hebben gevonden en geen compensatie of andere activiteit maar insluiting heeft plaatsgevonden, er sprake is van een gegronde klacht.” Voorts neemt de beklagcommissie de uitspraken in de zaken met kenmerk 12/3885/GA, 11/2453/GA/ 10/3921/GA en 10/1895/GA in acht.

In navolging van te dezen geldende jurisprudentie, concludeert de beklagcommissie dat de directeur in onderhavige zaak zich niet op overmacht kan beroepen bij het structureel niet aanbieden van arbeid dan wel een vervangende activiteit. De invoering van ‘Detentie, Beveiliging en Toezicht op maat’, het ontbreken van arbeidszalen en een andere verdeling van personeelsbezetting kan niet worden aangevoerd als zijnde overmacht voor de uitval van een rechtsactiviteit en het ontbreken van een alternatieve activiteit. De beklagcommissie is tevens van oordeel dat bij het maken van een belangenafweging waarin enerzijds de door het hoofdkantoor opgelegde inperking van de personele bezetting of het niet kunnen voldoen aan het aanbieden van alternatieve activiteiten in plaats van de in het dagprogramma vastgelegde activiteit arbeid, en anderzijds het belang van de ingeslotenen, het laatste belang dient te prevaleren. Dientengevolge ontstaat voor de directeur de verplichting om gedurende de uitval van het gehele arbeidsblok een vervangende activiteit aan te bieden dan wel op zijn minst uitsluiting van de ingeslotenen gedurende dit gehele blok. Er is namelijk sprake van het structureel uitvallen van een rechtsactiviteit. Nu het de rechtsactiviteit ‘arbeid’ betreft, dient voorts een financiële compensatie geboden te worden. In dit laatste heeft de directeur voldoende voorzien.

Naar het oordeel van de beklagcommissie dient aldus het in de wet- en regelgeving vastgelegde aantal uren dagprogramma (een basisprogramma dat 42,5 dan wel 43 uur omvat) in de praktijk ook daadwerkelijk aan de ingeslotenen te worden aangeboden. De beklagcommissie is van oordeel dat de directeur door het aanbieden van een dagprogramma met 30 uur aan activiteiten niet conform de wet- en regelgeving handelt.

De beklagcommissie weegt eveneens in deze beoordeling mee dat de situatie in Detentiecentrum […] vergelijkbaar dient te zijn met de situatie in andere HvB’s. De beklagcommissie is bekend met het gegeven dat in een ander Huis van Bewaring preventief gehechten arbeid mogen verrichten. Ook neemt de  beklagcommissie in deze beoordeling mee dat de situatie in Detentiecentrum […] ook zwaarder is in vergelijking met andere HvB’s, nu standaard alle ingeslotenen op een meerpersoonscel geplaatst worden. Dit betekent niet alleen dat er momenteel een verschil is qua duur van het dagprogramma tussen preventief gehechten in reguliere HvB’s en de preventief gehechten in Detentiecentrum […] maar tevens dat ingeslotenen in het Detentiecentrum bij niet doorgaan van geplande activiteiten die extra uren ‘achter de deur’ dan ook nog moeten doorbrengen in het bijzijn van een mede-ingeslotene. Hierdoor ontstaat een onderscheid tussen deze groep preventief ingeslotenen in Detentiecentrum […] in vergelijking met dezelfde groep preventief ingeslotenen in de overige HvB’s. Dit gegeven acht de beklagcommissie onwenselijk.

De beklagcommissie is alles in acht nemende van oordeel dat de klacht gegrond verklaard dient te worden. Door het structureel geen doorgang kunnen vinden van de rechtsactiviteit arbeid, als ook geen volledige uitsluiting plaatsvinden gedurende die arbeidsuren, wordt er niet voldaan aan de wettelijke uren aan activiteiten van het basisprogramma, zoals van toepassing in Detentiecentrum […]. Hierdoor worden de ingeslotenen in hun belangen geschaad. De beklagcommissie draagt de directeur dan ook op om een nieuwe beslissing te nemen en daarbij in acht te nemen dat  aan VRISsers en preventief gehechten vallende onder het GW een dagprogramma aangeboden dient te worden van ten minste 43 uur per week aan activiteiten.

De beklagcommissie is voorts van oordeel dat voor zover de gevolgen van de invoer van het dagprogramma per 1 juni 2014 niet meer ongedaan gemaakt kunnen worden een tegemoetkoming dient te worden toegekend. De beklagcommissie zoekt hierbij aansluiting bij de ‘standaardbedragen tegemoetkomingen’ vastgesteld door de Raad voor de Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming. Er is sprake van een schending van het wettelijk voorgeschreven minimum aan rechtsactiviteiten. De periode die dit behelst - ten tijde van het nemen van deze beslissing -  is twee maanden. Hierdoor kent de beklagcommissie aan elke klager een financiële tegemoetkoming toe van €40,-.

BESLISSING:
De beklagcommissie verklaart de klacht gegrond.

De beklagcommissie draagt de directeur op om een nieuwe beslissing te nemen en daarbij in acht te nemen dat aan de ingeslotenen een dagprogramma van 43 uren aangeboden dient te worden. 

Voorts draagt de beklagcommissie de directeur op om aan iedere klager een financiële tegemoetkoming van €40,- toe te kennen voor de schending van het vereiste wettelijk minimum aan arbeidsuren in de afgelopen periode.

Aldus gegeven op 31 juli 2014 door […] (voorzitter), […] (leden) bijgestaan door […], secretaris.



Er is geen beroep ingesteld tegen deze uitspraak.


[1] Staatscourant 2014 nr. 4617 van 20 februari 2014.