Opnieuw zoeken

Sla inhoud over

KC 2014/002

Datum uitspraak:
16/05/2013
Artikel:
50, 61 Pbw
Samenvatting:
Oplegging van disciplinaire straf voor de duur van drie dagen niet onredelijk of onbillijk. Voorts dient klager in de iso de mogelijkheid te worden geboden om klaagschriften in een afgesloten envelop aan te bieden.
Uitspraak:

De beklagcommissie uit de Commissie van Toezicht bij de PI […], heeft kennis genomen van de door […], hierna genoemd: klager, op 22 februari 2013 ontvangen klaagschriften.

De beklagcommissie heeft voorts kennisgenomen van de door […], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de PI […], op schrift gestelde inlichtingen en opmerkingen, gedateerd 26 april 2013.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 16 mei 2013. Bij deze mondelinge behandeling waren aanwezig:

-          klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. […], advocaat te […];

-          […], plaatsvervangend vestigingsdirecteur PI […];

-          […], juridisch medewerker PI […].

Aangezien klager de Nederlandse taal niet machtig is, maar wel de Engels taal, is […], beëdigd tolk in de Engelse taal, eveneens bij het verhoor aanwezig geweest.


Bestreden besluit

De klaagschriften zien op:

-    de op 16 februari 2013 aan klager opgelegde disciplinaire straf;

-    het niet bieden van de mogelijkheid om een tijdens het verblijf op de iso in te dienen klacht in een gesloten envelop aan het persoon te overhandigen;

-    het niet direct na het einde van de tenuitvoerlegging van de opgelegde disciplinaire straf vanaf de iso kunnen terugkeren naar de afdeling.


Standpunt klager

De inhoud van het door klager ingediende klaagschrift wordt als hier herhaald en ingelast beschouwd.

Tijdens de mondelinge behandeling heeft klager – zakelijk weergegeven – het navolgende naar voren gebracht:


Ten aanzien van de klacht met klachtnummer […]:

De eerste keer lukte het mij niet om te urineren. Daarop liep de bewaarder weg. Ik heb toen wat water gedronken en heb toen een tweede poging gedaan. Op het moment dat ik aan het urineren was heb ik de bewaarder alle zicht gegeven. De bewaarder riep mij daarop toe dat ik mijn broek moest laten zakken. Omdat ik hem gewoon alle zicht heb gegeven en nergens staat beschreven dat dit de procedure is bij de urinecontrole heb ik dit geweigerd. Daarbij komt dat het, gelet op mijn afkomst, een belediging is indien op deze wijze gevraagd worden om je broek te laten zakken. Ik deel u hierbij mee dat ik geboren ben in […], maar dat mijn ouders van […] afkomst zijn. Toen ik de bewaarder erop wees dat er nergens in de regels wordt aangegeven dat het verplicht is om tijdens een urinecontrole je broek volledig te laten zakken werd hij erg boos.

Ik heb mij in het geheel niet dreigend uitgelaten. Ik heb op een gegeven moment alleen tegen hem gezegd: “go go go”. Ik wilde namelijk niet met hem praten. Dit is absoluut niet bedreigend geweest. Mij is uiteindelijk een disciplinaire straf opgelegd en ik werd voor 3 dagen overbracht naar de iso.


Tijdens de mondelinge behandeling heeft de raadsvrouw van klager – zakelijk weergegeven – het navolgende naar voren gebracht:

Ten aanzien van de klacht met klachtnummer […]:

Mijn cliënt wordt verweten dat hij bedreigend is overgekomen. Hierbij wordt puur gekeken naar de uiterlijke verschijningsvorm. Ik merk op dat mijn cliënt er niets aan kan doen dat hij een stevig postuur heeft. Ook aan zijn gelaatsuitdrukking kan hij niets doen. Voorts merk ik op dat mijn cliënt van […] afkomst is, alwaar men gewend is op een wat luidere wijze met elkaar te communiceren. Mijn cliënt wilde gewoon zijn medewerking aan de urinecontrole verlenen, maar door het personeel is hem gevraagd om zijn broek volledig te laten zakken. Gelet op de afkomst van mijn cliënt wordt dit door hem als een belediging ervaren. Hierbij merk ik op dat dit niet nodig was om volledig zicht te hebben op de wijze van het door hem af te leveren urinemonster. Voorts merk ik op dat het mij niet duidelijk is waarom mijn cliënt niet in een afzonderingscel is geplaatst om hem daar een urinemonster te laten afstaan. 

Tevens maakt ik u erop attent dat de persoonsgegevens van mijn cliënt, zoals vermeld op de stukken, niet juist zijn. Er staat namelijk vermeld […] met als geboortejaar […]. Dit dient […] te zijn met geboortejaar […]. Ik heb hierover reeds contact gehad met de inrichting en ook met de IND.


Ten aanzien van de klacht met klachtnummer […]:

Mijn cliënt wilde tijdens zijn verblijf op de iso een klacht indienen, welke klacht hij graag in een gesloten envelop aan het personeel wilde overhandigen. Daarop werd hem door het personeel medegedeeld dat de klacht pas in een envelop werd gedaan nadat de directeur de klacht had gelezen. Ik kan mij niet vinden in deze werkwijze. Voorts merk ik op dat mijn cliënt op de afdeling wel de mogelijkheid krijgt om zijn klacht in een gesloten envelop in te dienen. Ik stel me op het standpunt dat een gedetineerde te allen tijde de mogelijkheid dient te worden geboden om een door hem in te dienen klacht in een gesloten envelop aan het personeel te overhandigen zodat op die wijze het vertrouwelijke contact tussen een gedetineerde en de Commissie van Toezicht wordt gewaarborgd. Ik acht het een verkeerde werkwijze dat thans op de iso een door een gedetineerde ingediende klacht eerst door het personeel wordt gelezen.


Ten aanzien van de klacht met klachtnummer […]:

Officieel is mijn cliënt te laat naar de afdeling teruggebracht. Ik laat het aan uw oordeel over of mijn cliënt hiervoor gecompenseerd dient te worden.


Standpunt directie

De inhoud van de door de directie op schrift gestelde inlichtingen en opmerkingen wordt eveneens als hier herhaald en ingelast beschouwd.

Tijdens de mondelinge behandeling heeft de directie – zakelijk weergegeven – het navolgende naar voren gebracht:


Ten aanzien van de klacht met klachtnummer […]:

Het gaat om het zicht bij het afstaan van een urinemonster. Klager heeft onvoldoende zicht gegeven, hij draaide zich steeds weg van de bewaarder.

Klager heeft geweigerd om zijn broek te laten zakken om voldoende zicht te geven. Vervolgens zijn er door klager meerdere onvertogen woorden richting het personeel geuit en heeft klager een erg bedreigende houding aangenomen. Hiertoe verwijs ik naar de inhoud van de rapportages. Gelet op de houding van klager en de door hem gedane uitlatingen is hem de disciplinaire straf opgelegd.

Slechts in uitzonderlijke gevallen en na goed overleg wordt er wel eens van de procedure afgeweken en wordt een gedetineerde na visitatie in een aparte ruimte geplaatst zodat hij daar in alle rust een urinemonster kan produceren. Ik merk op dat er, gelet op de houding van klager, in casu in ieder geval al geen goed overleg mogelijk was.


Ten aanzien van de klacht met klachtnummer […]:

Dat een door een gedetineerde tijdens zijn verblijf op de iso ingediende klacht wordt gelezen is om ervoor te zorgen dat de teamleider van de isoleerafdeling, indien nodig, adequaat kan ingrijpen. Voorts merk ik hierbij op dat het op de leefafdeling de bedoeling is dat een gedetineerde, alvorens hij een klacht indient, deze eerst met het afdelingshoofd bespreekt om zodoende tot een oplossing proberen te komen.


Beoordeling

Ten aanzien van de klacht met klachtnummer […]:

Klager is een disciplinaire straf van 3 dagen opsluiting in een strafcel opgelegd wegens de bedreigende houding van klager en de door hem gedane uitlatingen richting het personeel.

Klager heeft aangegeven dat hij zich niet kon vinden in het feit dat hem bij de urinecontrole is verzocht om zijn broek volledig te laten zakken en dit geweigerd heeft. De beklagcommissie stelt voorop dat een gedetineerde in beginsel de aanwijzingen dient op te volgen van het personeel. Dat het personeel in casu klager heeft verzocht om, ten behoeve van volledig zicht op de uitvoering van de urinecontrole, zijn broek te laten zakken wordt door de beklagcommissie niet onredelijk geacht. Klager heeft aangegeven dat dit, gelet op zijn afkomst, door hem als een belediging wordt ervaren. Wat hier ook van zij, de beklagcommissie stelt vast dat klager disciplinair gestraft is wegens zijn bedreigende houding en de door hem gedane uitlatingen richting het personeel. Klager ontkent zich bedreigend te hebben opgesteld en uitgelaten. De directie verwijst naar de inhoud van de door de bewaarders opgestelde rapportages over het incident. Gelet op de inhoud van deze door de bewaarders naar waarheid opgemaakte rapportages, alsmede gelet op wijze van communiceren door klager tijdens de beklagzitting acht de beklagcommissie het niet-onaannemelijk dat klager bedreigend is overgekomen. Derhalve wordt de aan klager opgelegde disciplinaire straf van 3 dagen strafcel door de beklagcommissie niet onredelijk of onbillijk geacht. Deze klacht zal dan ook ongegrond worden verklaard.


Ten aanzien van de klacht met klachtnummer […]:

Klager heeft aangegeven dat hem tijdens zijn verblijf op de iso geen mogelijkheid is geboden om zijn voor de Commissie van Toezicht bestemde klacht in een gesloten envelop aan het personeel te overhandigen. De directie heeft aangegeven dat een door een gedetineerde tijdens zijn verblijf op de iso ingediende klacht door het personeel wordt gelezen om ervoor te zorgen dat de teamleider, indien nodig, adequaat kan ingrijpen. De directie heeft daarbij voorts verwezen naar de klachtenbehandeling op de afdelingen waar het de bedoeling is dat een gedetineerde, alvorens een klacht in te dienen, deze eerst met het afdelingshoofd bespreekt om zodoende tot een spoedige oplossing proberen te komen.

De beklagcommissie is van oordeel dat een gedetineerde te allen tijde de mogelijkheid dient te worden geboden om zijn voor de Commissie van Toezicht bestemde klacht in een gesloten envelop in te dienen. Derhalve dienen hiertoe op de iso enveloppen beschikbaar te zijn zodat een gedetineerde op deze wijze zijn klacht in een gesloten envelop aan het personeel kan overhandigen met het verzoek de klacht aan de Commissie van Toezicht te doen toekomen. De beklagcommissie zal deze klacht dan ook gegrond verklaren. Aangezien de beklagcommissie niet is gebleken dat klager hierdoor enig nadeel heeft ondervonden ziet de beklagcommissie geen reden om klager een vorm van compensatie toe te kennen.


Ten aanzien van de klacht met klachtnummer […]:

Klager heeft aangegeven dat hij, na het einde van de door hem op de iso ondergane disciplinaire straf, niet direct naar de afdeling is teruggebracht en 20 minuten langer op de iso heeft moeten verblijven. De directie heeft erkend dat klager ongeveer 15 minuten te laat is teruggekeerd naar de leefafdeling nadat zijn disciplinaire straf erop zat. De directie heeft daarbij aangegeven dat, op het moment dat klager diende te worden teruggeplaatst naar de leefafdeling, er een nieuwe strafplaatsing was, welke strafplaatsing met het oog op de orde en veiligheid binnen de inrichting prioriteit heeft. Deze reden, alsmede het gegeven dat er sprake is van een relatief korte overschrijding van het verblijf door klager op de iso, acht de beklagcommissie voldoende om de handelwijze niet onredelijk of onbillijk te achten. Derhalve ziet de beklagcommissie geen reden om deze klacht gegrond te verklaren.


BESLISSING

De beklagcommissie verklaart de klachten met klachtnummers […] en […] ongegrond.


De beklagcommissie verklaart de klacht met klachtnummer […] gegrond. De beklagcommissie ziet geen reden om klager een vorm van compensatie toe te kennen.


Aldus gegeven op 16 mei 2013 door mr. […], voorzitter, mr. drs. […] en […], leden, in bijzijn van […], als secretaris.